Leesfragment: Schuldig kind

02 april 2017 , door Ted van Lieshout
|

Op 30 maart verscheen Schuldig kind, de nieuwe roman van Ted van Lieshout. Lees bij ons een deel van het eerste hoofdstuk.

Vlak voor het avondeten krijgt de vriend van Teds moeder een hartaanval. Terwijl zij met de ambulance mee naar het ziekenhuis rijdt, bidt haar thuisgebleven zoon van vijftien tot de Heilige Maagd Maria: hij hoopt dat ze oom Paul wil redden. Maar het is niet Maria die antwoordt.

In 2012 publiceerde de veelbekroonde auteur Ted van Lieshout (1955) een onthullende roman die gebaseerd was op zijn omgang als kind met een pedofiele man. Mijn meneer deed veel stof opwaaien door het precaire onderwerp. De vraag die hem daarna het meest gesteld werd was: wat voor invloed had die relatie op je verdere leven? In Schuldig kind geeft Van Lieshout al even onthullend en soms onthutsend antwoord op die vraag.

 

Eindhoven, zaterdagavond 19 juni 1971

 

Wees gegroet, Maria, vol van genade, de Heer is met u, gij zijt de gezegende onder de vrouwen, en gezegend is Jezus, de Vrucht van uw schoot. Heilige Maria, Moeder van God, bid voor ons, zondaars, en red oom Paul van de dood, Amen. – Hallo, heeft u geluisterd?

Ja.

O, ik dacht niet echt dat u iets terug zou zeggen!

Waarom niet?

Eh, eigenlijk geloof ik niet meer in u. Het spijt me.

O?

Neem me niet kwalijk. Waarschijnlijk heeft u wel ooit echt bestaan. Dat er een engel kwam om te vertellen dat u de moeder van Jezus zou worden kan ik niet geloven, maar wel dat hij is gestorven aan het kruis. En als het echt gebeurd is dat hij is opgestaan uit de dood met Pasen, zal dat eerder een medisch wonder zijn geweest dan een echt wonder.
Het komt erop neer dat ik niet wíl geloven. Er zijn te veel achterlijke dingen in het geloof waardoor ik denk dat de Bijbel niet het woord van God is, maar gewoon een boek van menselijke mannen die wilden voorschrijven hoe je moet leven zodat zijzelf de baas konden spelen.

Nou nou.

Voor mij is er in zo’n leven geen plaats, want ik zal meteen mijn grootste geheim vertellen: ik ben homo. Niemand weet het nog, behalve ikzelf. Ik heb tegen één vriendin gezegd, langs mijn neus weg, dat ik misschien bi ben, om te kijken hoe ze zou reageren. Dat ben ik helemaal niet, want ik vind meisjes leuk en zoenen doe ik ook zo nu en dan met ze, maar met ze naar bed gaan wil ik, dat weet ik heel zeker, nooit. Maar als je zegt dat je bi bent, en het wordt niet geaccepteerd, kun je altijd nog terugkrabbelen en zeggen dat je twijfelde en tot de ontdekking bent gekomen dat je tóch hetero bent!
In de Bijbel staat – ik weet alleen niet precies waar – dat mannen die het met mannen doen gerust omgebracht mogen worden. Dat moet zogenaamd van die lieve, die aardige, die fijne God. De God in wie ik bereid ben te geloven houdt zich helemaal niet bezig met zulke kleinigheden. Die heeft het te druk met het in balans houden van het heelal. Het zou net zoiets zijn als dat wij, mensen, ons druk maken over hoe mieren zich gedragen. Dat wij tegen mannetjesmieren zouden zeggen dat ze alleen met vrouwtjesmieren mogen paren en als ze ongehoorzaam zijn, dan moeten ze gestraft worden. Het kan de meeste mensen niks schelen of mieren hetero zijn of homo en als er te veel mieren rondlopen op plekken waar mensen niet willen dat ze zijn, moeten ze allemaal dood en niet alleen de mieren die homo zijn. Als God bestaat is Hij te groot om zich druk te maken over pietluttigheden. Iemand op de televisie zei dat de mensen God net zo beperkt en bekrompen en benepen geschapen hebben als ze zelf zijn. Gelukkig is er niemand die iets onaardigs heeft gezegd over u. U bent een moeder, en daar heeft iedereen op de een of andere manier respect voor.

Dat is fijn.

Héél fijn, ja. Maar als het waar is dat u niet bestaat, kunt u geen antwoord geven. Hoe zit dat?

Ik ben Maria niet.

Dat dacht ik wel. Wie bent u dan?

Wie denk je?

Mijn geweten. Ik denk namelijk dat als God wél bestaat, Hij ons heeft geschapen met een minigodje in ons dat geweten heet.

Spreek je je geweten aan met u?

U bent toch iets hoogs, denk ik. En tegelijkertijd ook weer niet, want het heeft eigenlijk geen zin om een gunst te vragen. Mijn eigen geweten kan niet zorgen voor wonderen en u wel. Als u Maria was, bedoel ik.

Misschien luistert ze mee.

Daarom bad ik. Ik kan niet zeker weten dat Maria níét bestaat. Ik hóóp dat ze bestaat. Dat zou eigenlijk voldoende moeten zijn om gelovig genoemd te worden. Dat is volgens mij gezonder.

Hoezo?

Nou, als je in je eentje in God gelooft, ben je een gek. Geloof je met een stel, dan ben je een sekte. Geloof je met velen dan ben je een godsdienst. Geloof je met de meesten, dan is de rest gek.

Waarom ben je zo bezig met God?

Als het waar is wat ze zeggen over God mag ik van Hem niet bestaan, en ik besta zo graag. Nou ja, niet graag, maar ik besta liever zelf dan dat ik in Hem geloof.

Mag je niet bestaan omdat je homo bent?

Dat zéggen ze over God. Volgens mij kletsen ze uit hun nek. Alle religies op aarde zeggen dat ze de enige ware zijn. Maar geen enkele godsdienst heeft een meerderheid. Dus als er werkelijk slechts één echt geloof is, dan geloven de meeste mensen op aarde in een God die niet bestaat.

Bedoelen niet alle religies stiekem dezelfde God?

Dan zouden ze er geen oorlog om hoeven voeren.
Nu is de vraag of het zin heeft om een gunst te vragen.

Dat is waarom je bad? Bidden en om iets vragen levert misschien niets op, maar het kan in ieder geval geen kwaad. Waarom vertel je niet gewoon wat je op je lever hebt?

Waarom zou ik dat doen? Als u mijn geweten bent, dan weet u alles al.

Dat is niet waar. Je kunt je geweten een loer draaien. Je kunt dingen doen tegen je geweten in. Je kunt je geweten buitenspel zetten.

Mijn geweten weet het altijd als ik de boel besodemieter, want dan gaat het knagen.

Dus je bidden was vergeefs? Waarom bad je dan?

Maria kan meeluisteren. Het zou kunnen.

Ik ben Maria niet en ook niet je geweten.

Wie dan?

Heb je geen idee?

Wel een idee, ik weet alleen niet hoe het kan.

Ik ben jou.

Ben ik een gespleten persoonlijkheid? Ik heb The Three Faces of Eve gezien.

Nee. Ik ben jou, vierenveertig jaar ouder dan je nu bent.

Negenenvijftig? Haha, hoe kan dat nou? Dan leeft u in de toekomst. Jij, bedoel ik. Het is raar om u te zeggen tegen mezelf.

Je hoeft je er niks van aan te trekken, want ík ben bijna zestig, jíj nog lang niet.

[...]

 

Copyright © 2017 Ted van Lieshout

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum