Leesfragment: Wat op het spel staat

20 oktober 2017 , door Philipp Blom
| | | |

Op 23 oktober verschijnt Wat op het spel staat (Was auf dem Spiel steht, vertaald door W. Hansen), het nieuwe boek van Philipp Blom. Bij ons leest u alvast een fragment!

Wat als een historica over vijftig jaar terugkijkt naar het begin van de 21ste eeuw? Zij zal versteld staan dat wij - verblind door onze dagelijkse beslommeringen en ons kortetermijnperspectief? - de twee grootste bedreigingen die homo sapiens te wachten stonden niet zagen: een wereldomvattende klimaatcrisis met alle gevolgen van dien, en de digitalisering van arbeid die leidde tot massawerkloosheid en een algeheel verlies van zin en betekenisgeving. In Wat op het spel staat analyseert Philipp Blom het historische scharnierpunt waarop wij ons bevinden aan de hand van verhelderende parallellen met andere historische aardverschuivingen, zoals het einde van het Romeinse Rijk, de Verlichting en de Duitse Weimarrepubliek. Het resultaat is een vlammend betoog vol sterke beelden en scherp verwoorde inzichten, dat iedereen zou moeten lezen die zich zorgen maakt over de toekomst van wat wij voor waardevol houden: vrijheid, tolerantie, het klimaat, arbeid, democratie en mensenrechten.

N.B. Luister ook naar ons interview met Philipp Blom en lees ook uit zijn De opstand van de natuur en Alleen de wolken.

No Future, Inc.

‘Het is zeker waar wat de filosofie stelt, namelijk dat het leven achterwaarts moet worden begrepen. Maar daarbij vergeet men de andere stelling dat we voorwaarts moeten leven.’

Søren Kierkegaard, Dagboek, 1843

Laten we een glas water nemen. In dit geval is het geen normaal water. Het is geschonken uit een fles Cristallo ‘Tributo a Modigliani’. Die fles, met de mond geblazen en met 24- karaats goud versierd, kost ongeveer 50.000 euro – inclusief de inhoud, een cuvée van de beste mineraalwaters uit Fiji, Frankrijk en een IJslandse gletsjer. Het is gesmolten water, en het is niet eens het enige mineraalwater dat van gletsjers afkomstig is. Maar het is wel veruit het duurste op de wereld. De markt wordt pas echt concurrerend als het om merken van rond de 30 euro gaat. Er zijn mensen genoeg die zoveel geld voor een fles water willen uitgeven, zo nodig met kristallen versiering.
Water wordt steeds kostbaarder. Het zal de oorzaak van oorlogen zijn, het wordt machtsbasis, handelswaar, chantagemiddel en migratiemotief. Op enkele plaatsen komt het steeds hoger te staan, terwijl het elders helemaal wegblijft. Intussen drinkt het hoogste procent van één procent van de wereldbevolking uit vergulde flessen water van gletsjers die spoedig verdwenen zullen zijn. Welkom in onze tijd.

Het heden is altijd duister, ondoorzichtig. Het is moeilijk de contouren van het landschap te onderscheiden als overtrekkende wolken en mist het zicht belemmeren. Laten we daarom een proef met onszelf nemen, een gedachte-experiment. We stellen ons voor dat het heden niet het heden is, het product dus van een bepaalde geschiedenis en de normaliteit waarin we allemaal leven, maar iets wat al lang voorbij is, een punt op een lange lijn van verandering en evolutie, een doorgangsstadium van de geschiedenis. Wat zouden we zien als we op afstand naar het jaar 2017 zouden kunnen kijken, twee of drie generaties verder?
Stel je voor dat over vijftig jaar een jonge historica aan een geschiedenis van de vroege eenentwintigste eeuw werkt. Wat zou haar dan opvallen? Wat zou zij zien als de doorslaggevende factoren? Wat zou zij aan onze tijd onbegrijpelijk vinden? Waar zou ze aandacht aan besteden? Vast niet aan de namen van staatshoofden, demagogen en managers, aan terreurgroeperingen en beroemdheden of regionale oorlogen. Vanuit haar perspectief zal ze iets anders belangrijk vinden.
Als de toekomstige jonge historica in een hoogontwikkeld land woont, is het bijna zeker dat praktisch al het werk zal worden gedaan door intelligente robots en andere machines, door algoritmen. Ook haar onderzoek wordt vast verrijkt door algoritmen, die enorme hoeveelheden gegevens kunnen verwerken en ontsluiten. Dat is precair, per slot van rekening vertrouwt ze daarmee impliciet op het oordeel van het algoritme, maar daar staat tegenover dat ze in de winter nooit een verkoudheid zal oplopen bij haar onderzoek in een tochtig archief, als ze dat zou willen vermijden. Maar ook het eerder zo koele archief zal iets warmer zijn, want het klimaat op aarde zal al een flinke verandering hebben ondergaan, en Europa zal afhankelijk zijn van de vraag of de Golfstroom tot stilstand gekomen is of niet; het is dan een veel warmer of een veel kouder continent geworden. Wat zou die historica zich dus afvragen als ze onderzoek doet naar de vroege eenentwintigste eeuw? Twee dingen zou ze waarschijnlijk niet begrijpen. Enerzijds zou ze zien dat de wetenschap de opwarming van de aarde reeds lang had opgemerkt en in de gaten hield, maar dat de toenmalige samenlevingen maar heel langzaam en aarzelend op die enorme transformatie reageerden. Anderzijds zou ze zien dat de digitalisering al diepgaand was gaan ingrijpen in economische netwerken, sociale structuren en politieke machtsconstellaties, maar dat ook die ontwikkeling tot slechts kleine en vaak zuiver symbolische reacties had geleid. In de samenlevingen van die dagen, zou ze kunnen concluderen, draaide alles, om moeilijk verklaarbare redenen, om verwachtingsmanagement en de verdediging van privileges. Met de toekomst werd in wezen geen rekening gehouden.
Waarom, zo zou onze historica zich afvragen, klampten de mensen zich in die tijd zo vast aan een economisch model dat gevaarlijk en achterhaald was, waarom zijn er geen massademonstraties en gewapende opstanden geweest om een snelle en resolute verandering teweeg te brengen? Waarom hebben ze hun eigen wetenschappers niet geloofd? In die tijd was een ommekeer misschien nog mogelijk geweest. Hebben de mensen dan niet geweten dat sinds het begin van de metingen zestien van de zeventien warmste jaren zich tussen 2000 en 2017 hebben voorgedaan? Hebben ze nooit een fabriek gezien die toen al bijna zonder menselijke arbeid uit kon? Hebben ze gewoon hun ogen niet willen geloven, of hebben ze om een bepaalde reden geweigerd consequenties te trekken uit wat ze zagen?
In plaats van een antwoord een sfeerbeeld: de rijke, democratische landen, de grote economische machten, de g7 of g8, de voormalige koloniale machthebbers en voormalige industriële gebieden zijn afgegleden naar een reactionair tijdperk. Hun dierbaarste gevoel is nostalgie. Ze willen geen toekomst. Toekomst is verandering, en verandering is verslechtering, betekent migratie van miljoenen mensen, klimaatverandering, ineenstortende sociale systemen, exploderende kosten, bommen in nachtclubs, milieuverontreiniging, verblekende koraalriffen, het massaal uitsterven van soorten, falende antibiotica, overbevolking, islamisering, burgeroorlog. De toekomst moest voorkomen worden. De mensen in de rijke wereld willen maar één ding: dat het heden nooit eindigt.
De politiek sprak vroeger in visies, en die visies waren moorddadig. Tegenwoordig hebben we realistischer aanspraken. Politiek wordt zakelijk bestuur, verwachtingsmanagement, customer service. Alleen feelgood-goeroes, Silicon Valley-types en sekteleiders hebben het nog over Utopia, over een betere wereld die voor ons ligt en waarin de problemen van onze tijd nog maar herinneringen zijn. Voor de rest zijn de projecties van onze toekomst stuk voor stuk troosteloos tot wanhopig: Michel Houellebecq en Hollywood, Lars von Trier en langlopende wetenschappelijke studies, Cormac McCarthy en talloze computerspelletjes tonen ons anti-utopieën. Er stroomt vage paniek door onze aderen. In de rijke wereld gelooft amper iemand nog dat het zijn eigen kinderen beter zal gaan, dat hard werken beloond wordt, dat politici in het belang van hun kiezers willen of kunnen handelen, dat de mensheid een betere tijd te wachten staat. Dan maar liever geen verandering. Zo wordt het hoogste doel het handhaven van de status quo.
Maar de verandering, het getijde van het nieuwe, wordt sterker. Ze verjaagt miljoenen mensen door droogte en overstromingen en drijft ze op de vlucht; in rijke landen ontneemt ze onverbiddelijk steeds meer mensen hun baan, schept onzekerheid, dijt de ons vertrouwde grootte van de wereld uit en krimpt die in, elke stap en elke kleine moeite voelt onverwacht en kunstmatig aan. Een wijdverspreid gevoel dat nog niet tot begrip gestold is, zegt ons dat we de controle aan het verliezen zijn, dat niets meer is wat het ooit was, dat we niet meer kunnen controleren en begrijpen wat er op het ogenblik aan de hand is. We klampen ons dus vast aan wat we kennen, aan wat we comfortabel vinden. De toekomst is per slot van rekening toch al onzeker.
Als we niet kunnen vasthouden wat we hebben, gaan we allemaal ten onder. De ratten pakken hun spullen al, de superrijken kopen boltholes in Nieuw-Zeeland, schuilplaatsen met voedselreserves, bunkers en generatoren, om zich voor de naderende Apocalyps in veiligheid te brengen. Maar intussen hebben de voorbodes ervan een tijd geleden al de kusten van hun idyllische eilandstaat bereikt. Intensieve veehouderij droogt rivieren uit en verpest ze met chemicaliën, steeds grotere delen van de landbouwgrond en van de infrastructuur zijn in handen van Chinese investeerders, en het vroegere legendarische sociale stelsel van het land – een soort Zweden met zon – werd in het kader van een economische hervorming en privatisering afgebroken, opgeheven of verkwanseld.
Tegenwoordig is Nieuw-Zeeland een toevluchtoord voor de elite van Silicon Valley, die zich verlekkert aan de Apocalyps. Tegelijkertijd is armoede ook daar bepaald niet ongewoon meer, een groeiend aantal kinderen gaat ’s ochtends met een lege maag naar school, oudere scholieren hebben een bijbaantje om het gezinsinkomen wat op te krikken en komen niet aan hun huiswerk toe, leraren zijn een groot deel van hun tijd kwijt aan het bijeenschrapen van geld voor hun school bij particuliere donoren om althans het allernoodzakelijkste te kunnen garanderen. Bij een bushalte in Auckland zag ik een man in vrijetijdskleding vuilnisbakken afzoeken op iets eetbaars. Het paradijs is al veel eerder de vrije markt geworden. Wie niets te verkopen heeft, wordt door de honden gebeten.

Copyright © 2017 Carl Hanser Verlag München
Copyright Nederlandse vertaling © 2017W. Hansen

pro-mbooks1 : athenaeum