Het is Poëzieweek! Daarom vandaag een gedicht uit Dean Bowens debuutbundel Bokman, die deze week verscheen. Lees een fragment en bestel uw exemplaar!
In Bokman graaft Dean Bowen vergeten geschiedenissen op en ontleedt hij de structuren die ons politieke bewustzijn onderdrukt houden. Lyrisch, bevlogen, mededogend, woedend – een dieppersoonlijke zoektocht die universele patronen blootlegt en vele stemmen aan het woord laat.
Dean Bowen (1984) is dichter en performer. Hij publiceerde eerder op Samplekanon en Hard//Hoofd, in onder andere nY en Kunsttijdschrift Vlaanderen, en verwierf faam op vele binnenlandse en internationale podia om zijn buitengewoon bevlogen voordracht. In 2015 won Dean Bowen de Van Dale Spoken Award in de categorie poëzie.
N.B. Bowen sprak ook een gedicht in voor onze podcast.
DEDDIE wat laat je achter meer dan wonden dna vertakt spasmen onder affectieve preken aangerukt op neerlands canvas zal op gelijke wijze het mijne een schaduw als ik van deddie meer dan hij weet hoe, ouder nu, hij regressief de migrantencolloquia terugvindt in de pensioenpendule tussen thuis en thuis niet meer deddie en ik bewegen in onze samenstellingen uiteen gelijk alles in een onbarmhartig universum eigenaardig eigenlijk hoe plekken voor alles zich vertalen naaralles een plek zoals een klein kind pap noemen alsof je wist dat ooit of dat is te zeggen snel als ik hopen mag en ik heb je vergeven wat je bent omdat ik iedere dag dichter bij jou alsof blauwdrukken niet herschreven kunnen ‘deddie,’ soms wil ik dat wij een kathedraal waar we weten welke rituelen er nog altijd in ons huizen een biecht voor wat er misliep hoe de pot overkookte ik bid niet meer (‘ik ook niet’) (‘ik ook niet’) (‘ik ook niet’) we blijven hangen in de ruimte (‘ik ook niet’) als de wierook uit het turibulum al het andere is wat ik van je reproduceer als weergalmen schertsend ademt het gewicht van ons onvermogen onszelf bijeen te rapen stapvoets schuift deddie in het metrum van mijn vaders vader steeds meer een .Scherf .Man .Hart
wat laat je achter meer dan wonden dna vertakt spasmen onder affectieve preken aangerukt op neerlands canvas
zal op gelijke wijze het mijne een schaduw als ik van deddie meer dan hij weet
hoe, ouder nu, hij regressief de migrantencolloquia terugvindt in de pensioenpendule tussen thuis en thuis niet meer
deddie en ik bewegen in onze samenstellingen uiteen gelijk alles in een onbarmhartig universum
eigenaardig eigenlijk
hoe plekken voor alles zich vertalen naaralles een plek
zoals een klein kind pap noemen
alsof je wist dat
ooit
of dat is te zeggen
snel
als ik hopen mag
en ik heb je vergeven wat je bent omdat ik iedere dag dichter bij jou alsof blauwdrukken niet herschreven kunnen
‘deddie,’ soms wil ik dat wij een kathedraal waar we weten welke rituelen er nog altijd in ons huizen een biecht voor wat er misliep hoe de pot overkookte ik bid niet meer (‘ik ook niet’) (‘ik ook niet’) (‘ik ook niet’) we blijven hangen in de ruimte (‘ik ook niet’) als de wierook uit het turibulum
al het andere is wat ik van je reproduceer als weergalmen
schertsend ademt het gewicht van ons onvermogen onszelf bijeen te rapen
stapvoets schuift deddie in het metrum van mijn vaders vader steeds meer
een
.Scherf .Man .Hart
Copyright © 2018 Dean Bowen