Leesfragment: Concept M

06 april 2018 , door Aafke Romeijn
| |

Op 10 april verschijnt Concept M, de debuutroman van Aafke Romeijn. Wij publiceren voor.

In het jaar 2020, in een Nederland dat sterk lijkt op het onze, leeft Hava, een vijfentwintigjarige vrouw. Haar haren zijn grijs, haar huid is doorschijnend, haar ogen zijn diepzwart. Ze lijdt aan de mysterieuze ziekte kleurloosheid die de maatschappij steeds verder ontwricht: medicatie is onbetaalbaar voor particulieren en de overheid kan de kosten nauwelijks nog dragen. Hava raakt bevriend met een groep radicalen die voorspellen dat kleurlozen binnen een paar jaar in de meerderheid zijn – het einde van de Westerse wereld. Ze begint te twijfelen aan haar eigen bestaansrecht en besluit dat het tijd is voor actie.

 

Adviesbrochure Kleurlozen, opgesteld volgens de Nieuwe Algemene Richtlijn Kleurloosheid 2019. Uit: Aafke Romeijn, Concept M.

Adviesbrochure kleurlozen

1. Algemene gedragingen

Zorg dat u genoeg drinkt. Hou armen en benen zo veel mogelijk bedekt wanneer u buiten bent, en vermijd ’s zomers direct zonlicht. Is het onbewolkt? Draag dan een zonnebril die voldoende uv-bescherming biedt. Hou het weerbericht in de gaten en neem passende maatregelen voordat u de deur uit gaat. Neem geen onnodige risico’s. Zodra het kleurstofalarm afgaat: reageer onmiddellijk. Verwijder de lege kleurstofampul en plaats direct een nieuwe. Wanneer een kleurstofampul langer dan vijf minuten buiten de vriesmodule is geweest of er luchtbelletjes zichtbaar zijn, gebruik deze dan niet. Lege en ongebruikte ampullen zijn gratis af te leveren voor hergebruik bij elke apotheek. Heeft u een module van het model RN1-H of ouder, zorg dan altijd voor voldoende reserveampullen, aangezien passende exemplaren slechts op een beperkt aantal afgiftepunten verkrijgbaar zijn. Vermoedt u dat uw module niet naar behoren functioneert, aarzel dan niet en neem direct contact op met het dichtstbijzijnde ziekenhuis of uw eigen arts.

2. Reizen

Draag te allen tijde een vriesmodule met voldoende reserveampullen kleurstof bij u. Gaat u naar het buitenland, neem dan altijd voor enkele dagen kleurstof mee, en voor minimaal een week koelvloeistof. Informeer voor vertrek waar u ter plaatse uw voorraad kunt aanvullen. Hou er rekening mee dat kleurstof in de meeste gebieden buiten Europa moeilijk te verkrijgen is. Neem kennis van het plaatselijke noodnummer en zorg voor een opgeladen telefoon wanneer u op stap gaat. Laat voorafgaand aan de geplande reis aan uw huisarts weten waar u heen gaat en hoe u te bereiken bent. Het directe contact tussen de kleurstofmodule en het Nationale Waarschuwingsnetwerk zal alleen werken wanneer er wifi aanwezig is. In de meeste delen van Europa kan bij medische noodgevallen direct worden ingegrepen vanuit Nederland, daarbuiten is dat niet het geval. Draag daarom overal uw medisch paspoort bij u, laat het eventueel op voorhand vertalen. Informeer bijtijds bij het ministerie van Buitenlandse Zaken naar de luchtvervuiling ter plaatse en zorg voor voldoende mondkapjes.

3. Onderhoud

Breng elk halfjaar een bezoek aan uw medisch technicus om de bedrading van uw kleurstofmodule te laten controleren. Slijtage zit in een klein hoekje. Voorkomen is beter dan genezen. Sterker nog: genezen is onmogelijk. Wanneer uw module een langdurige pieptoon geeft betekent dit dat er een defect is. Op dat moment wordt direct een ambulance uw kant op gestuurd, maar mocht u in de gelegenheid zijn om zelf een ziekenhuis op te zoeken dan geniet dat de voorkeur.

Wees op uw hoede.

We weten dat onze huidige kleurstof goed werkt en relatief weinig bijwerkingen geeft, maar hoe oud u wordt is niet nauwkeurig te voorspellen. De voorlopige prognose is vijftig jaar. Misschien wordt er zeer binnenkort een ander of beter medicijn gevonden tegen uw ziekte, maar ga daar niet van uit. Elk jaar worden miljoenen gestoken in onderzoek en innovatie, maar de afgelopen dertig jaar heeft dat weinig voortgebracht. De module tussen uw schouderbladen is platter geworden, ergonomischer, iets flexibeler ook, de aansluiting op slagader geeft gemiddeld genomen minder complicaties, de kleurstof die wordt toegediend geeft minder bijwerkingen – maar u bent nog altijd kleurloos. Geniet zolang het kan.

4. Discriminatie

Accepteer uw ziekte.

Laat u niet afschrikken. Er zullen partijen zijn die u door middel van felle retoriek proberen te intimideren. Ze zullen u erop wijzen dat u een gevaar vormt voor de samenleving, dat u de evolutie doet stagneren, dat als het aan u ligt, het hele Europese continent uitsterft. Laat u niks wijsmaken. U bent een burger met evenveel rechten en plichten als ieder ander. U betaalt belastingen. U dient zich aan de maximumsnelheid te houden en wordt beboet als u die overschrijdt, net als ieder ander. U bent vertegenwoordigd zozeer van u als van uw gezonde medemens.

Mocht u onverhoopt terechtkomen in een situatie waarin u gediscrimineerd wordt vanwege uw kleurloosheid, bijvoorbeeld in een sollicitatieprocedure, leg u daar dan niet zonder meer bij neer. Het zou helaas niet de eerste keer zijn dat een werkgever het niet aandurft om een kleurloze in dienst te nemen. Dat is niet onbegrijpelijk. Kleurlozen zijn per jaar gemiddeld twintig werkdagen vaker afwezig dan niet-kleurlozen. Als ze wel aanwezig zijn dan zijn ze doorgaans minder productief, met name waar het fysieke arbeid betreft. Dat is niet vreemd: uw longen nemen minder zuurstof op, uw botten zijn broos, het duizelt u snel. Toch mag een werkgever u niet weigeren op basis van uw ziekte.

*

Er zijn weilanden, sloten tussen weilanden, koeien in weilanden. Een hoogspanningsmast. Voorbijzwiepende schaduwen van windmolens. Elke paar minuten een afslag, voorafgegaan door drie blauwe borden met wit reflecterende belettering. Twaalfhonderd meter, zeshonderd meter, nul meter. Steeds weer verschijnen nieuwe plaatsnamen, door het tegenlicht pas op het laatste moment, wanneer je je hoofd in het voorbijrijden gevaarlijk naar rechts draait, leesbaar. Vrachtwagens op de rechterbaan, auto’s op de linkerbaan. Zo nu en dan knippert er een richtingaanwijzer. Vanuit de auto bezien schuift de zon in bochten naar rechts iets op richting de linkerbovenhoek van de voorruit. In bochten naar links kruipt ze netjes terug naar het midden. Achter het stuur zit een jonge vrouw met een bleke, bijna grijsachtige huid. Haar hoofd is bedekt met korte, witgrijze haartjes. Een fel contrast met haar ogen, die haast zwart lijken. Ze trommelt met haar vingers op het stuur terwijl ze naar de radio luistert.

Alle ogen zijn vanochtend gericht op de ingang van het Radboudziekenhuis in Nijmegen, waar Onno Hofman onze verslaggever ter plaatse is. Onno, hoe is de sfeer daar?’ ‘Er is hier nog niet veel te zien, behalve dan de massaal toegestroomde pers. Naar verwachting zal Hava Gerritsen hier om een uur of elf aankomen, tot die tijd is er nog niet veel te melden. We wachten af.’
‘Dankjewel, Onno, we komen later in de uitzending ongetwijfeld bij je terug. Eerst gaan we het hebben over Julien Stork. Vorige week verscheen een boek waarin de premier wordt beschuldigd van belangenverstrengeling. In aanloop naar de verkiezingen van 9 november...’

Van rechts komen meer schaduwen van draaiende windmolens, die aangejaagd lijken te worden door het verkeer. Een vrachtwagen met een klapperend dekzeil rechts. Er klinkt gepiep, het komt van een telefoon die los op het dashboard ligt. In bochten schuift hij heen en weer, maar hij is nog niet gevallen. Ze draait de radio uit, pakt de telefoon en klemt hem tussen haar oor en schouder. Ze had jaren geleden al een handsfreeset zullen kopen, maar vergeet het telkens. Terwijl ze luistert geeft ze gas en rijdt om een vrachtwagen heen. Als ze over haar schouder kijkt, dreigt de telefoon even weg te glijden. Snel duwt ze hem terug. Pas na een halve minuut zegt ze iets.
‘Ik hoorde het al op het journaal, ja. Heel goed. Hebben ze zelf nog extra mensen neergezet? Ah, oké. Nou, we zien wel, het komt vast goed. En als ze me platdrukken geeft dat ook wel weer een mooi beeld… Nee, niet echt. Ik heb nu twee keer alarm gehad, maar nog nergens last van eigenlijk… Ja, jij ook. Komt goed. Tot straks.’
Ze klinkt ouder dan dat ze eruitziet, en toch passen de stem en het bijna buitenaardse voorkomen van het meisje bij elkaar. Haar magere, grijswitte armen zijn sterker dan je denkt.
Ze heet Hava Gerritsen en ze reist alleen. Haar auto is een rode Toyota Corolla, een oud beestje, bijna dertig jaar en drie ton op de teller. Ze nam hem een paar jaar geleden over van haar moeder, met wie ze nu al bijna anderhalf jaar geen contact meer heeft. Soms, als ze van een afstand naar haar auto kijkt, ziet Hava haar moeder plotseling weer achter het stuur zitten. Haar roodbruine haar valt net over haar schouders en haar rechterhand komt niet van de versnellingspook. Wanneer dat gebeurt slaat Hava het portier extra hard dicht na het instappen om het beeld uit haar hoofd te krijgen.
Het is onbewolkt en je ruikt dat het warm gaat worden vandaag. Hava heeft haar raampje een paar centimeter naar beneden gedraaid, de lucht die binnenstroomt heeft al de geur van warm gras en zompig asfalt. Ze haalt haar linkerhand even van het stuur om over de stoppels op haar achterhoofd te wrijven. In het zachte kuiltje tussen de pezen die haar nek met haar schedel verbinden blinken kleine zweetdruppels.
Op de achterbank liggen twee lege pakjes Marlboro. De bekleding van de zitting is van grijze stof, waar kleine, gekleurde driehoekjes in geweven zijn. Links zitten een paar kleine vlekken in de bekleding, daar zat Hava als kind altijd, achter haar moeder. Soms mocht ze ’s zomers een ijsje eten achterin, de vlekken herinneren daaraan.
Ze legt haar telefoon terug op het dashboard. De rit zal nog dik veertig minuten duren, als er geen file staat. Hava draait het geluid van de radio weer aan.


[...]

 

Copyright © 2018 Aafke Romeijn

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum