Leesfragment: De dure eed van Hannibal

26 april 2018 , door John Prevas
| | |

Op 1 mei verschijnt De dure eed van Hannibal van John Prevas (vertaald door Janet Luis). Wij publiceren voor.

Volgens de overlevering was Hannibal negen jaar oud toen zijn vader hem meenam naar de tempel van Carthago. Daar doopte hij de handen van de kleine jongen in het bloed van een mensenoffer. Hannibal zwoer in opdracht van zijn vader een dure eed aan de goden: hij zou Rome haten tot in de eeuwigheid. Deze kleine Noord-Afrikaanse jongen zou uitgroeien tot een onverschrokken militair die het leidinggeven in het bloed zat. Hij leidde een enorme logistieke operatie. Daartoe moest hij alle managementkwaliteiten aanwenden die hij in huis had. Als generaal, gezeten op een grote olifant, voerde hij zijn huurlingen over de besneeuwde toppen van de Alpen. En zijn mannen volgden hem. Tegen alle verwachtingen in wist hij heelhuids weer af te dalen en stelde hij Rome in zijn eigen achtertuin een uitdagende vraag: wie zal er heersen over de wereld, Rome of Carthago? Met deze vermetele aanval vestigde hij zijn naam als groot legeraanvoerder. Maar Hannibal was niet alleen een briljant tacticus en inspirator, hij was ook een van de meest tragische figuren uit de geschiedenis. Hij wist van Rome wel veldslagen te winnen, maar niet de oorlog.

Historicus John Prevas is al dertig jaar een internationaal bekende Hannibaldeskundige. Hij bezocht elke plek en elke bergpas waar Hannibal is geweest, van Tunesië tot Italië, van Spanje tot Turkije. Hij probeert de vele mythes rondom Hannibals karakter en zijn oorlogen te ontrafelen.Veel aandacht heeft hij voor diens charisma. De dure eed van Hannibal is een uitgebreide en toegankelijke biografie van deze iconische generaal: een verslag van een groots en tragisch leven.

 

Op weg

Het was een drastische beslissing om de oorlog via de Alpen naar Italië te verplaatsen. De normale gang van zaken, geredeneerd vanuit zowel Carthago als Rome, zou zijn geweest om de oorlog te beginnen in Spanje, en dan zou de beslissende veldslag uitgevochten worden in Noord-Afrika. Voor Hannibal was een directe aanval op Italië over zee te riskant. Het waren flinke afstanden en de zee kon genadeloos zijn voor schepen die vooral werden voortbewogen door roeiers. De Romeinen hadden tegen het eind van de Eerste Punische Oorlog een enorme vloot opgebouwd waarmee ze actief de wacht hielden in de wateren rond Italië en Sicilië. Carthago was niet langer de zeemacht die het ooit was en als de Romeinen hun langzaam varende en zwaarbeladen transportschepen zouden onderscheppen, of als een storm vat kreeg op de schepen, dan kon de hele vloot verwoest worden en was de oorlog al verloren voordat hij goed en wel was begonnen.
Het is niet duidelijk of het plan om Italië via de Alpen binnen te trekken bedacht was door Hamilcar, Hasdrubal of Hannibal. De bronnen doen er geen duidelijke uitspraken over. Het kan heel goed zijn dat het een idee was van Hamilcar, maar uitgevoerd door Hannibal, zoals ruim een eeuw eerder Alexander de Grote het plan van zijn vader Philippus had uitgevoerd om de Grieken te verenigen en Perzië binnen te vallen. Wie van de Barkas-clan het idee ook maar bedacht had; het stoelde op de overtuiging dat deze nieuwe oorlog niet op dezelfde manier gevoerd moest worden als de vorige op Sicilië. Deze oorlog had een nieuwe, onverwachte wending nodig en Carthago moest het initiatief nemen in plaats van Rome.
Het plan berustte op het gegeven dat Italië in die tijd geen eenheid was, bestuurd door Rome. Dat zou pas gebeuren na de Derde en laatste Punische Oorlog. Italië was een land dat bestond uit half autonome stadstaten en stammen: Galliërs in het noorden, Italianen in het midden en Grieken in het zuiden. De steden en stammen waren verenigd in een los se statenbond onder een zich langzaam ontwikkelende en breekbare Romeinse heerschappij. De Galliers in het noorden waren halve barbaren en hadden het de Romeinen moeilijk gemaakt vanaf het moment dat ze in 390 v.Chr. voor het eerst de stad hadden aangevallen. De Galliers waren een onafhankelijk volk dat zijn vrijheid erg belangrijk vond en dat elke Romeinse troepenbeweging richting Noord-Italie als een bedreiging zag. De Romeinen lieten de Galliers, als dat maar enigszins mogelijk was, het liefst links liggen. De Italianen, die de middelste regionen bevolkten en een gedeelte van het zuiden van het schiereiland, waren overwegend kleine boeren. Hun dorpen waren verbonden met Rome via verdragen die hen verplichtten om belasting te betalen aan Rome en hun zoons dienst te laten nemen in de Romeinse legioenen. De boeren behoorden tot inheemse stammen als de Sabijnen, de Volcae en de Samnieten die waren onderworpen door de Romeinen in een reeks korte maar hevige conflicten tijdens de vierde en de derde eeuw v.Chr. In Zuid-Italië en op Sicilië hadden de Grieken zich al vroeg, vanaf de achtste eeuw v.Chr., gevestigd. Zij hadden er steden en welvarende nederzettingen opgebouwd die de moedersteden op het Griekse vasteland naar de kroon staken, zowel in rijkdom als in culturele ontwikkeling. Als gevolg van een oorlog vroeg in de derde eeuw v. Chr. waren de Grieken in enige mate onder Romeins bestuur komen te vallen. Tegen de tijd dat d Tweede Punische Oorlog uitbrak, hadden de Romeinen Midden. en Zuid-Italië behoorlijk in hun macht. Dit gold ook voor delen van Sicilië, Sardinië en Corsica. Maar Noord-Italië, ten noorden en ten westen van Cremona, was grotendeels overgelaten aan de Galliers.
Hannibal ging ervan uit dat de Italiaanse statenbond geen sterke samenhang had en uit elkaar zou vallen als Rome zich te autoritair op zou stellen. Hij was ervan overtuigd dat de Italianen en de Grieken een hekel hadden aan de Romeinen, aan wie ze niet alleen belasting moesten betalen, maar ook goederen en manschappen moesten leveren. in zulke hoeveelheden bovendien dat velen de bond zouden willen verlaten en zich wel bij hem zouden willen voegen in een oorlog die hij als een bevrijdingsoorlog zou bestempelen. Als gevolg daarvan zou Rome zijn greep op Italië verliezen en zijn legioenen zouden alleen nog ingezet kunnen worden in Italië zelf, om overal opstanden de kop in te drukken. Het schijnt niet Hannibals bedoeling te zijn geweest om Rome te verwoesten, maar om de greep van Rome op Italië te verkleinen. Ook wilde hij de groeiende macht van Rome in het Middellandse Zeegebied terugdringen en er zo veel mogelijk voor zorgen dat Rome zijn handen vol had aan Italië zelf. Het was in het commerciele belang van Carthago om de Romeinen buiten Spanje en Noord-Afrika te houden.
Een route over land van Spanje naar Italië zou Hannibal in staat stellen om de logistieke problemen te vermijden die er naar zijn idee toe hadden bijgedragen dat zijn vader de oorlog op Sicilië had verloren. Hamilcar had in een isolement gezeten op het eiland en was afhankelijk van schepen uit Carthago die hem voorraden en troepenversterkingen moesten leveren. Omdat de Carthaagse vloot steeds opnieuw tekortschoot, door een combinatie van natuurrampen, strategische missers en de sterkte van de Romeinse vloot, moest Hamilcar de oorlog wel beëindigen. Hannibal wilde zich zo veel mogelijk zelf bedruipen. Hij handhaafde een beperkte bevoorradings- en communicatielijn met Spanje, maar moest het verder vooral hebben van wat het land te bieden had, zowel onderweg naar als eenmaal in Italië.
Zijn strijdplan was om steeds het initiatief te nemen en Rome meteen in de verdediging te dringen en daar ook te houden. In de Eerste Punische Oorlog was Rome begonnen door Sicilië binnen te trekken en Carthago had simpelweg gereageerd. Deze oorlog, zwoer Hannibal, zou heel anders worden omdat hij het gevecht naar de Romeinen zou brengen, dwars door een gebied waar ze nooit een vijand zouden verwachten: de Franse Alpen. Vanuit Noord-Italie wilde hij zuidwaarts trekken, zich voedend met wat er onderweg te eten zou zijn, en de Romeinen dwingen om zijn soort oorlog te voeren, op zijn voorwaarden.
Hannibal nam zich voor om op gelijke hoogte te komen met de hoeveelheid Romeinse manschappen door om te beginnen zijn leger aan te vullen met Galliers. Als hij dan zijn eerste veldslagen op een beslissende en overtuigende manier won, dan zouden, zo veronderstelde hij, de leden van de Italiaanse statenbond, en vooral de Griekse steden, zich bij hem aansluiten, zodat de machtsverhoudingen in Italie snel zouden veranderen. Als de Italiaanse stammen en de Griekse stadstaten uit de statenbond stapten, kreeg Rome de beschikking over veel minder manschappen en namen de kansen voor Carthago toe. Als de bond uit elkaar viel, voorzag Hannibal dat de Romeinse legioenen overuren zouden moeten maken om over het hele Italiaanse schiereiland diverse opstanden neer te slaan. De Romeinen zouden het zo druk hebben met het schoonhouden van hun eigen huis dat er geen tijd overbleef om Carthago in de weg te lopen in Noord-Afrika en Spanje.
Hannibal moest de Galliërs, de Italianen en de Grieken ervan overtuigen dat deze oorlog niet alleen economische voordelen had, maar ook belangrijk was om zich cultureel van Rome los te maken. Als hij zijn eerste gevechten won en daarmee liet zien dat de Romeinse legioenen verslagen konden worden, dan verwachtte hij dat de Italianen en de Griekse stadstaten zich bij hem zouden aansluiten. De oorlog zou algauw de trekken aannemen van een kruistocht voor de arme Italianen die werden onderdrukt door de Romeinen – terwijl het er in werkelijkheid om ging de Carthaagse economische belangen veilig te stellen en namens de familie Barkas wraak te kunnen nemen.
De Romeinen konden zich kennelijk niet voorstellen dat Hannibal Italië zou binnentrekken vanuit het noorden. Ze hadden goed ingecalculeerd dat hij het niet zou wagen om een zeeroute te kiezen, gezien de afstand en hun vlootoverwicht. Een aanval op Italië over land, zo was de redenering, zou al even onwaarschijnlijk zijn, gezien de route van zo’n vijftienhonderd kilometer door vijandig gebied en de logistieke problemen die het oversteken van twee hoge bergketens, de Pyreneeën en de Alpen, zouden opleveren. De Pyreneeën waren nog betrekkelijk eenvoudig te doen, via een oostelijk gelegen pas, de Col du Perthus, dicht bij de Middellandse Zee, maar de Alpen waren van een totaal andere orde. Een invasie vanaf deze machtige bergreuzen was eenvoudigweg ondenkbaar. Niet alleen was dit de hoogste bergketen in heel Europa, maar die bergen werden ook nog eens bevolkt door oorlogszuchtige Galliërs. De Romeinen wisten in die tijd weinig over de Alpen en waren geneigd er een onneembare barrière in te zien, die hen zou beschermen. Pas in de eerste eeuw v.Chr., bijna tweehonderd jaar na het einde van de Tweede Punische Oorlog, kregen de Romeinen de Alpen onder controle, door vrede te sluiten met de stammen die er leefden, wegen over de Alpen aan te leggen en nederzettingen te bouwen aan de voet van de bergketen.

[...]

 

© 2018 John Prevas

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum