Op zondag 28 januari (19.30-22.00 uur) presenteren De Arbeiderspers, Querido en Athenaeum Boekhandel Dichterliefde de Wintereditie - poëzie door de hele boekhandel. Een huiskamer voor u, met muziek en de beste dichters, 6 dichters – 6 stoelen – 6 voordachten: Martijn den Ouden, Sasja Janssen, Charlotte Van den Broeck, Jeroen van Kan, Eva Gerlach en Max Greyson. In aanloop naar het evenement publiceren we elke dag een gedicht van een van de deelnemende dichters. Maandag: Eva Gerlachs 'Kippen'. Dinsdag: Martijn den Ouden. Woensdag: Charlotte Van den Broeck. Donderdag: Sasja Janssen. Vrijdag: Jeroen van Kan. Vandaag: Max Greyson.
Schrijverskoppel Een woord als bitterzoet mag hier niet staan, zegt zeterwijl ze thee zet met bouillonblokjesen jongleert met haar oogbollen Ze zegt darling, kill your darlings, darlingterwijl ze schaterlachend foto's van de muren trektrondjes door de kamer rent, huilend juicht en andersomen ik zeg ja mijn lief, maar enkel als Ik zie hoe ze een gniffel in haar oksel houdtde trap op holt, een boodschap in spiegelschriftop de spiegel schrijft, de trap af treuzelten in het deurgat wacht tot ik met haar mee naar boven zal gaan Woorden als vlechten of libel horen hier niet, zegt zeterwijl ze wijst naar de kat die water uit een vissenkom liktbinnen een week liggen de guppy's voor het rapen
Een woord als bitterzoet mag hier niet staan, zegt zeterwijl ze thee zet met bouillonblokjesen jongleert met haar oogbollen
Ze zegt darling, kill your darlings, darlingterwijl ze schaterlachend foto's van de muren trektrondjes door de kamer rent, huilend juicht en andersomen ik zeg ja mijn lief, maar enkel als
Ik zie hoe ze een gniffel in haar oksel houdtde trap op holt, een boodschap in spiegelschriftop de spiegel schrijft, de trap af treuzelten in het deurgat wacht tot ik met haar mee naar boven zal gaan
Woorden als vlechten of libel horen hier niet, zegt zeterwijl ze wijst naar de kat die water uit een vissenkom liktbinnen een week liggen de guppy's voor het rapen
Uit: Waanzin went niet (2016)
doodgedrukt kijk het lijk van de wereld daar eens liggenop die tafel al dat ongepaste bloesemen alleen nog een dode beloftevan niksde wreedheid van april voorgoed vergolden je had niet willen rusten voordat je alle wereldzeeën hadopgedweildalle nesten uit hun boom had geschudalle wegen had gestremdalle bergen venijnig fijn had geknepen tussen je vingers je had niet willen stoppen voordat jealle eilanden had doen zinkenalle schedels had ingeslagenalle vliegtuigen had doen neerstortenalle dieren had gewurgdalle gletsjers had doen smeltenalle planten had verstikt tot je beseft dat je daad niet gericht was tegen de wereldmaar dan is het al te laat kijk je naar dat lichaam als een beerdie een welp per ongeluk heeft doodgedruktje port het vergeefs in de zij kijk het lijk van de wereld daar eens liggen op die tafelwaarvan je morgen toch ook gewoon weer eten moet
kijk het lijk van de wereld daar eens liggenop die tafel
al dat ongepaste bloesemen alleen nog een dode beloftevan niksde wreedheid van april voorgoed vergolden
je had niet willen rusten voordat je alle wereldzeeën hadopgedweildalle nesten uit hun boom had geschudalle wegen had gestremdalle bergen venijnig fijn had geknepen tussen je vingers
je had niet willen stoppen voordat jealle eilanden had doen zinkenalle schedels had ingeslagenalle vliegtuigen had doen neerstortenalle dieren had gewurgdalle gletsjers had doen smeltenalle planten had verstikt
tot je beseft dat je daad niet gericht was tegen de wereldmaar dan is het al te laat kijk je naar dat lichaam als een beerdie een welp per ongeluk heeft doodgedruktje port het vergeefs in de zij
kijk het lijk van de wereld daar eens liggen op die tafelwaarvan je morgen toch ook gewoon weer eten moet
Uit: De wereld onleesbaar (2017)
Flatterzunge Met een jonge god onder ziekwittelakens toen je hoorde dat jij het wasen hij struikelde alle trappen af. tödö tödö tödö tölö tölö tölö En je kocht een kalfje om wat levendsin huis te hebben, bij de mensen kun jeniet meer terecht. Hoe ze voor je vielen, jouw smerigevoeten kusten, je kleine kruin in de fikterwijl ze jou zelf hadden aangewezen. Hun wil en ziel in bewaring kreeg waarhet kalf ootmoedig aan likte, lippen tonglippen tong. Overal uitzinnige reacties, de kustde grens, boven onder, het midden hetmidden, de binnenlanden het taaist. Overal verklaarde je de uitzonderlijke dienst, in kleren van sterke stof zonder omslag, knoop of rits tegen hun wilde hand. Koeiig gaapte iedereen zijn geloofje zag duizenden klapperende kelen engebitten en dankte je vrije lucht. tölle dille talla dollo tollo dalla Eerst naar het holste zwart voor de mensendie de voorganger vergeten had, je reddeze met gemak, geen rust of eten nodig. Toch kwam er geen eind aan, de helemensheid kroop steeds terug het gat indat zwol als een gezwel. Er was geen tijd meer over voor hunaudiënties, hun onaffe verhalen enellenden. En alsof je nog persoonlijk was, eisten zeeen levenslang wonder en wanneerkwamen de verrijzenissen aan? Ze loerden tussen jouw dijen alsof daarhun onsterfelijkheid zat, veel agressiezonder verstand van het mechaniek zelf. Je beloofde dat je je zoon meenamop de helletochten, een zoon verloochentgeen messias, de pleuris brak uit. tödeldi tudeldi dutt tadelli dodelli dutt Het kon je zoon niks schelen wie of wathij wilde een verloren meisje terug, diemet koperen haar en gouden oorring. Opgeschoten als houthakker kliefde hijde waanzinnigen van je af en droeg hetkalf met bedauwde ogen je trappen op. En dat was de laatste keer dat jij menswas, lippen tong lippen tong, lippentong tong.
Met een jonge god onder ziekwittelakens toen je hoorde dat jij het wasen hij struikelde alle trappen af.
tödö tödö tödö tölö tölö tölö
En je kocht een kalfje om wat levendsin huis te hebben, bij de mensen kun jeniet meer terecht.
Hoe ze voor je vielen, jouw smerigevoeten kusten, je kleine kruin in de fikterwijl ze jou zelf hadden aangewezen.
Hun wil en ziel in bewaring kreeg waarhet kalf ootmoedig aan likte, lippen tonglippen tong.
Overal uitzinnige reacties, de kustde grens, boven onder, het midden hetmidden, de binnenlanden het taaist.
Overal verklaarde je de uitzonderlijke dienst, in kleren van sterke stof zonder omslag, knoop of rits tegen hun wilde hand.
Koeiig gaapte iedereen zijn geloofje zag duizenden klapperende kelen engebitten en dankte je vrije lucht.
tölle dille talla dollo tollo dalla
Eerst naar het holste zwart voor de mensendie de voorganger vergeten had, je reddeze met gemak, geen rust of eten nodig.
Toch kwam er geen eind aan, de helemensheid kroop steeds terug het gat indat zwol als een gezwel.
Er was geen tijd meer over voor hunaudiënties, hun onaffe verhalen enellenden.
En alsof je nog persoonlijk was, eisten zeeen levenslang wonder en wanneerkwamen de verrijzenissen aan?
Ze loerden tussen jouw dijen alsof daarhun onsterfelijkheid zat, veel agressiezonder verstand van het mechaniek zelf.
Je beloofde dat je je zoon meenamop de helletochten, een zoon verloochentgeen messias, de pleuris brak uit.
tödeldi tudeldi dutt tadelli dodelli dutt
Het kon je zoon niks schelen wie of wathij wilde een verloren meisje terug, diemet koperen haar en gouden oorring.
Opgeschoten als houthakker kliefde hijde waanzinnigen van je af en droeg hetkalf met bedauwde ogen je trappen op.
En dat was de laatste keer dat jij menswas, lippen tong lippen tong, lippentong tong.
Uit: Happy (2017)
Woensdagmiddagen in de woonkamer van bruine skaigrootmoeder stookte het huis ondraaglijk warmover haar kleren droeg ze een roze kamerjaswaaronder dochters zich in dochters verdeelden ik zat aan de keukentafel als haar breukgetalwist al vroeg dat wij vrouwen waren die uit niets overblevenen uit niets overblijven is genoeg arme mensen, zei ze dankan je herkennen aan het rauwe gehaktdat ze op hun boterhammen smeren ze liet mij het vlees bakken om beeldvorming tegen te gaanwant de dingen overkomen ons niet alleen maar, zei ze dande mens doet ook zelf wat hem overkomt later leg ik je het verschil uit tussen borsten en brood, zei ze danverder is alles wat je nu moet weten wat te zeggenwanneer je ergens pijn hebt of de hik geef het aan een anderzei ze dan, die het beter kan verdragen dan ik
Woensdagmiddagen in de woonkamer van bruine skaigrootmoeder stookte het huis ondraaglijk warmover haar kleren droeg ze een roze kamerjaswaaronder dochters zich in dochters verdeelden
ik zat aan de keukentafel als haar breukgetalwist al vroeg dat wij vrouwen waren die uit niets overblevenen uit niets overblijven is genoeg
arme mensen, zei ze dankan je herkennen aan het rauwe gehaktdat ze op hun boterhammen smeren
ze liet mij het vlees bakken om beeldvorming tegen te gaanwant de dingen overkomen ons niet alleen maar, zei ze dande mens doet ook zelf wat hem overkomt
later leg ik je het verschil uit tussen borsten en brood, zei ze danverder is alles wat je nu moet weten wat te zeggenwanneer je ergens pijn hebt of de hik
geef het aan een anderzei ze dan, die het beter kan verdragen dan ik
Uit: Nachtroer (2017)
de ploertdie in de kerksteeg slaaptheeft met zijn reuzenknuistende priester gesmoord hij strijkt Johan door de harendoet zijn broekje goed met de waterspuwervan de hoek van de basiliek gebroken slaat hij het laatste beetje levenuit de dienaar van god door de vuist te ballenkan men bepalenhoe groot het hart is
de ploertdie in de kerksteeg slaaptheeft met zijn reuzenknuistende priester gesmoord
hij strijkt Johan door de harendoet zijn broekje goed
met de waterspuwervan de hoek van de basiliek gebroken
slaat hij het laatste beetje levenuit de dienaar van god
door de vuist te ballenkan men bepalenhoe groot het hart is
Uit: Een kogelvrije zomer (2017)
Kippen Rina weet hoe je kippen moet slachtenmaar ze weet niet hoe ze dat weet. Het hakblok, het bijltje,het kakelen, rondrennen, bloed sproeien, vallen en hoe de andere kippen rustig doorpikken, hun graantjesalles wat ertoe doet. Te druk voor haar hoofd.Liever houdt ze ze tegen haar borst met één arm: kom kipje, stil; dan, of je een handdoek uitwringt,driemaal onderhands, het hoofd zakt, snavel halfopen,ogen halfdicht, zo. Plukken kan ze ook goed.
Rina weet hoe je kippen moet slachtenmaar ze weet niet hoe ze dat weet. Het hakblok, het bijltje,het kakelen, rondrennen, bloed sproeien, vallen en hoe
de andere kippen rustig doorpikken, hun graantjesalles wat ertoe doet. Te druk voor haar hoofd.Liever houdt ze ze tegen haar borst met één arm:
kom kipje, stil; dan, of je een handdoek uitwringt,driemaal onderhands, het hoofd zakt, snavel halfopen,ogen halfdicht, zo. Plukken kan ze ook goed.
Uit: Ontsnappingen (Arbeiderspers 2016)