Leesfragment: Het pad van de gele slippers

17 oktober 2018 , door Kader Abdolah
|

Het pad van de gele slippers, de nieuwe roman van Kader Abdolah, verschijnt 19 oktober. Wij publiceren voor!

Een jongen uit een traditionele Perzische familie van saffraanhandelaren brengt zijn dagen door op de toren van hun familiekasteel. De vondst van een verrekijker verandert zijn leven. Nu bekijkt hij de wereld door geslepen glas. 
Als de kijker plaatsmaakt voor een fototoestel en, nog later, voor een filmcamera, is een filmmaker geboren. Zijn camera brengt hem naar de wereld van vrouwen, guerrilla’s en een keizerin. Later ook naar een mysterieuze vrouw in een Hollandse boerderij. Een vrouw die in een onverstaanbare taal spreekt. Wie is Hoeshang de eenarmige, die steeds weer in zijn leven verschijnt? En voor wie maakt de verteller de gele slippers
In Het pad van de gele slippers, de schitterende nieuwe roman van Kader Abdolah, volgen we het leven van deze filmmaker in een tijdperk van revolutie en verraad. Het is de roman die in het oeuvre van Abdolah ontbrak. 

Kader Abdolah (Iran, 1954) is een van de succesvolste en meest geliefde schrijvers uit ons taalgebied. Met romans als SpijkerschriftHet huis van de moskee en Papegaai vloog over de IJssel veroverde hij honderdduizenden lezers. Zijn laatste roman Salam Europa! stond op de longlist van de ECI Literatuurprijs 2017. In datzelfde jaar publiceerde hij ook het ontroerende boek over zijn moeder, het Gordijn

N.B. Eerder publiceerden wij voor uit Salam Europa! en Papegaai vloog over de IJssel, en lichtte Nancy Forest-Flyer haar vertaling van The King toe.

 

Voorbericht

Zo ging het en op een dag kwam een oude kameraad bij mij langs. Hij heet Sultan Gholestan Farahandji en ik zal hem in dit verhaal Sultan noemen.
Ik ken hem lang, eigenlijk heel lang. Toen ik in het vaderland een jonge schrijver was, was Sultan een nationaal bekende revolutionaire filmregisseur.
Ik volgde zijn leven en had zijn eerste films en recente documentaires allemaal gezien. Maar in het vaderland had ik hem slechts één keer in levenden lijve ontmoet. Het was in een bioscoop in Teheran tijdens de première van een van zijn films, en daar hebben we elkaar een hand gegeven.
Dat was dus lang, lang geleden. Nu zijn we oude vrienden en wonen we allebei in Nederland. Hij woont ergens op een boerderij in de omgeving van de oude stad Delft en ik woon in de havenstad Rotterdam. Niet zo ver van elkaar dus.
Sinds hij in Nederland woont maakt hij voornamelijk documentaires, want met lege handen en ook nog in ballingschap kun je geen lange, dure bioscoopfilms maken. Zijn documentaires zijn bedoeld voor het vaderland en ze worden daar door BBC-Persian of de Amerikaanse televisiezenders via satellieten uitgezonden. Tot ergernis van de machthebbers van het land zenden die vierentwintig uur per dag Amerikaanse en Britse programma’s uit, die door miljoenen mensen worden bekeken. Dat geldt ook voor de documentaires die Sultan maakt. Al zijn zijn films verboden en is hij verbannen, hij is een geliefde persoonlijkheid in het vaderland.
Ook voor Nederlandse filmmakers is hij een bekende. Een paar van zijn speelfilms zijn ooit in Nederland uitgezonden. En de filmfestivals in Amsterdam en Rotterdam nemen altijd zijn recente documentaires op in hun programma’s.

Om zijn carrière in het verleden samen te vatten: mijn oude vriend was een regisseur met een pistool onder zijn riem.

Lange tijd heeft Sultan geen moeite gedaan om de Nederlandse taal te leren. Dat komt misschien door de aard van zijn werk: hij kon overal met Engels terecht en zijn films zijn in het Perzisch. In principe heeft hij de Nederlandse taal niet nodig. Hij spreekt wel een beetje gebroken Nederlands, maar ik heb vaak gezien dat hij een Nederlands gedicht met een woordenboek probeerde te lezen. Vorige week verraste Sultan mij.
We hadden een afspraak bij mij thuis. Toen de deurbel ging liep ik naar de trap om hem te ontvangen. Hij had een pakketje bij zich dat hij tegen zijn borst hield.
‘Welkom, wat heb je meegenomen?’ riep ik.
‘Ik zal het je straks vertellen,’ zei Sultan. Boven legde hij het pakket op mijn schrijftafel en wees naar het koffieapparaat.
Ik zette koffie en schonk die in een mooi kopje, want hij was niet zomaar een vriend, maar een icoon van zijn eigen tijd in de vaderlandse cinema.
Hij nam een slok van zijn koffie en zei: ‘Maak maar open.’
Nieuwsgierig maakte ik het pakket open. Het waren schriften, zo’n duizend pagina’s handgeschreven tekst. ‘Wat is dit?’
‘Een boek,’ zei Sultan.
‘Wat voor boek?’
‘Het is mijn boek,’ zei hij.
Ik moest lachen maar hield me in, want hij zei het met een ernstig gezicht. Ik pakte een paar pagina’s om te kijken waar het over ging. Het was een tekst met honderden onleesbare correcties. Op het eerste gezicht dacht ik dat het in het Engels was geschreven, maar het bleek toch Nederlands.
Ik las de proloog, het was een fragment uit ‘Het beraad van de vogels’ van de Perzische meester Farid eddin Attar.
‘Heb je misschien een oud manuscript van onze Perzische meester op de zolder van je oude Hollandse boerderij gevonden?’ zei ik bij wijze van grap.
‘Als ik nog een kopje koffie van je krijg, zal ik het je vertellen.’
Ik schonk hem weer in.

Mijn dierbare kameraad, de man die ik zowel om zijn leven als om zijn werk bewonder, had een boek van zo’n vijfhonderd pagina’s in zijn eigen Nederlands geschreven.
‘Waarom heb je het niet in het Engels geschreven, of in het Perzisch?’ vroeg ik.
‘Ik heb het eigenlijk voor mezelf geschreven. En ik heb het in zogenaamd Nederlands geschreven om zelfcensuur te vermijden, een plek waar niemand me kon vinden. In je eigen taal kun je niet over alles schrijven. Daarom heb ik mijn toevlucht tot mijn gebrekkige Nederlands genomen.’
Even wist ik niet wat ik moest zeggen. Ik schonk een kopje koffie voor mezelf in om na te denken.
‘Maar wat nu, wat wil je ermee doen?’ vroeg ik.
‘Toen ik met mijn verhaal klaar was, liep ik een tijdje met de gedachte rond om er een leesbaar boek van te maken, maar het is mijn werk niet. Ik kan alleen met een camera kunst creëren. Maar opeens wist ik wat ik ermee moest doen. Hier, het is allemaal voor jou, lees het en maak er iets moois van.’
Sprakeloos keek ik hem aan.
‘Je hoeft me niet zo aan te kijken. Ik geef je een stapel onleesbare verhalen. Maak er een eigen verhaal van, want volgens mij kan alleen jij weten waar ik het over heb. Ik laat dit hier achter en ik zal me verder nergens mee bemoeien. Een boek is altijd slimmer dan de schrijver zelf. Ik ben benieuwd. Ik ga het met een woordenboek lezen als het gepubliceerd is.’
‘Maar waarom heb je dat citaat van de oude meester Farid eddin Attar als proloog opgenomen?’ vroeg ik.
‘Ik weet het niet,’ zei Sultan, ‘het moest daar zijn. Ik heb het als een stuk steen op mijn stapel papieren gelegd zodat de wind ze niet wegblaast.’
Ik was overrompeld door zijn voorstel. Ik kende hem goed, en ik kende zijn levensverhaal. Ik bladerde nog een keer door die stapel papieren. Zijn verhaal was het verhaal van een generatie. Het was een eer dat hij het me toevertrouwde.
‘Ik zal het doen. Ik zie het als mijn plicht,’ zei ik.
Hij stond op en drukte mijn hand alsof ik een last van zijn schouders had weggehaald.
‘Op één voorwaarde,’ zei ik.
‘Vertel!’
‘Zolang ik met je verhaal bezig ben, wil ik jou niet zien.’
‘Akkoord,’ zei hij glimlachend.
Ik liep met hem naar beneden om hem uit te laten. Toen ik de buitendeur voor hem opende, schoot me iets te binnen.
‘Trouwens, ken je het boek Max Havelaar?’ vroeg ik aan hem.
‘Nee, hoezo?’
‘Dat is een van de klassiekers van de Nederlandse literatuur. Het is ook gebaseerd op een pakket met aantekeningen. Wat de koffiehandelaar in dat boek vertelt, doet denken aan jouw verhaal. Ik heb het in mijn boekenkast staan. Ik zal het je geven.’
‘Ik kan het niet lezen,’ zei hij.
‘Neem de tijd, lees het met een woordenboek,’ zei ik.
Ik haalde het boek, overhandigde het hem en hij ging ervandoor.

En het schrijven van dit boek is me dus overkomen, net zoals vele andere mooie dingen in mijn leven.
Ik zie het als een pad, of een nieuw pad waar het leven me naartoe leidt.
Ik ben benieuwd waar ik terechtkom.

 

© 2018 Kader Abdolah

pro-mbooks1 : athenaeum