Leesfragment: Kukolka

10 augustus 2018 , door Lana Lux
|

Geruchtmakend en verontrustend: lees het debuut van de Duits-Oekraïense schrijfster Lana Lux, Kukolka (vertaling Marcel Misset). En begin hier, met de eerste pagina's.

Oekraïne, jaren negentig. Op zevenjarige leeftijd ontsnapt Samira uit een weeshuis, en gaat op zoek naar vrijheid en naar een thuis. Ze komt terecht in een huis met andere kinderen, zonder stroom, warm water of wc. Dat vindt ze niet erg, want ze heeft een eigen bank om op te slapen en een bijna volwassen vriendin, die haar alles leert. Bovendien heeft ze een baantje: bedelen. Ze is er goed in want niemand kan dit mooie kind weerstaan. Ook Rocky niet. Hij is gefascineerd door Samira, zijn nieuwe beschermelinge, en noemt haar ‘Kukolka’, popje. Als Kukolka hem lang genoeg masseert, krijgt ze zelfs chocola. Alles lijkt perfect. Of toch niet?

Kukolkais een genadeloos realistische roman over een leven aan de rand van de maatschappij, met een heldin die ondanks alles niet optimistischer had kunnen zijn.

 

Het begin kan ik me niet herinneren. Mijn herinneringen beginnen pas ongeveer rond mijn vijfde. Dat was in 1993. Ik heb dat later uitgerekend, want in 1995, vlak voordat ik naar school zou gaan, zeiden ze tegen me dat ik zeven was.
Voor mijn gevoel was het mijn hele jeugd winter. Ik herinner me de reusachtige, koude slaapzaal en de metalen bedden. Ze stonden er in eindeloos veel rijen. Daar sliepen we in. ’s Nachts, en ook ’s middags. Alles wat we in het tehuis mochten, was nauwkeurig vastgelegd. Ook het slapen.
Eerst moesten we allemaal naar de wc. Daarna moesten we ons uitkleden en onze kleren opgevouwen inleveren. We mochten niets aanhouden, nog geen onderbroek. Ook niet als de verwarming het weer eens niet deed. Veel kinderen plasten namelijk in bed, en om te voorkomen dat je kleren vies werden, moesten we allemaal in ons blootje slapen. Ik was het er helemaal mee eens dat kinderen die ondanks de straffen steeds in hun bed bleven plassen, in hun blootje moesten slapen. Maar velen van ons plasten helemaal niet in bed, en moesten toch alles uittrekken. Het waren trouwens altijd dezelfden die in bed plasten. Ze werden door iedereen stinkers genoemd, ik weet ook niet waarom ze er niet mee ophielden. Ik zou er meteen mee gestopt zijn als ik daarna telkens zo werd geslagen.
In elk geval moest iedereen in zijn blootje slapen. Ook moest je op je rechterzij in bed liggen, je knieën in een rechte hoek, je handen bij elkaar onder je wang, ogen dicht en slapen. Er liep altijd een leidster langs de rijen, en als iemand fluisterde, anders ging liggen of zijn ogen opendeed, hoorde je de dunne leren riem slaan. De leidsters zeiden dat het belangrijk was dat we exact in die houding sliepen, want je hart zit aan de linkerkant en dat kan geplet worden als je op die kant ligt.
Ik werd bijna nooit geslagen, omdat ik wist hoe ik me moest gedragen. Ik zat ook al mijn hele leven in het tehuis, voor mij was het niet zo moeilijk te weten wat goed was en wat niet. Kinderen die later kwamen, deden altijd alles fout.

*

Marina was een nieuwe. Haar ouders waren gescheiden en omdat haar moeder alcoholiste was, kreeg haar vader de voogdij. Kennelijk werd het hem al snel te veel. Hij bracht Marina naar het tehuis en zei dat het maar voor de zomer was, omdat hij zo veel moest werken. Marina dacht echt dat het alleen voor de zomer was. Ze deed veel fout in het begin. Ze wilde niet dat haar lange haar werd afgeknipt, ze wilde ’s middags niet op haar rechterzij slapen, wilde geen melk en een hoop andere dingen ook niet. De leidsters werden natuurlijk boos en ze werd vaak bestraft. Eerst kreeg ze alleen de lichtere straffen, moest ze bijvoorbeeld de rest van de dag op haar rechterzij in bed liggen om eraan te wennen. Maar naarmate ze vaker weigerde en meer huilde werden de straffen zwaarder.
Een keer weigerde ze de soep op te eten. Elena Vladimirovna gaf haar een tik op haar achterhoofd en zei: ‘Als je dat niet opeet, krijg je morgen helemaal geen eten.’
‘Maar ik kan het niet,’ zei Marina, nog harder huilend.
Dat was natuurlijk brutaal. Je moest eten wat je kreeg. Dat was de regel. Elena Vladimirovna greep Marina bij haar arm en sleurde haar mee naar het washok. Daar moest Marina tot het volgende avondeten in de hoek blijven staan. Heel lang in de hoek staan gebeurde altijd in het washok, omdat daar ook de vloer betegeld was en als de kinderen het in hun broek deden, kon je het met de waterslang makkelijk weer schoonmaken. Marina wilde maar niet stoppen met huilen. Dat maakte de leidster pas echt razend, en daarom propte ze een lap in haar mond.
’s Nachts, toen iedereen sliep, werd ik wakker en hoorde ik zacht gesnik uit het washok. Ik wist dat ze honger moest hebben, omdat ze nog niet gewend was het zonder eten uit te houden. Ik bewaarde voor zulke gevallen altijd een paar broodkorsten onder mijn matras. Ik pakte er twee om ze aan Marina te geven, maar één legde ik weer terug. Ten eerste was het haar eigen schuld, ten tweede was ze geen vriendin van mij. Ik had helemaal geen vrienden.
Ik liep het washok in. Marina zat onderuit in een hoek en kromp ineen toen ze me zag. Ik boog me over haar heen en haalde de lap uit haar mond, maar ze was zo bang dat ze hem meteen weer terug wilde duwen.
Ik grinnikte en zei: ‘Iedereen slaapt. Eet dit, daarna kun je die lap weer terugdoen als je wilt.’
‘Wat is dat?’
‘Brood.’
‘Het lijkt helemaal niet op brood, het lijkt wel…’
‘Hoor es, zo kom je hier niet ver. Als het niet goed genoeg voor je is, blijf dan maar hongerlijden.’
‘Nee, geef.’ Ze graaide naar de droge broodkorst en begon erop te kauwen.
‘Dank je, dat is heel lief,’ zei Marina.
‘Je kunt je hier maar beter aanpassen. Als je je aan alle regels houdt, krijg je minder vaak straf.’
‘Maar ik doe toch niks? Als mijn vader wist hoe ze hier tegen de kinderen doen, kwam hij me meteen halen. Wanneer word jij eigenlijk opgehaald?’
‘Nooit.’
‘Nooit?’
‘Nee, en jij ook niet.’
‘Je bent achterlijk!’ zei Marina. ‘Ik hoef dat stomme brood van je niet. Vuile zigeunerin!’
‘Hou je bek!’
‘De anderen hebben gewoon gelijk. Je bent een vuile zigeunerin!’
‘Stil!’
‘En anders wát? Je bent gewoon jaloers omdat mijn papa me komt ophalen en niemand van jou houdt.’
Plotseling ging het licht aan en stond Elena Vladimirovna, in haar nachthemd, met haar woeste zwarte haardos, in de deuropening. ‘Wat is dat hier voor vergadering?’ siste ze door haar op elkaar geperste lippen. ‘Wat heb jij hier te zoeken, Samira? Wat een onhandelbaar tuig zijn jullie zigeuners toch!’ Ze greep een handdoek en begon ermee op me in te slaan. In een reflex maakte ik me klein en verborg ik mijn hoofd in mijn armen. De handdoek kletste een paar keer op mijn rug, toen stopte ze, trok ze me aan mijn bovenarm overeind en gaf ze me toestemming terug naar bed te gaan.
‘Mag Marina ook terug naar bed? Ze is nog zo nieuw en zo…’ zei ik heel zachtjes, maar op hetzelfde moment had ik er al weer spijt van.
‘Jij bent echt hardleers, hè? Als je zo bezorgd om haar bent, mag je hier bij haar blijven slapen. En wel de komende drie nachten. En ik wil niets meer horen behalve jullie ademhaling! Begrepen?’
Ze deed het licht uit en trok de deur dicht. Ik zat daar maar, met mijn brandende rug tegen de koude tegels geleund. Duisternis voor mijn ogen. Maar naarmate ze aan de duisternis wenden, kon ik alles zien wat er in het washok stond. Sommige voorwerpen leken veranderd in het donker. De handdoek die Elena Vladimirovna vlak daarvoor weer netjes op het haakje had gehangen, leek nu op een oude, gebochelde heks. De slang in de hoek op een cobra.
‘Zie je die heks ook?’ vroeg ik aan Marina.
‘Waar?’
‘Daar.’
‘Ik zie het niet.’
‘Kijk dan, die neus, die bochel…’
‘Ja, wauw.’
‘Vind jij nachtkijken ook leuk?’
‘Wat is dat?’
‘Als je ’s nachts de ware ziel van de voorwerpen kunt zien.’ We begonnen elkaar de veranderde dingen aan te wijzen. Ik had nog nooit zo veel plezier gehad met iemand als die nacht met Marina.

[...]

 

© 2017 Aufbau Verlag GmbH & Co. Berlijn
© 2018 Nederlandse vertaling Marcel Misset / Nieuw Amsterdam

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum