Leesfragment: Mijn begraven boek

02 augustus 2018 , door Mauro Libertella
|

Morgen verschijnt Mijn begraven boek van Mauro Libertella (Mi libro enterrado, vertaald door Merijn Verhulst). Lees bij ons alvast een fragment.

Iedereen krijgt er vroeg of laat mee te maken: het moment dat we beseffen dat onze ouders niet het eeuwige leven hebben. Mijn begraven boek is precies dat verhaal, geschreven in de meest precieze en mooiste van alle talen van de rouw. De geschiedenis van twee schrijvers en een gedeelde passie – de literatuur – die, voorbij de dood, hen in het leven met elkaar verbindt. Het is het ontroerende verhaal over het leven en de dood van Libertella’s vader, Héctor, een van de vroegere cultschrijvers van Argentinië, en over de band die vader en zoon voorbij het sterfbed hebben.

 

De ziekte die met hem afrekende sloeg razendsnel toe. Er zaten slechts anderhalf, twee maanden tussen zijn eerste ziekenhuisopname en die middag in oktober. Ik herinner me nog hoe ik op een winterochtend bij het ziekenhuis aankwam en bijna in de gangen verdwaalde tot ik de wachtkamer uiteindelijk vond. Ze hadden hem het achterste bed gegeven, aan het raam, en zittend, nog geheel gekleed, wachtte hij af, staarde naar de straat, met zijn tas liggend aan het voeteneind. Hij was die ochtend met pijn wakker geworden, had een tas gepakt en de bus naar het ziekenhuis genomen. Hij belde me vanuit een telefooncel nadat ze hem in vage maar nadrukkelijke bewoordingen hadden gesuggereerd dat hij beter een paar dagen kon blijven om te kunnen onderzoeken wat er aan de hand was. Toen ik hem vanuit de verte zag, achter in die grote zaal vol bedden, kwam hij op me over als een immigrant die met één tas aan bagage uit het oude Europa hiernaartoe was geëmigreerd. Er zat iets anachronistisch in zijn kleren en zijn gezicht was opvallend snel oud geworden. Hij was een sterke, zelfvoorzienende man, maar hij was ook een man die in zijn eentje in bed zat en uit het raam staarde.
We omhelsden elkaar, we praatten een tijdje en zoals altijd kregen we al snel zin om te lachen en spitsvondige, retorische spelletjes te doen. Hij wist nog niet wat er met hem aan de hand was, ze hadden hem nog niets gezegd. Met het smoesje dat ik even een telefoontje moest plegen liet ik hem in zijn bed achter en ging op zoek naar een arts. Door de manier waarop een van hen me begroette toen ik zei dat ik de zoon was van de patiënt in het achterste bed, vermoedde ik dat de zaken er slecht voorstonden. Hij was jong en lang en had een enigszins woeste baard en een verweerd gezicht door de in het ziekenhuis doorgebrachte nachtelijke uren; je kon zien dat hij zenuwachtig was. Hij sprak heel rap, één of twee keer raakte hij mijn schouder aan en hij was niet al te subtiel. Hij zei dat ze ‘nog niet honderd procent zeker’ waren over mijn vaders toestand, dat het van zijn kant overhaast zou zijn om een diagnose te stellen zonder rugdekking van garanties of zekerheden, maar dat er water in de longen van mijn vader zat en dat dat bijna altijd op kanker duidt. Een afschuwelijke, zeer dichte stilte viel in en net toen ik op het punt stond in te storten en de jonge dokter me weer vlot had moeten zien te trekken, kwam hij ter zake: ‘We hebben nog geen tests gedaan, maar ik kan je zeggen dat het zich al in een vergevorderd stadium bevindt.’
Hoe moest ik na die opmerking naar het bed van mijn vader terugkeren en me weer onderdompelen in de logica van de gevatte humor? Ik zocht het toilet op, huilde met horten en stoten, waste mijn gezicht en liep de lange gang weer door tot waar hij op me wachtte. Hij vroeg me wat ik gedaan had en ik gaf hem een ontwijkend, waarschijnlijk ongeloofwaardig antwoord. Toen ik merkte dat hij er moe uitzag, zei ik tegen hem dat hij het beste een dutje kon doen, dat ze daar wel voor hem zouden zorgen, en maakte gebruik van de situatie om me uit de voeten te maken. Misschien drong het tot hem door dat ik al wist wat hij had en sprak hij me er uit hoffelijkheid niet op aan. Ik weet het niet. Wat ik wel weet is dat ik afgestompt de straat op strompelde, een bus nam en helemaal achterin ging zitten. Ik stelde me voor hoe hij sliep in een van die verloren ziekenhuisbedden en op dat moment drong het tot me door dat mijn pa zou gaan sterven.

 

Copyright © Mauro Libertella
Copyright Nederlandse vertaling © 2018, Merijn Verhulst en Uitgeverij Karaat

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum