Leesfragment: Onszelf voorbij. Kijken naar wat we liever niet zien

| | |

Op 20 maart verschijnt Onszelf voorbij van Lisa Doeland, Naomi Jacobs en Elize de Mul. Lees bij ons alvast een deel van de inleiding!

Vol overgave storten we ons op self-tracking en mindfulness, zijn we baas in eigen moestuin en gaan we op vakantie het liefst back to basics in een joert. De grimmige buitenwereld archiveren we liever met snapshots en selfies dan dat we de barricaden op gaan.

De onstuitbare focus op onszelf en ons individueel welzijn lijkt een antidepressivum waarmee we ons teveel aan angst in de hand houden en onze onzekerheid bedwingen. Ondertussen duren humanitaire, economische en ecologische crises voort.

Aan de hand van filosofen als Jacques Derrida, Donna Haraway, Don Ihde, Søren Kierkegaard en Socrates biedt Onszelf voorbij een perspectief op de mens in verwarrende tijden.

 

Inleiding

Kijken naar wat we liever niet zien

In ‘Why I Write’ (1946) onderscheidt George Orwell vier redenen om te schrijven die volgens hem in meer of mindere mate voor iedere schrijver gelden. Hij begint met de minst charmante: onversneden egoïsme. Een schrijver, aldus Orwell, komt graag slim over en verlangt ernaar dat er over hem of haar gesproken wordt, als het even kan ook postuum. Een tweede reden is esthetisch enthousiasme, het plezier in het schrijven zelf, het voortbrengen van mooie rake zinnen en bewoordingen. Bij de derde staat het welbevinden van de schrijver minder centraal: de historische impuls. Orwell omschrijft die impuls als het verlangen om de dingen te zien zoals ze zijn en deze vast te leggen voor het nageslacht. ‘I write [..] because there is some lie that I want to expose, some fact to which I want to draw attention, and my initial concern is to get a hearing.’ Tot slot heeft schrijven volgens Orwell een politiek doel. Geen schrijver ontkomt eraan de geschiedenis een bepaalde kant op te willen duwen. Overigens kunnen we volgens Orwell nooit écht de vinger leggen op het ‘waarom’ van onze schrijfzucht. ‘Writing a book is a horrible, exhausting struggle, like a long bout of some painful illness. One would never undertake such a thing if one were not driven on by some demon whom one can neither resist nor understand.’
Wij herkennen ons in deze karakterisering van schrijfzucht. Enige ijdelheid is ons niet vreemd en we herkennen het verlangen iets op papier te zetten waar anderen ons om zullen bewonderen – wat raak, wat waar! Maar wat ons als filosofen met name drijft, is het verlangen om de dingen te zien zoals ze zijn. Niet door, zoals Orwell schrijft, onveranderlijke ‘ware feiten’ boven tafel te krijgen, maar door, Friedrich Nietzsche indachtig, zo dicht mogelijk op de huid van de tijd te kruipen en eigentijdse kwalen te diagnosticeren. Tot slot ontbreekt het ons evenmin aan het verlangen de geschiedenis een klein duwtje te geven. Hoewel inzicht in de kwaal nog geen genezing betekent, helpt het wel deze onder ogen te komen. In dit boek breken we dan ook een lans voor het verruimen van onze blik, voorbij onze eigen navel, richting de ondoorgrondelijke en onvoorspelbare wereld om ons heen. Maar daarover later meer.

Wij zijn groot geworden in de jaren tachtig en negentig, een tijd waarin toenemende welvaart gepaard ging met een toenemend gevoel van onbehagen over diezelfde welvaart. Het besef dat er grenzen zijn aan vooruitgang en groei, dat er maar één aarde is en dat we daar zuinig op moeten zijn, en dat onze luxe leefstijl en ons consumptiegedrag alleen door uitbuiting en ongelijkheid gefaciliteerd kunnen worden, drong zich steeds dwingender aan ons op, terwijl we tegelijkertijd leerden dat we vooral allerhande spullen aan moeten schaffen ‘omdat we het waard zijn’.
Wij zijn opgegroeid in een tijd waarin het marktdenken erin slaagde door te dringen tot zo’n beetje alle facetten van het leven, van het onderwijs, waarin we leerden hoe we ons ‘potentieel’ ten volle konden ontwikkelen, tot onze zorgsystemen, waarin we niet meer dan nummers zijn. We kopen ons dagelijks brood in immer uitdijende voedselkathedralen, en onze politieke elite is een dienaar van het bedrijfsleven geworden die slaafs het adagium van de economische groei navolgt. De aarde en alles wat daarop leeft is een resource geworden, zo ook de mens zelf.
Waar in termen van hulpbronnen gedacht wordt, ligt de uitputting ervan op de loer: de mijnen raken leeg, de bodem verschraalt, de dieren sterven uit, de mensen raken burnt-out. En ondertussen is de geopolitieke spanning om te snijden, duren humanitaire en economische crises voort en nemen de gevolgen van klimaatverandering steeds apocalyptischere vormen aan.
Alarmerende berichten over nog altijd stijgende co2-uitstoot worden koortsig door multinationals en overheden met beloftes van verduurzaming bezworen. De alsmaar groeiende luchtvaartindustrie maakt een tour rondom onze stervende planeet spotgoedkoop, en met elke trip naar de supermarkt spoelt er een nieuwe golf aan plastic en karton onze huishoudens binnen. Tegelijkertijd drijven we via social media mee op een gestage stroom van fake news, grappige kattenfilmpjes en zorgwekkende nieuwskoppen.

In een poging om de ongrijpbaarheid, grilligheid en onzekerheid van ons bestaan te lijf te gaan, proberen we nieuwe grenzen te trekken, verklaren we ambivalentie tot onkruid dat zo snel mogelijk moet worden uitgeroeid, en bouwen we binnenwerelden waarin we ons veilig kunnen terugtrekken. Omdat het ons aan grip op en controle over de buitenwereld lijkt te ontbreken, richten we de blik steeds vaker naar binnen, op onszelf. Vol overgave storten we ons op self-tracking en mindfulness, zijn we baas in eigen moestuin en gaan we op vakantie het liefst back to basics in een joert. Om de grimmige buitenwereld te weren, archiveren we die liever met talloze snapshots en selfies, dan dat we de barricaden op gaan om verandering te bewerkstelligen. Die onstuitbare focus op onszelf en ons individueel welzijn lijkt een antidepressivum waarmee we ons teveel aan angst managen en onze onzekerheid over de complexe en ongrijpbare buitenwereld bedwingen.

[...]

 

Copyright © 2018 Lisa Doeland, Naomi Jacobs en Elize de Mul

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum