Leesfragment: Van wie is de stad

18 maart 2018 , door Floor Milikowski
| | |

Op 20 maart gaat Floor Milikowski in gesprek over haar nieuwe boek Van wie is de stad bij Athenaeum Roeterseiland, u bent van harte welkom! Lees hier alvast een fragment.

In Van wie is de stad schetst Floor Milikowski een meeslepend portret van Amsterdam aan het begin van de 21ste eeuw. De bevolking groeit snel, het aantal toeristen neemt toe en de stad raakt in de greep van vastgoedhandelaren en beleggers uit binnen- en buitenland. In de binnenstad worden bakkers en boekhandels vervangen door ijswinkels en grote internationale ketens. Tegelijkertijd maken de hoge woningprijzen Amsterdam onbetaalbaar voor middeninkomens. Het zijn ontwikkelingen die ook spelen in steden als Venetië, Londen en Parijs en die van grote invloed zijn op de identiteit van de stad. Milikowski doet al jaren onderzoek naar de veranderingen en de machtsverhoudingen in Amsterdam. Ze neemt de lezer mee op haar zoektocht naar de winnaars en verliezers en stelt de vraag: van wie is de stad?

 

8. In de greep van het snelle geld

Nederland werd hard getroffen door de kredietcrisis die in 2007 uitbrak in de Verenigde Staten en zich daarna razendsnel verspreidde. Doordat de woningmarkt en de beurzen wereldwijd instortten en spaartegoeden verdwenen, raakte de nationale economie in een lange recessie. Overal vielen ontslagen. In de bouw en de industrie, bij de overheid, bij adviesbureaus en nu ook bij de grote financiële dienstverleners en andere Nederlandse grootverdieners. ABN Amro, ING, Aegon, Akzo Nobel, TomTom, Philips – allemaal moesten ze bezuinigen, en dat kostte duizenden banen. Een deel van de ontslagen viel in Amsterdam, de stad van de hoofdkantoren. Op het hoogtepunt van de crisis zat 9 procent van de Amsterdamse bevolking werkloos thuis. Bovendien moest de gemeente voor honderden miljoenen euro’s bezuinigen om de begroting sluitend te krijgen. ‘We moeten nu ingrijpen. Het kan, maar je wordt er niet vrolijk van,’ zei wethouder Lodewijk Asscher van Financiën in het voorjaar van 2012.
Een van de weinige lichtpuntjes was de grote massa toeristen uit binnen- en buitenland die de stad bleef bezoeken. Hoewel de groei van het toerisme tijdens de jaren van economische crisis weliswaar stagneerde, was het een redelijk stabiele bron van werkgelegenheid en inkomsten. Het was dan ook een bewuste keuze van de gemeenteraad om de groei van het toerisme te stimuleren en te faciliteren. Namens het college van B en W reisden PvdA-wethouder Carolien Gehrels en burgemeester Eberhard van der Laan de wereld over om Amsterdam in het buitenland onder de aandacht te brengen als reisbestemming. De ambitieuze onderneming Tours & Tickets kreeg volop ruimte om uit te breiden en er werd een ‘hotelloods’ aangesteld die interessante hotelconcepten de weg moest wijzen in de stad.

Een van de concepten die zich aandienden was SWEETS, van de exploitanten van het Lloyd Hotel in het Oostelijk Havengebied en Hotel The Exchange aan het Damrak. Zij meldden zich met een idee voor 28 brugwachtershuisjes in de stad die op korte termijn leeg zouden komen te staan. Beheerder Waternet had besloten over te stappen op een centraal bedieningssysteem, waardoor de iconische huisjes hun functie zouden verliezen. In 2009 had de gemeenteraad opdracht gegeven om een prijsvraag uit te schrijven om de mogelijkheden te inventariseren. Het waren immers bijzondere locaties: tegenover Carré, op het Kadijksplein, naast de Hortus Botanicus, bij de Walter Süskindbrug naast de Hermitage en op andere plekken in het hart van de stad.
Dankzij hun unieke ligging in combinatie met de bijzondere architectuur prikkelden de huisjes ieders fantasie. Het zouden ateliers kunnen worden, boetiekwinkeltjes, koffiehuisjes, studentenkamers. Het was aan de gemeente zelf, als eigenaar van de huisjes, om een keuze te maken. Maar dat was minder makkelijk dan het leek. Want de gemeente gaat ook over de exploitatie, en wilde zeker gezien de broze staat van de economie geen risico’s nemen. Exploitatie als atelierruimtes is leuk, maar het levert geen geld op. Kleine winkeltjes of koffiehuisjes zijn charmant, maar wie zou de verhuur praktisch regelen? De gemeente had juist de opdracht om te bezuinigen op personeel.
Het idee van hotelexploitanten Suzanne Oxenaar en Otto Nan kwam als een geschenk uit de hemel. Zij stelden aan hotelloods Rene van Schie voor om de huisjes onder bijzondere architectuur om te bouwen tot vrijstaande hotelkamers. Een uniek concept, dat het voor bezoekers mogelijk zou maken om Amsterdam op een geheel andere manier te beleven. ‘Je hebt geen lobby nodig, de stad wordt zelf het hotel,’ zou architect en geestelijk vader Marthijn Pool later zeggen tegen The New York Times.
De verantwoordelijke ambtenaren en het college beschouwden de herbestemming van de huisjes als hotel direct als een bijzonder kansrijke invulling. Gezien de sterke ontwikkeling van het toerisme zou de financiële exploitatie geen probleem zijn, en bovendien was het prettig dat alle huisjes onder beheer van één partij zouden vallen. Daarom besloot het college van B en W af te zien van een prijsvraag en alle 28 brugwachtershuisjes te verhuren aan het nieuwe SWEETS.
De verbouwing zou pas beginnen op het moment dat alle huisjes leeg waren. In maart 2016 maakte Space & Matter een definitieve tekening voor het eerste huisje dat onder handen kon worden genomen, aan de Oosterdokskade. Een toplocatie, met een nieuw gebouw in goede staat, ruim genoeg voor vijf hotelkamers plus een gezamenlijke entree.
Maar dan ontstaat er onrust. Kunstenaar en activist Henk van Dijk krijgt lucht van de plannen; de gunning van de huisjes is volgens hem niet juist verlopen omdat de prijsvraag er nooit is gekomen. Bovendien zijn de tijden veranderd. In 2012 gold nog geen hotelstop. De stad telde toen drieduizend hotelkamers minder en nog niet de ruim elfduizend Airbnb-accommodaties die in 2016 worden aangeboden. Het aantal bezoekers in de stad naderde toen de tien miljoen, in 2015 waren dat er zeventien miljoen.
In april 2016 zoekt Van Dijk, samen met SP-raadslid Tiers Bakker, de media en starten zij een petitie. De SP is een van de drie partijen in het zittende college, dat verder bestaat uit D66 en de VVD. De SP heeft dus nadrukkelijk invloed op de besluitvorming in de gemeenteraad, maar niet in de bestuurscommissie van stadsdeel Centrum, waar D66 en VVD een meerderheid hebben.
De petitie van Bakker en Van Dijk wordt duizenden keren ondertekend en levert veel media-aandacht op. Nu de kritiek van de bevolking op overlast en drukte in de stad met de maand heviger wordt en zelfs het college heeft aangegeven dat nog meer hotels in het centrum onwenselijk zijn, lijkt het ongepast om de brugwachtershuisjes te gunnen aan een hotelexploitant.

Van publiek bezit met een grote culturele en symbolische waarde is in de afgelopen jaren al flink wat in handen gekomen van de toeristenindustrie. De openbare bibliotheek op de Prinsengracht werd het Hyatt Andaz Hotel, het Paleis van Justitie aan dezelfde gracht wordt verbouwd tot Rosewood Hotel, het conservatorium bij het Museumplein veranderde in het Conservatorium Hotel, het voormalige PTT-kantoor aan de Spuistraat opende in 2015 zijn deuren als W Hotel, en het naastgelegen Bungehuis wordt als het aan de gemeente ligt een vestiging van het exclusieve Soho House. Allemaal hotels in het topsegment, met vijf sterren of meer.
Dat is geen toeval. De onderhouds- en renovatiekosten van grote monumentale panden in Amsterdam zijn dusdanig hoog en de praktische beperkingen zo groot dat er weinig partijen zijn die er brood in zien. Hotels zijn een uitzondering. Er valt nu eenmaal grof geld te verdienen met de exploitatie van een chic hotel in de Amsterdamse binnenstad, en daarom zijn vooral de grote internationale hotelketens in staat om de hoofdprijs op tafel te leggen – soms als koper, soms als huurder. Investeerder Aedes Real Estate betaalde 18,5 miljoen euro voor de bibliotheek aan de Prinsengracht, de Chinese familie Cheng 61,3 miljoen euro voor het Paleis van Justitie, het conservatorium kwam voor circa 100 miljoen euro in handen van de Israëlische hotelexploitant Alrov, het voormalige PTT-kantoor ging voor 80 miljoen euro naar Stag Europe en het Bungehuis werd door de Universiteit van Amsterdam voor circa 30 miljoen euro verkocht aan – wederom – Aedes Real Estate.
Binnen de hotelindustrie gelden de vestigingen in de monumentale panden niet alleen als verdienmodel, maar ook als prestigeobject. Met de panden wordt volop gespeculeerd. Zo werd het conservatorium eind jaren negentig voor 80 miljoen gulden (36 miljoen euro) gekocht door Imca Vastgoed van Erik de Vlieger. Als Stradivarius Monumenten BV verkocht Imca het pand een paar jaar later voor 100 miljoen euro aan Alrov. Gehandeld werd er ook met andere hotelpanden, zoals Hotel Krasnapolsky, dat in 2013 door de NH Hotel Groep voor 157 miljoen euro werd verkocht aan een consortium van internationale investeerders uit Europa en Azië. Het Double Tree by Hilton op het Oosterdokseiland werd voor 356 miljoen euro overgenomen door het Chinese Anbang, en het W Hotel kwam voor 260 miljoen euro in handen van de Duitse vastgoedinvesteerder Deka.

[...]

 © 2018 Floor Milikowski

pro-mbooks1 : athenaeum