Leesfragment: Al mijn vaders

07 februari 2019 , door Mira Feticu
|

8 februari verschijnt Al mijn vaders van Mira Feticu, lees bij ons een fragment!

Onlangs was Mira Feticu wereldnieuws: ze dacht een verdwenen Picasso te hebben gevonden. Er was toen geen Picasso, er is nu wél een nieuwe roman: Al mijn vaders, waarin ze onverbloemd haar passie toont voor Dante en de Goddelijke Komedie.

De Roemeense Myra schrijft en doceert 'Lectura Dantis' aan de Universiteit van Amsterdam. Haar geboortedorp heeft ze allang achtergelaten, maar de demonen uit haar jeugd blijven Myra achtervolgen. Alleen in de literatuur vindt ze troost. Vooral bij Dante, die alle klootzakken genadeloos naar de hel stuurt en niets en niemand vergeeft. Maar ook Dante dreigen ze van haar af te nemen. En dan slaat het verleden, dat voortdurend onbehaaglijk op de loer ligt, genadeloos toe.

N.B. Lees ook onze bespreking van Feticu's Ziekte van Kortjakje.

 

6

De agente stond op. ‘Ik wil even overleggen met mijn collega,’ zei ze en ze liep de kamer uit.
Zij wilde alleen het onmogelijke, dacht Jan Wassink. Een beetje zoals mijn klanten. Wat mogelijk was, interesseerde haar niet. Boeken schrijven in een taal die niet van haar was. Boeken, dikke romans, geen poëzie. Dikke boeken zoals bekende auteurs schrijven. Er kwam nu geen naam bij hem op van iemand wie dat is gelukt, behalve Dante, pleitte hij zichzelf vrij. O ja, en die ene die jurist was voordat hij schrijver werd, daarom kende hij hem, uit het vak, die Turk, Murat Isik, hij schrijft dikke boeken, zag hij bij de ako.
'Niemand zal je ooit lezen,’ had hij tegen haar gezegd. Hij had het anders moeten zeggen: wie gaat je lezen? Dat was beter geweest, maar ze waren niet in de rechtbank. Waarom maak je het jezelf zo moeilijk? Kun je niet zonder boeken, lees dan wat! Blijf bij die verdomde Dante! Is dat niet genoeg? Wil de wereld geen Dante meer? Zoek dan een nieuwe Dante! Maar als hij iets zei, was het vreselijk, hoe durfde hij! Kon de wereld niet zonder Dante? Elke dag hetzelfde drama met die Mohammed in de hel. En om die reden willen ze haar Dante uit het onderwijsprogramma schrappen! Wie? Hij haalde zijn schouders op. ‘En?’ vroeg hij haar. Ze had een week lang niet geslapen en spookte door het huis. Hij nam aan dat er meer Dantes waren; kies een andere Dante! De woonkamer stort bijna in van de boeken! Dantes zat! O, dat had hij weer niet moeten zeggen. Ze was eerst tegenstander van… een arabist, iemand uit Spanje die beweert dat Dante niet, hoe zeg je dat, origineel zou zijn. Ze stuurde een artikel waarin ze gehakt van hem maakte naar een tijdschrift, dat besloot om het niet te publiceren. Dat was het moment dat ze aan zichzelf begon te twijfelen. Wat als de arabist wel gelijk had? Wekenlang sliep ze niet en ze ging Arabisch leren. Op een avond belde ze hem. Ze was bij een lezing van Herman Pleij. Misschien wilde ze zijn mening over de arabist horen. Ze fluisterde, hij verstond haar niet goed en hing op, waarna ze sms’te: ‘Ik ben gelukkig. Ik kom niet meer naar huis.’ In de pauze belde ze hem weer, ze vertelde extatisch dat ze iets uit haar studententijd, iets uit Roemenië had teruggevonden. Het enthousiasme, de passie, haar ware liefde. Eerst dacht hij aan die oude Pleij, dat ze iets met hem wilde, maar ze had het over wat hij zei. Dat ze niet voor het leven als stel gemaakt was, dat ze verder tussen boeken wilde leven, en met mensen die om boeken geven. Dat haar eerste taal eigenlijk literatuur was. Dat de boeken haar helpen haar ellende ongedaan te maken. Dat ze dat met hem niet kan delen, dat ‘ik, ik, ik, ik’. Opgewekt, heftig. Zielig, alleen maar ‘ik, ik, ik’. Hij kon niets terugzeggen op dat moment. Na een kwartier belde hij haar terug, maar ze nam niet op. Een uur later, hij had net de hond uitgelaten en maakte aanstalten om naar bed te gaan, stond ze in de hal. Met haar beide handen hield ze haar buik vast. ‘De duivel die duchtig met z’n achterste trompette,’ zei ze elke keer als ze scheten liet. Ze had heftige diarree, het was meteen na de lezing begonnen; de kfc was dicht, net als de Mc-Donald’s, waar je makkelijk naar de wc kan. Er was niets open en dus kwam ze naar huis. Hij had muntthee voor haar gezet en was gaan slapen.
Hij leest geen boeken en kent niemand die boeken schrijft. Hij haat praten, lezen en schrijven. Hij zei tegen haar: ‘Je bent een van de elf spelers op het veld. Iedereen heeft zijn rol, maar niemand is bijzonder. Niemand.’ Waarom zou iemand die op zijn dertigste naar Nederland is gekomen, boeken willen schrijven in het Nederlands? Mensen die hier geboren zijn en wier ouders ook boeken geschreven hebben, díé schrijven boeken. Hij wist dat haar vader haar gekwetst heeft, dat er in haar kindertijd iets met haar is gebeurd, dus hij probeerde haar niet te kwetsen. Maar ze wil altijd meer en meer en meer en ze heeft nooit rust. Er zijn zoveel mensen die tevreden zijn met wat ze hebben. Ook met boeken lezen, bijvoorbeeld. Lees een boek alsof het een groot stuk kaas is, op is op. Je stelt geen vragen aan het stuk kaas. Hij wist dat het niet goed zou aflopen vanaf de eerste keer dat hij zag hoe ze las, jaren geleden: met een potlood.
Hij begreep niet voor wie ze al die dingen tussen de gedrukte regels schreef. Het is al een hele prestatie als je na tien jaar in Nederland boeken in het Nederlands leest en Dante doceert aan de universiteit.
Hij heeft haar aangeraden om tegen niemand te vertellen dat ze boeken wilde schrijven. Drie maanden lang, bijna elke dag, en dan twee weken pauze en dan weer drie weken lang opgesloten in je kamer over jezelf schrijven, over dingen die een normaal mens geheim wil houden. Uit sadisme. Exhibitionisme. Boeken schrijven is geen leven, maandenlang opgesloten zoals in een gevangenis. En dan ’s nachts niet kunnen slapen. Dat heeft hij ook gehad, trouwens.
Wassink verschoof zijn kont over de stoel en ademde langzaam in en uit.
Niet kunnen slapen, daar had hij ook last van. Tot hij haar leerde kennen. Vanaf die tijd sliep hij als een roos, dat wil zeggen: als zij hem niet wakker maakte. Ja, hij heeft veel dingen voor haar gedaan. Hij weet hoe Dante begint. Want ze wilde niet voor de tweede keer trouwen als hij de eerste zin van Dante niet uit zijn hoofd kende, alsof dat een verschil zou maken! Ze waren in Florence (hij dacht dat een bezoek aan de geboortestad van haar geliefde Dante haar goed zou doen en terug naar Dante zou leiden, terug naar de universiteit) en omdat hun hotel aan de Via Guelfa was gelegen, vertelde ze hem het verhaal van de witte Welfen, van wie Dante de meest bekende was, en de zwarte Welfen. En hij zei, om met haar te communicéren verdomme, want dat wilde zij – knikken was nooit goed genoeg – dat dat als The Hobbit klonk. Dat het net The Hobbit was. Ze keek hem dertig seconden aan en de daaropvolgende twee uur zei ze niets. Of die keer dat hij zei dat de spaghetti die hij voor haar had gekookt ‘al dante’ waren. Hij dacht dat ze de humor er wel van zou kunnen inzien.
Wie koopt er nu een auto, alleen omdat het merk van de dakkoffer Thule is? ‘There was a king in Thule / Was faithful till the grave / To whom his mistress, dying / A golden goblet gave’, zingt ze elke keer als ze in de auto stapt. Hij kent het uit zijn hoofd.
Andere dingen vond hij leuker. In een van de eerste nachten vond hij het grappig dat ze zei: ‘Mag ik je nachtegaal aanraken?’ Hij verstond de woorden niet helemaal, maar begreep de betekenis wel. Dat had een andere Italiaan gezegd, zei ze, niet zij. ‘Homo?’ had hij gevraagd. Hij wilde haar laten zien hoe open hij voor alles stond. Het voelde raar, het was alsof hij voor het eerst over de wereld om zich heen praatte, alsof hij ontwaakte uit een diepe slaap. Ze lachte: ‘Nee, de vrouw hield in haar linkerhand de nachtegaal van de man vast en ze werd er in het boek mee betrapt.’ O, in een boek, had hij teleurgesteld gedacht.

 

Copyright © 2019 Mira Feticu

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum