Leesfragment: Blue Aloha

21 januari 2019 , door Patrick Modiano
| |

Nu in de winkel: Patrick Modiano's korte verhalen in Blue Aloha (vertaling Maarten Elzinga, nawoord Dirk Leyman). Wij mogen de biografische schets van Modiano's echtgenote Dominique Zehrfuss brengen.

Dirk Leyman in het uitgebreide nawoord: ‘Deze Vleugels-editie moet de eerste zijn die – zeker in het Nederlands – een gevarieerd beeld geeft van het kortere Modiano-proza en hij biedt ook een regelrechte primeur: de eerste publicatie van Modiano uit 1966. De vijf hier gebundelde teksten demonstreren scherp de evolutie van zijn stijl, van harder en satirischer naar subtiel weemoedig en atmosferisch dromerig.’

N.B. Lees op onze site besprekingen van Slapende herinneringen, De horizon, Het gras van de nachtOm niet te verdwalenen Maarten Elzinga over zijn vertaling van De horizon.

 

P.M.

Ik ken PM al veertig jaar. Ik was achttien toen ik hem ontmoette, en het leek me meteen geweldig om de assistente te worden van die metafysische detective.
Van het begin af heb ik gezien hoe hij zich overgaf aan een eindeloze speurtocht. Zodra de ene route was gevolgd, stuitte hij op een ander spoor.
Voor hem zijn plaatsen, mensen en namen een oneindige reeks mysteries die onverwijld dienen te worden opgehelderd.
Eerst moet alle informatie worden verzameld die er over iemand te vinden is, en daar haalt hij dan één (biografisch of fysiek) detail uit dat hij oneindig vergroot, als onder een microscoop, en dat het embleem wordt van die persoon.
Dat levert misschien een romanpersonage op, of misschien ook niet. Dezelfde persoon kan in verschillende gedaanten opduiken, maar blijft herkenbaar.
Een naam is een mysterie op zich, dat PM zou willen doorgronden. Hoe opvallender de klank ervan, hoe vaker hij hem herhaalt, als een melodisch motief, of een bezwering, en ook die naam wordt dan een embleem:
'Mérovée, Mérovée, Mérovée...
Annie Mouraille, Annie Mouraille, Annie Mouraille...
Koporindé, Koporindé, Koporindé...'
En algauw hoeft hij zo'n naam alleen maar uit te spreken om hem een plaats te geven op zijn innerlijke landkaart.
Van een adres probeert hij alle topografische details te achterhalen, en van een huis de namen van alle bewoners, hun beroep, hun levensverhaal.
De arbeid van een termiet, uitgevoerd met behulp van stapels telefoonboeken en gidsen - commerciële en andere.
Hij maakt wandelingen door een wijk in Parijs - of in Rome, Londen, Berlijn of Stockholm - met een heel precies doel voor ogen, en doet zo locatie-onderzoek, als voor een film...
Hij kan eindeloos blijven staan kijken naar een bepaald gebouw en ervan dromen om alle mensen die er achtereenvolgens hebben gewoond te laten verschijnen, als geesten.
Ik heb vaak gedacht dat PM een medium was, en ik heb hem vaak gekscherend 'de Pythia van Delphi' genoemd, omdat het zo fascinerend is te zien hoe hij zich soms urenlang niet verroert en als een radar de stralingen van de tijd registreert, die als ontelbare atomaire deeltjes naar hem opstijgen.
Met veel geduld en een pijnlijke nauwgezetheid, eigenschappen die hij vast heeft geërfd van zijn Vlaamse grootvader, die landmeter was, neemt hij de mensen, hun namen en de tijd waarin ze hebben geleefd in zijn register op, hij speldt ze vast, als een entomoloog, op een reusachtig spinnenweb waar die accumulatie van namen en plaatsen iets duizelingwekkends heeft, doordat ze de onvervulbaarheid benadrukt van de metafysische leegte.
Het verbaast me dat het oeuvre van PM vaak wordt gereduceerd tot het verhaal van een bepaald tijdperk: de bezetting, de jaren zestig, de Algerijnse oorlog, Swinging London, waarin zijn romans en zijn biografie met elkaar zouden samenvallen.
Dat zijn jeugdwerk het stempel van zijn 'stamboek' draagt, is zeker waar, maar hoe meer zijn oeuvre gestalte kreeg en de stafkaart zich uitbreidde van roman tot roman, hoe meer ook de leegte zich onherroepelijk installeert en de stoffelijke aankleding plaatsmaakt voor een haast geluidloos gedicht, waarin van de woelingen van het verleden niet meer dan een handvol as resteert, waar alleen de emotie telt en wijzelf slechts armzalige sterren zijn, verloren in de oneindigheid.

Dominique Zehrfuss

pro-mbooks1 : athenaeum