Leesfragment: De grens

07 september 2019 , door Erika Fatland
| | |

17 september verschijnt het nieuwe boek van de Letterenfonds-writer-in-residence (en onze bovenbuurvrouw dus) Erika Fatland: De grens. Een reis door alle buurlanden van Rusland door Noord-Korea, China, Mongolië, Kazachstan, Azerbeidzjan, Georgië, Oekraïne, Wit-Rusland, Litouwen, Polen, Letland, Estland, Finland en Noorwegen, inclusief de Noordoostelijke Doorvaart, uit het Noors vertaald door Maud Jenje. Lees bij ons vast een fragment.

Wat betekent het om Rusland als buurland te hebben? Erika Fatland reisde door de veertien landen aan de andere kant van de langste grens ter wereld, op zoek naar het antwoord op die vraag. Onderweg ontmoet ze eenzame meteorologen op de Nieuw-Siberische Eilanden, sjamanen op de Mongoolse taiga en suïcidale taxichauffeurs op de Kaukasus, en verdiept ze zich in het leven, de geschiedenis en de cultuur van de Finnen, de Noord-Koreanen, de Georgiërs, en al die andere volkeren die zo van elkaar verschillen, maar de onontkoombare invloed van die ene, machtige buur gemeen hebben.

N.B. Eerder publiceerden we voor uit Sovjetistan. En 26 september treedt Fatland op bij SPUI25.

 

De zee

Uit: Erika Fatland, De grens

Arctische zomer

Kaap Dezjnjov is het oostelijkste puntje van het Euraziatische continent. Hiervandaan is het meer dan 8.500 kilometer naar Moskou, meer dan 6.500 kilometer naar New York en krap 90 kilometer naar Kaap Prince of Wales in Alaska, aan de overkant van de Beringstraat.
Ik klom omhoog naar de kleine vuurtoren op de rotsen. Hij stond daar wonderlijk verlaten, tussen groene hellingen en steile klippen. Ik tuurde over de grijze zee. Precies hier, op deze plek, houdt Azië op, hier eindigt het enorme Rusland. Aan de voorzijde van de vuurtoren, gericht naar de zeestraat, is de bronzen plaquette ter herinnering aan Semjon Dezjnjov bevestigd. De kozak Dezjnjov zeilde in 1648 door de Beringstraat, tachtig jaar voor de Deense marineofficier Vitus Bering in 1728 dat huzarenstuk herhaalde. Maar toen was iedereen de belastinginner Dezjnjov allang vergeten, en lag het verslag van zijn reis te verstoffen in een archief in Jakoetsk, ruim 5.000 kilometer van Moskou. Het imperium was zo groot geworden dat het de tsaar niet meer duidelijk was waar de buitengrenzen liepen; niemand had nog het overzicht over de ontdekkingen van vroegere ontdekkingsreizigers.
Aan de voet van de vuurtoren zag ik enkele verweerde door de wind scheefgetrokken houten huisjes: het oude Sovjetgrensstation. Aan de overkant van de zeestraat stonden de installaties van de Amerikanen, en zo, jaar in jaar uit, hadden ze ieder aan een kant van het onzichtbare IJzeren Gordijn elkaar in de gaten gehouden met reusachtige verrekijkers en radars.
Op een steenworp afstand van de vuurtoren lagen de ruïnes van een Joepikendorp. De Joepiken vormen een oervolk dat nauw verwant is met de Inuits in Alaska en Groenland, een kleine zeventienhonderd wonen er nog in Rusland. Enkele tientallen ronde, deels ineengestorte muren lagen verspreid over de heuvels. Rondom de huizen waren lange, spitse walvisbotten in de grond gestoken waar de traditionele boten van walrushuid aan hadden gehangen. Als er niet hier en daar een koekenpan of een enkele plastic watercontainer had rondgeslingerd, zou je zo geloven dat de ruïnes eeuwenoud waren, maar de inwoners van het dorpje, dat Naukan heet, waren pas in 1958 door de Sovjetoverheid gedwongen te verhuizen. De officiële verklaring voor de evacuatie luidde dat het te ingewikkeld was om de voorzieningen in het geïsoleerde, door stormen geteisterde dorp op peil te houden, maar waarschijnlijk speelde ook de ligging op het uiterste puntje van de Beringstraat, minder dan 90 kilometer van de westkust van Alaska, een belangrijke rol in het besluit.
De inwoners van het eiland Ratmanov, dat midden in de Beringstraat ligt en Ruslands alleroostelijkste punt is, werden al tijdens de Tweede Wereldoorlog geëvacueerd, vlak voor het IJzeren Gordijn tussen de twee buurlanden werd neergelaten. De Inuits die op dit grootste eiland van de Diomedeseilanden hadden gewoond, hebben sindsdien geen toestemming meer gekregen om terug te keren. Tussen het Russische Ratmanov en Klein Diomedes, dat bij de vs hoort, ligt een sond van amper 5 kilometer breed, en midden in de sond loopt de datumgrens. In de winter, als de sond bedekt is met ijs, is het in theorie mogelijk, maar uiteraard streng verboden, om van de vs naar Rusland te lopen: van gisteren naar morgen. Een onzichtbare, maar zeer reële grens midden in de waterspiegel scheidt de tweelingeilanden die vanuit het perspectief van de natuur zeer nauw met elkaar zijn verbonden en heel dicht bij elkaar liggen, maar die in het universum van de mens tot twee totaal verschillende werelden behoren, gescheiden door dezelfde dunne kaartlijnen die Oost van West, systeem van systeem en datum van datum scheiden.
Rusland heeft niet zomaar een lange grens, het is de langste ter wereld: in totaal 60.932 kilometer. Ter vergelijking: de omtrek van de aarde bedraagt 40.075 kilometer. Ongeveer twee derde van de Russische grens loopt langs de kust, van Vladivostok in het oosten tot Moermansk in het westen, een kolossaal gebied waar nauwelijks mensen wonen en dat het grootste deel van het jaar bedekt is door ijs en sneeuw. Die kustformatie behoorde tot de laatste gebieden op aarde die ontdekt en in kaart gebracht werden. Noordland werd pas in 1913 ontdekt, als de laatste eilandengroep op aarde, en nog eens twintig jaar later voor het eerst in kaart gebracht.
Meer dan driekwart van Ruslands enorme landmassa ligt in het oosten, in Azië. Het grootste deel van dat enorme oppervlak werd in het midden van de zestiende eeuw niet door het leger van de tsaar veroverd, maar door op winst beluste pelsjagers. Een rijk en machtig koopman met de naam Stroganov kreeg toestemming van de tsaar om de gebieden ten oosten van het Oeralgebergte te koloniseren voor de pelshandel. Stroganov mocht een eigen privéleger organiseren ten behoeve van zijn veroveringstocht en kreeg bovendien belastingvrijstelling. Zowel in Europa als in Azië was de vraag naar pelswerk groot, en dankzij de kolonisering van Siberië door de familie Stroganov was Rusland lange tijd de grootste pelsexporteur ter wereld. De jacht op pels dreef de Stroganovs steeds verder oostwaarts; Rusland groeide letterlijk elke dag. In de loop van de tijd kregen de veroveringen van de pelsjagers van overheidswege een officieel karakter, en er werden forten en vestingen gebouwd. Kozakken, in feite vrije jagers, krijgers en avonturiers, kregen van de tsaar de taak om jasak, schatting, op te leggen aan de nieuwbakken onderdanen, die vaak nomaden waren. De afgedwongen belastingheffing bestond voor het grootste deel uit pelzen, de stuwende kracht achter de expansie.
Semjon Dezjnjov was een van de kozakken die belasting inde van de nomadische volkeren in Siberië. Hij werd in 1605 in een dorpje aan de Witte Zee geboren, niet ver van het latere Archangel, en was al op jonge leeftijd werkzaam als belastinginner voor de tsaar in Siberië. Die taak was veeleisend én gevaarlijk. Veel nomaden wisten niet dat ze zichzelf moesten beschouwen als onderdaan van de tsaar, en waren het er dan ook niet mee eens dat ze hem schatting verschuldigd waren. Het was lang niet eenvoudig om hen te laten begrijpen dat ze verplicht waren een vreemde heer die heel ver weg woonde, van pelzen te voorzien.
De weinige bronnen die er over het leven van Dezjnjov zijn, spreken elkaar vaak tegen, maar waarschijnlijk is hij een getalenteerde diplomaat geweest die er meerdere malen in slaagde vrede te bewerkstelligen tussen rivaliserende stammen. Dankzij deze eigenschappen werd Dezjnjov steeds verder oostwaarts gestuurd om nieuwe belastingbetalers op te sporen. Samen met een klein gevolg van handelaars, pelsjagers en kozakken reisde hij in noordoostelijke richting. Toen ze de rivier de Kolyma bereikten, in het noordoosten van Siberië, en van de plaatselijke bevolking hoorden dat er nog een rivier was, de Anadyr, waar een overvloed aan walrussen en pelsdieren zou zijn, besloten ze op jacht te gaan. De eerste poging om verder oostwaarts te trekken mislukte vanwege al het ijs, en het jaar daarop, in de zomer van 1648, deden ze een nieuwe poging. Een gevolg van ongeveer negentig personen, verdeeld over zeven kotsjen, Russische zeilschepen die geschikt zijn om de ijzige zeeën te bevaren, was op weg naar het onbekende. Twee van de schepen vergingen vrijwel onmiddellijk in een zware storm en onderweg verdwenen door onbekende oorzaak nog eens twee schepen. Op 20 september ontwaarden de bemanningsleden van het achterste schip een steenformatie die ze later beschreven als een ‘grote, zwarte steenneus’ – de kaap die tegenwoordig de naam van Dezjnjov draagt. Hier legden ze aan en ze bezochten de Inuits die er woonden. Mogelijk gingen ze ook aan land op Ratmanov. Waarschijnlijk zonder daar een idee van te hebben, had Dezjnjov bewezen dat Amerika en Azië twee gescheiden continenten zijn.

[...]

 

Oorspronkelijke tekst © Kagge Forlag as, 2017 Nederlandse vertaling © Maud Jenje en De Geus bv, Amsterdam 2019

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum