Leesfragment: De grenzen van mijn taal

24 december 2018 , door Eva Meijer
| |

24 januari wordt bij Athenaeum Boekhandel & Nieuwscentrum het nieuwe boek van Eva Meijer gepresenteerd: De grenzen van mijn taal. Essay. Lees bij ons een fragment.

In 2016 slikten meer dan een miljoen Nederlanders een antidepressivum. Over de behandeling van depressie is al veel geschreven, over de betekenis ervan veel minder. In De grenzen van mijn taal. Een klein filosofisch onderzoek naar depressie gebruikt Eva Meijer haar eigen ervaringen met depressie als vertrekpunt om het fenomeen in kaart te brengen. Ze beschrijft hoe je waarneming en gevoel kunnen veranderen als je depressief bent, en ze onderzoekt hoe mensen met terugkerende depressies als scheve bomen doorgroeien: hoe niet hun hersenen maar hun ziel verandert. Ze schrijft over de rol van therapie en taal, en ons vermogen om ons in gesprekken met anderen opnieuw vorm te geven. Ook de sociale en culturele dimensies van depressie komen aan bod. Het lijkt alsof we leven in een maatschappij waarin geluk te koop is en waarin mensen vooral als consumenten worden gezien, wat bijdraagt aan de depressie-epidemie.

De grenzen van mijn taal is een pleidooi voor letterlijk in beweging blijven, goed blijven kijken en standvastig zijn. Uiteindelijk is het een zoektocht – die voert langs inzichten van filosofen en kunstenaars, wandelingen met honden en de troost van stilte, poezen, hardlopen en winterbomen – naar wat ons leven betekenis geeft.

Eva Meijer is beeldend kunstenaar, filosoof, schrijver en singer-songwriter. Haar roman Het vogelhuis (2016) werd alom geprezen en getipt in DWDD. Het grensverleggende essay De soldaat was een dolfijn (2017) is gebaseerd op haar proefschrift dat bekroond werd met de Erasmus Dissertatieprijs. Voorwaarts heet haar nieuwe, in het voorjaar te verschijnen roman.

N.B. Op Athenaeum.nl bespraken we De soldaat is een dolfijn, maar ook haar vorige non-fictieboek Dierentalen, publiceerden voor uit Het vogelhuis en interviewden we haar: 'Zelf denken is altijd belangrijk - niet alleen politiek maar ook existentieel.' Later sprak zij de laudatio voor Ali Smith uit tijdens haar bezoek aan Amsterdam, en richtte ze de Boekenweeketalage in. Meijers boeken werden eerder voor grote literaire prijzen genomineerd en de Socratesbeker; ze won de Halewijnprijs voor haar oeuvre en de Hypatiaprijs.

 

Inleiding

Een einde. Een koker, een wereld in een wereld (een zelf in een zelf), gedachten die zich als koekoeksjongen in een nest van andere gedachten dringen en hun gezonde aangenomen broeders en zusters zonder pardon naar beneden kieperen, een schaduw die er altijd is, ook in het licht, een bevestiging, een waarheid, een illusie, zwaar zand op de overgang van strand naar zee, een schimmel die zijn sporen overal in weet te wringen, ruis, verdwijnen, grijs dat alle kleur opzuigt tot er alleen nog een herinnering aan kleur is.

Depressie lijkt op rouw, en kan erdoor veroorzaakt worden. Het lijkt ook op angst en verdriet, verzamelnamen voor wat er gebeurt als je iets verliest, bang bent te verliezen, als je valt, gevallen bent. Maar het is iets anders, het gaat gepaard met een ander soort verlies – van realiteit. Ingrijpende gebeurtenissen zorgen dat je de wereld anders ziet – als je verliefd wordt, krijg je er een wereld bij, als je iemand verliest, raak je een wereld kwijt – en kunnen je het gevoel geven dat je een ander mens bent dan ervoor. Toch blijf je betrokken bij de wereld, erin geworteld, zelfs als je haar tijdelijk niet meer herkent. Je blijft jezelf. Een depressie trekt juist die verbinding tussen jezelf en de wereld in twijfel: je voelt je er niet alleen niet meer thuis, maar je begrijpt ook dat er niet zoiets is als een thuis, een veilige plek. Een depressie kan je hersenen aantasten en de betekenis van je leven, als rot in je dagen. Na een eerste depressie heb je meer kans dan gemiddeld op een tweede, na twee depressies heb je meer kans om wel dan om niet nog eens depressief te raken, en zo kan het deel van je leven worden.

Eind 2017 verweet mijn geliefde me tijdens een ruzie dat ik zo vaak somber ben. Ik keek daarvan op, want ik voelde me op dat moment niet speciaal somber: de melancholie die mijn leven begeleidt was aanwezig, doch niet meer dan anders. En ik was zeker niet depressief. Dat weet ik zo zeker omdat ik een deel van mijn leven wel depressief geweest ben. Niet lang na die ruzie las ik een boek waarin de schrijver, zelf lichamelijk gehandicapt, heel duidelijk schreef dat ze niet zonder handicap zou willen leven, en vroeg ik me af hoe ik dat eigenlijk zag. Ik heb lang gedacht dat mijn leven het niet waard was om geleefd te worden, omdat het ongeluk zo vaak veel zwaarder woog dan het geluk. Ik bedoel daarmee niet dat ik nooit iets moois meegemaakt heb, integendeel, maar mijn stemming is grote delen van mijn leven beneden een ondergrens geweest. Dat zou ik niemand gunnen. Tegelijkertijd is mijn perspectief op de wereld daardoor echter rijker en heb ik een goed arbeidsethos ontwikkeld. Ik woon in mijn werk. Of ik er meer empathie en fantasie door heb gekregen en gevoeliger door ben geworden weet ik niet; het zou ook kunnen dat die kwaliteiten voorafgaan aan de depressies, er deels oorzaak van zijn. In elk geval zetten deze gebeurtenissen me aan het denken.

Dit essay is daar een weerslag van, een klein filosofisch onderzoek naar depressie waarin ik mijn eigen ervaringen als materiaal gebruik. Niet om mezelf, zoals Rousseau in het begin van zijn Bekentenissen schrijft, helemaal bloot te geven zonder een detail achter te houden. Ik wil geen waarheidsgetrouw beeld van mijn eigen leven tot dusver schetsen of een zelfportret opstellen; ik gebruik mijn eigen leven als lens om de structuur en betekenis van depressie te onderzoeken. Dat is een klein deel van alles wat ik over mezelf zou kunnen vertellen (en tot woord gemaakte daden wijken altijd af van de gebeurtenissen die eraan ten grondslag liggen). Maar het is evengoed een belangrijk deel van mijn leven, en iets wat me sterk gevormd heeft.

Ik denk niet dat beter begrijpen wat een depressie is mensen kan genezen. Toch heeft het waarde. Depressie is meer dan een chemisch probleem – de vragen die de depressieve mens bezighouden zijn fundamenteel menselijke. Ze raken bovendien aan allerlei andere filosofische vragen, over de verhouding tussen lichaam en geest, taal, autonomie, machtsverhoudingen, en eenzaamheid. Dit essay gaat daarnaast ook over de andere kant, zoals de dieren, de bomen, de anderen, de kunst: over troost en hoop en wat het leven betekenis kan geven.

 

© 2019 Eva Meijer

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum