Leesfragment: De kunst van het ongelukkig zijn

21 december 2019 , door Dirk De Wachter
|

Het einde van het jaar nadert. Tijd om terug te kijken naar de beste boeken van dit jaar, en om vooruit te kijken. Dirk De Wachters De kunst van het ongelukkig zijn leent zich daar uitstekend voor. Tijd voor een fragment.

Streven naar het geluk als levensdoel is een vergissing.
Streven naar zin en betekenis, daarentegen, is waar het leven om draait.

In zijn nieuwste boek gaat Dirk De Wachter in op grote vraagstukken in onze maatschappij die ons leven bepalen, sturen of veranderen, maar die ons vooral in contact brengen met de ander of met onszelf.

Onze samenleving is er een geworden van de hoogste pieken, van het steeds beter, verder en hoger. Wat erger is: we staan er bijna niet meer bij stil dat die pieken de laagtes niet opvullen. We zien geen onderscheid tussen wat ons heel even gelukkig maakt en wat het leven echt zin geeft. Maar hoe kunnen we dat onderscheid weer leren maken?

Vanuit een constante verwondering leert De kunst van het ongelukkig zijn ons om na te denken over wat gelukkig zijn echt kan betekenen.

 

Geluk?

Voor we het over ongelukkig zijn kunnen hebben, lijkt het me een goed idee om eerst te onderzoeken wat dat geluk eigenlijk is, waar we allemaal naar streven.

Toen ik doctoreerde, ergens in de jaren 1980, en aan de legendarische Vlaamse filosoof Leo Apostel een vraag stelde, vroeg hij steeds heel vriendelijk maar overtuigend naar heldere definities, vooraleer verder te gaan. Hij was een van de meest wijze mensen die ik heb mogen ontmoeten in dit leven.
In plaats van op mijn vraag te antwoorden vroeg hij: ‘Wat bedoel je precies?’ Daaraan terugdenkend sloeg ik bij de start van dit boek eerst het woordenboek erop na, om het begrip ‘geluk’ op te zoeken. Ik citeer uit de gratis digitale versie van Van Dale, die wat minder uitgebreid is dan de dikke van papier.

Geluk:

  1. gunstige loop van omstandigheden
  2. aangenaam gevoel van iem. die zich verheugt.

Dat lijken twee verschillende dingen. Het eerste omschrijft geluk als iets wat met externe factoren heeft te maken. Het tweede heeft het over een persoonlijk en tijdelijk gevoel. Het is geen toeval dat het hieronder over die dubbelheid zal gaan. Is geluk een hoogst individueel vluchtig iets, of heeft onze omgeving er op langere termijn invloed op?
De biologische oorzaak van een geluksmoment zijn gekend: endorfines (een hormoon of neurotransmitter) worden bij genot afgescheiden door de hypofyse, een kleine klier in onze schedel. Het effect is van korte duur. Zelfs als je heel erg goed nieuws krijgt, of heel erg geniet, zijn de aangename sensaties, die voortkomen uit ingewikkelde signalen in je hersenen, snel weer over. We zijn niet behept met een geluksgen dat ons continu in een roes doet leven. Wel zijn sommige mensen meer dan anderen in staat om geluk te voelen. Christine Van Broeckhoven, de grande dame van de Belgische genetica, stelt in Dat heet dan gelukkig zijn dat er sprake is van een ‘genetisch potentieel’ of een ‘aangeboren gedragspersoonlijkheid’. Naar het geluksgen en het zingevingsgen wordt veel onderzoek gedaan. Meike Bartels (hoogleraar genetica en welzijn) zegt in Trouw (10 oktober 2018): ‘Voor geluk kun je genetische aanleg hebben. De een ervaart van nature makkelijker geluk dan de ander. Wat niet betekent dat een zeker niveau van geluksbeleving onbereikbaar is voor iemand die minder aanleg heeft. Hij moet er alleen harder voor werken.’
Dat laatste klinkt hard voor wie net wat kwetsbaarder is dan vele anderen. En het zijn die kwetsbare en gekwetste medemensen die ik vaak in mijn praktijk ontmoet. Ik zie hen doorgaans niet in gelukkige tijden. Ik zeg soms dat ze niet altijd moeten vechten tegen dat sombere gevoel. Dat ‘harde werken’ om zich beter te voelen hoeft niet continu te gebeuren. Als het nog niet lukt om weer naar het werk te gaan, dan mag dat. Het is goed om het streven naar weer beter worden eens los te laten. Je mag wel eens gewoon met de stroom meedrijven. Als ik dat besluit, is zo’n patiënt zichtbaar opgelucht. Niet alleen omdat hij toelating krijgt om nog wat langer thuis te blijven en nog niet moet gaan werken. Maar vooral omdat hij ziet dat ik hem geloof. Als gevoeligheid je parten speelt, zou niet moeten gevraagd worden om harder te werken voor je geluk.

Dat geluksgen waarover de mens beschikt, werkt niet alleen. De omgeving waarin we leven is even belangrijk. Ons lijf en genetica zijn in de wereld en kun je niet loskoppelen van elkaar. Of zoals Heidegger het zegt: Dasein is in der Welt sein. We bestaan door onze aanwezigheid in de wereld. Als we chance hebben en als onze omstandigheden goed zijn én we de capaciteit hebben geërfd om gelukkig te zijn, dan zal dat ons zeker helpen om goed te leven. Er zijn helaas ook mensen die ondanks hechting en voorspoed niet in staat zijn gelukkig te leven en van jongs af aan depressies doormaken. Er zijn kinderen die suïcide plegen omdat ze het leven niet aankunnen, zelfs zonder traumatische omstandigheden. Soms kan zelfs de beste psychiatrische begeleiding niet helpen. Gelukkig zijn het grote uitzonderingen.

De geluksmaatschappij

Een derde van de Belgen is perfect gelukkig (zij hebben een geluksscore van 8 of meer op 10) volgens een nieuw onderzoek naar het geluk van de Belgen, geleid door professor Lieven Annemans (UGent) en betaald door verzekeraar NN. Er werden bijna 4000 mensen ondervraagd in 2018 en 2019. Dat mooie aantal heel gelukkige mensen wordt tegengesproken door een ontstellend hoog aantal ongelukkige Belgen: een vierde van de Belgen voelt zich volgens dat onderzoek niet gelukkig. Belangrijkste aanleidingen voor geluk of ongeluk zijn volgens Annemans de volgende: opgelegde verplichtingen, zelfvertrouwen, gezondheid, geld en relaties met anderen. Een dergelijk diepgaand onderzoek naar geluk vond in Nederland, dat in de top vijf van de gelukkigste landen van de wereld staat, nog niet plaats. De gemiddelde Nederlander geeft zichzelf een geluksscore van meer dan 7,4/10, volgens jaarlijks onderzoek van de Verenigde Naties (World Happiness Index). In België is dat iets minder: 6,9/10. Volgens het Nederlandse CBS is 22 procent van de Nederlanders perfect gelukkig (9 of 10/10) en slechts 3 procent ongelukkig. Toch wijst ook Nederlands onderzoek uit dat 43 procent van de ondervraagden (vanaf 19 jaar) zich eenzaam voelt, en 10 procent ernstig of zeer eenzaam is.
Mijn ervaringen als psychiater bevestigen dat veel mensen ongelukkig zijn. Ik heb te veel werk, en de wachtlijsten voor psychische hulp worden steeds langer. Hoe is dat te verklaren? We leven toch in een maatschappij die het heel goed heeft? Er is geen oorlog in de buurt, er is geen nijpende armoede voor de meeste mensen. We leven in welvaart, maar velen voelen weinig welzijn. Toch staat geluk bovenaan onze wenslijst, in onze wereld die zonder overdrijven een geluksmaatschappij mag genoemd worden. Alles draait om het obsessief streven naar geluk.

‘Gelukkig nieuwjaar!’ ‘Gelukkige verjaardag!’ ‘Veel geluk!’ Altijd weer wensen we de ander geluk. Want gelukkig zijn is sinds mensenheugenis het hoogste goed. We streven er allemaal naar, voor onszelf en voor onze kinderen, soms obsessioneel. Als je maar gelukkig bent! Het gelukkig zijn en blijven wordt het ultieme doel van ons bestaan.
In onze westerse maatschappij lijkt het bovendien alsof iedereen dat doel op eigen houtje kan verwezenlijken, want we geloven dat je je eigen geluk helemaal zelf maakt. Deze wereld is doordrongen van de idee dat we ons leven en het daarbij horende geluk zelf kunnen vormgeven. Ieder is beheerder van zijn eigen nv IK, een autonoom en wilskrachtig ego. Het lijkt wel alsof we het paradijs hier en nu willen maken. Dat moet wel, want de meesten zijn ervan overtuigd dat er na dit aardse leven geen paradijs meer wacht. It’s over now, the water and the wine. We were broken then, but now we’re borderline: zo juist zingt Leonard Cohen het in de allerlaatste regels van zijn allerlaatste plaat.

Geluk hangt in hoge mate af van de verwachtingen die je hebt. De wereldbekende Israëlische historicus Yuval Noah Harari zegt het zo in Sapiens, een kleine geschiedenis van de mensheid (p. 410): ‘Als je een ossenwagen wilt en je krijgt een ossenwagen, dan ben je tevreden. Als je een gloednieuwe Ferrari wilt en je krijgt een tweedehands Fiat, dan voel je je tekortgedaan.’ Als we niet krijgen wat we verwachten zijn we teleurgesteld. Met tegenslag kunnen we moeilijk omgaan, we worden er ongelukkig van. Gelukkig willen we zijn. En een beetje gelukkig is niet genoeg.

[...]

 

© Dirk De Wachter

pro-mbooks1 : athenaeum