15 oktober verschijnt de nieuwe Revisor, #23, met het poëzietijdschrift Binnenin. Vandaag publiceren we voor: Dominique De Groens gedicht '8ste droom van het offerlam'.
‘Ik zat in de speeltuin en las fantasy,’ schrijft Daan Stoffelsen in zijn inleiding, en daar heeft hij meteen een metafoor te pakken. Een literair tijdschrift is een veilige plek om je grenzen te verleggen, je denken te verdiepen, in rust je vaardigheden aan te scherpen. Een plek voor experiment, groei, competitie, bewondering, inbeelding. Een plek voor nieuwsgierigheid dus. Een plek waar je vrij bent, mag vallen, vies mag worden.
Het nazomernummer van De Revisor is vrij. We spelen en zijn onderweg, met stukken als ‘De bal, een odyssee’ van Erik Bindervoet. Het oerreisverhaal! De Odyssee, een van de beginpunten van de westerse literatuur, het oerverhaal waarin iets niet klopt: magie, allerlei dubbelzinnigheden, zijpaden, dwaalwegen, misverstanden. We kennen het eindpunt: thuis, vaak in de vorm van een teruggevonden jeugd, vlak voor het sterven. Maar tót dat onvermijdelijke slot hebben we homerisch lang een genoeglijke vertraging. Dat is literatuur.
Van de zestien schrijvers schreven er zeven themaloos nieuw werk: één debuut, drie verhalen, acht gedichten in Binnenin. Vier auteurs traden op tijdens ons podiumprogramma Het Personage. Je had erbij moeten zijn, het was geweldig, maar dit is de herkansing: hun teksten, rond markante figuren op bijzondere locaties, zijn ook op papier gedenkwaardig. En vijf schrijvers geven gehoor aan onze nieuwsgierigheid naar het fantasygenre. Tienmaal noemen ze Tolkien, driemaal verdiepen ze de discussie over literatuur, fantasie en werkelijkheid in een essay, tweemaal schrijven ze nieuwe, literaire fantasy. Allemaal zijn ze op reis.
In het nazomernummer van De Revisor staan vrije bijdragen, essays over Fantasy (en nieuw proza), en het beste van Het Personage. Lees Thomas Verbogt, Helena van Lare, Hagar Peeters, Natalie Koch, A.N. Ryst, Martijn Lindeboom, Robin Kramer, Natasja van Loon, Maartje Wortel, Simone Atangana Bekono, Erik Bindervoet en Jan van Aken.
N.B. We publiceren heel regelmatig voor uit Revisor op Athenaeum.nl. Bekijk het overzicht en lees bijdragen van Mirjam van Hengel, Sanneke van Hassel, Marja Pruis, Bert Natter, Lisa Weeda, Marente de Moor, Leen de Graeve, Maartje Wortel, Cat Calcoen, Jan van Mersbergen, Thomas Möhlmann en Bart Koubaa.
8ste droom van het offerlam Offerlam slikt een eindeloze stroom heldinnen van het scherm in. In haar zachte magen dansen ze extatisch. Met zwiepende haren bekrassen ze de wanden tot het littekenweefsel een medusa in reliëf vormt. Blauw licht likt haar ruwe vacht wordt gereflecteerd door smerig stro. Wanneer het licht de duisternis van het universum van het offerlam raakt klonteren de verhaallijnen de beelden samen tot stenen schitterend en hard. Offerlam kookt de stenen in echte tranen schrijft met gele ogen iets onleesbaars op een spiegel op een smooth lichaam met curves. Het offerlam kent haar heiligen speurt de horizon af naar tekenen van nakende opstand. ‘Slut witch’ in rode lipstick op de armen gestift. Contextloze stockfoto’s van grote katachtigen. In rebellion there’s a glimmer of light. Het offerlam kent de geschiedenis symboliek en patronen droomt de geheime connecties leest de vage spookachtige figuren die zich nu aftekenen. Ze hangt suspended tussen media. Haar organen flikkeren, worden tekens, doven uit. De bodem van haar brein is geplaveid met lagen asfalt en beton die nu wegen vormen, kruispunten waar we kunnen oversteken naar domeinen buiten het zichtbare de crypte onder haar brein waar de gesmolten karkassen van beelden fonkelen en waartoe ze geen toegang krijgt zelfs niet in de duisterste nachtmerries, de diepste geheime tunnels van imaginaire nachtelijke zones. Offerlam voelt dat al haar dromen met elkaar in verband staan een netwerk van instabiele gangen onder de dagen die met elkaar communiceren op sombere en geheimzinnige manieren. Weef uit klittige vacht van offerlam de draad die je uit het labyrint leidt van onaanraakbare beelden, altijd net niet binnen handbereik, net niet tastbaar, efemeer celebrity pink, kleur van organen zonder bloed. Offerlam droomde ooit dat haar lichaam stok in de wielen, zout in de wonden van het systeem zou zijn. More like glijmiddel, weet ze nu uitgesmeerd over een ruw en donker pad door steeds grilliger wordend terrein. Solidair met de lichamen staken de tampons. Bloed overspoelt de wegen geplaveid met liquid crystals. Het scherm wordt supernova in het stro kraakt witte vlam en buiten gloeit de hemel bloedrood, Hollywood orange het melodramatische paars van verboden liefdes in de suburbs. De planeten van de heiligen planeten van whore witches, gebroken engelen kaal of bloedend voor onze zonden zwellen op in een explosie van licht eten het narratieve universum op en verteren het in versteende magen van het offerlam.
Offerlam slikt een eindeloze stroom heldinnen van het scherm in. In haar zachte magen dansen ze extatisch. Met zwiepende haren bekrassen ze de wanden tot het littekenweefsel een medusa in reliëf vormt.
Blauw licht likt haar ruwe vacht wordt gereflecteerd door smerig stro.
Wanneer het licht de duisternis van het universum van het offerlam raakt klonteren de verhaallijnen de beelden samen tot stenen schitterend en hard.
Offerlam kookt de stenen in echte tranen schrijft met gele ogen iets onleesbaars op een spiegel op een smooth lichaam met curves.
Het offerlam kent haar heiligen speurt de horizon af naar tekenen van nakende opstand.
‘Slut witch’ in rode lipstick op de armen gestift. Contextloze stockfoto’s van grote katachtigen. In rebellion there’s a glimmer of light.
Het offerlam kent de geschiedenis symboliek en patronen droomt de geheime connecties leest de vage spookachtige figuren die zich nu aftekenen.
Ze hangt suspended tussen media. Haar organen flikkeren, worden tekens, doven uit.
De bodem van haar brein is geplaveid met lagen asfalt en beton die nu wegen vormen, kruispunten
waar we kunnen oversteken naar domeinen buiten het zichtbare
de crypte onder haar brein waar de gesmolten karkassen van beelden fonkelen
en waartoe ze geen toegang krijgt zelfs niet in de duisterste nachtmerries, de diepste geheime tunnels van imaginaire nachtelijke zones.
Offerlam voelt dat al haar dromen met elkaar in verband staan een netwerk van instabiele gangen onder de dagen die met elkaar communiceren op sombere en geheimzinnige manieren.
Weef uit klittige vacht van offerlam de draad die je uit het labyrint leidt van onaanraakbare beelden, altijd net niet binnen handbereik, net niet tastbaar, efemeer celebrity pink, kleur van organen zonder bloed.
Offerlam droomde ooit dat haar lichaam stok in de wielen, zout in de wonden van het systeem zou zijn.
More like glijmiddel, weet ze nu uitgesmeerd over een ruw en donker pad door steeds grilliger wordend terrein.
Solidair met de lichamen staken de tampons. Bloed overspoelt de wegen geplaveid met liquid crystals.
Het scherm wordt supernova in het stro kraakt witte vlam en buiten gloeit de hemel bloedrood, Hollywood orange het melodramatische paars van verboden liefdes in de suburbs.
De planeten van de heiligen planeten van whore witches, gebroken engelen kaal of bloedend voor onze zonden zwellen op in een explosie van licht
eten het narratieve universum op
en verteren het in versteende magen van het offerlam.