Leesfragment: De tuinjungle. Tuinieren om de wereld te redden

15 augustus 2019 , door Dave Goulson
|

20 augustus verschijnt De tuinjungle. Tuinieren om de wereld te redden van Dave Goulson, in het Nederlands vertaald door Nico Groen. Lees bij ons alvast een fragment!

In De tuinjungle maken we kennis met al het kleine geteisem dat in onze composthopen, achter boomschors en onder onze gazons leeft. Goulson leert ons eerst van al die kleine krioelende diertjes te houden, waarna hij ons uitlegt wat we in onze tuin kunnen doen om de biodiversiteit op onze planeet te verbeteren. Goulson schrijft lichtvoetig en grappig en is genereus met zijn kennis en enthousiasme. Toch is hij in De tuinjungle ook bloedserieus. Want hoe bij-vriendelijk zijn die zogenaamd bij-vriendelijke planten uit het tuincentrum eigenlijk? Wat is het effect van mest op de organismen in je tuin? En wat zijn de gevolgen van al die middelen waarmee je je gazon denkt te verwennen? Een lading beestjes en een gewone tuin: dat is alles wat Dave Goulson nodig heeft om inzichtelijk te maken hoe complexe ecosystemen werken.

N.B. Eigenlijk op zoek naar Bianca Stigters Atlas van een bezette stad? Dat fragment staat hier.

 

2

Het gazon

Recept voor kweeperencrumble

Ingrediënten: 400 gram geschilde en grofgehakte kweeperen, 400 gram geschilde en grofgehakte appels, 2 theelepels honing, 100 gram boter, 100 gram havermout, 100 gram volkorenbloem, 100 gram bruine suiker, kaneel

  1. Kook de kweeperen 5 minuten in een beetje water en giet ze af.
  2. Leg het fruit met de honing erop in een brede, platte schaal en strooi er naar smaak kaneel over.
  3. Meng met de hand boter, havermout, bloem en suiker en kneed net zo lang tot het mengsel eruitziet als broodkruimels. Strooi over het fruit.
  4. Bak 30 minuten in de oven op 160°C, totdat de bovenkant lichtbruin is en het vocht erbovenop pruttelt.

Kweepeer is een opvallend aromatische fruitsoort; ik snap niet waarom hij niet veel meer wordt geteeld en gebruikt. Dit gerecht is heerlijk met custard (mijn favoriet) of vanille-ijs.

Het belangrijkste onderdeel van de meeste tuinen is het gazon. Het is uiteraard niet het opvallendste deel, maar het ligt meestal in het midden, neemt de meeste ruimte in beslag en wordt vaak gebruikt om andere delen, zoals bloembedden, mooi te laten uitkomen. Britten zijn dol op gazons. Ze verzorgen en verwennen ze, maaien ze in keurig rechte banen en houden de randjes bij met sikkelvormig gereedschap dat speciaal voor dat doel is gemaakt. Ze spelen er croquet, cricket of tennis op, waarna ze zich erop ontspannen door van een gin-tonic of Pimm's te nippen. Wat zouden Wimbledon, een Britse zomer en een high tea zijn zonder gazon?
Als het over gazons gaat, is geen gezegde zo treffend als 'het is maar wat je mooi vindt'. Mijn vader is dol op zijn gazon, dat wat hem betreft strak, groen en in banen gemaaid moet zijn. Ik weet nog dat ik hem als kind om de paar maanden met een of ander elektrisch apparaat in de weer zag om het te verticuteren, wat bergen mos opleverde. Het werd me nooit duidelijk of hij misschien een grote hekel had aan mos, en het leek me zo zinloos, omdat het elke keer weer teruggroeide. Maar hij zette door. Hij had een benzinemaaier waarmee hij om de week keurige, strakke banen maaide. Tegenwoordig heeft hij, op zijn vierentachtigste, nog maar een klein tuintje, waarvan hij het gazon nog steeds eigenhandig maait, met een lichtgewicht benzinemaaier die ik hem voor zijn verjaardag heb gegeven. Maar hij laat in de lente en de zomer elke maand een hovenier komen die onkruidverdelger en kunstmest op het gras strooit. Daardoor heeft hij geen mos en is zijn gazon een felgroene grasmonocultuur; hij is een gelukkig man.
Toen mijn vader me over zijn hovenier vertelde, raakte ik geïntrigeerd en googelde ik het bedrijf. Al snel bleek dat er een hele gazononderhoudsindustrie bestaat die op de een of andere manier aan mijn aandacht was ontsnapt. Er zijn tientallen landelijk opererende bedrijven die je tegen betaling de verzorging van je gazon uit handen nemen. Ze bieden aan je gazon te analyseren en stellen een behandeling voor wanneer er iets mankeert aan de kleur of aan de gezondheid. Het gediplomeerde personeel verticuteert niet alleen, het hanteert ook een 'gazonbeluchter met holle tanden', bestrijdt ongedierte, bezandt, verwijdert korstmossen, zaait bij en heeft zelfs een compleet gazonrenovatieprogramma voor het geval je je arme grasmatje naar de gallemiezen mocht hebben geholpen. Het spreekt voor zich dat het snel en doeltreffend afrekent met een akelig geval van hooi (opgehoopt dood gras), bladsprietkeverlarven, rooddraad (een schimmelziekte in gras), langpootlarven, mollen en alles wat het ontstaan en het onderhoud van een perfect gazon verder maar in de weg staat. Zoals een van de vele websites vermeldt: 'Het kost tijd en moeite om het beste uit uw gras te halen.' Nou, zeg dat wel.
Uiteraard is er een alternatief voor een maagdelijk Wimbledongazon, dat nog veel goedkoper is ook. Je kunt ervoor kiezen níét de hulp van commando's of hoogopgeleide hoveniers in te roepen en af te zien van chemische bestrijdingsmiddelen, verticuteren en bijzaaien, door inderdaad gewoon niets te doen, behalve af en toe maaien. Kijk maar gewoon wat er gebeurt, in je eigen 'miniherwilderingsproject'.1 Sommigen onder ons zal het resultaat van dat zalige nietsdoen veel beter bevallen dan het klassieke gestreepte gazon waar mijn vader zo dol op is, maar het is allemaal een kwestie van smaak. Het hangt denk ik ook heel erg af van wat je gewend bent. Mensen houden over het algemeen niet van verandering; we zijn overwegend conservatief en raken al snel gewend aan de wereld zoals die is, en vinden dat die voor altijd zo moet blijven. Omdat we eraan gewend zijn geraakt dat het gras in het park om de hoek elke week wordt gemaaid en dat de rotondes waar we op weg naar ons werk overheen rijden door de plantsoenendienst strak worden gehouden, komen we al snel in het geweer wanneer ze niet meer worden gemaaid of getrimd. Veel mensen vinden dat gras kort hóórt te zijn. Zo niet, dan staat dat slordig en is dat het resultaat van luiheid dan wel bezuinigingen op de gemeentebegroting. In veel Amerikaanse steden moet gras met regelmaat worden gemaaid. Plaatselijke verordeningen schrijven een maximumlengte voor en je kunt een boete krijgen wanneer je het langer laat groeien, tot grote frustratie van natuurliefhebbers en milieubeschermers. Het getuigt van een zekere ironie dat je in 'the land of the free', waar je legaal een semiautomatisch vuurwapen kunt kopen, je gras niet te lang mag laten worden.
Gelukkig kennen wij zulke wetten niet. Toch kan iemand die het niet zo nauw neemt met maaien op z'n minst op afkeuring rekenen. In 2014 stelde de gemeenteraad van het Britse Peterborough een nieuw maairegime in. Zeven gebieden in stadsparken mochten aan hun lot worden overgelaten om in velden vol wilde bloemen te veranderen, die eens per jaar zouden worden gemaaid. In andere gebieden mocht drie keer per jaar worden gemaaid. Dat scheelde de gemeente per jaar 24000 pond aan arbeidsloon en benzine. Ze werd echter overstelpt met brieven en e-mails vol klachten. 'Het park ziet er niet uit met al dat lange gras. Hoe kunnen kinderen daar nou spelen?' schreef plaatselijke bewoner Stella, terwijl ene Tariq eraan toevoegde: 'Hoe kan de stad er mooi bij liggen als we de parken verwaarlozen?'
Het lijkt erop dat liefhebbers van tuinieren onder grote maatschappelijke druk staan om aan de norm van een gladgeschoren gazon te voldoen. Een onderzoek van Mark Goddard van de University of Leeds toonde aan dat de meeste tuiniers dachten dat hun buren zich zorgen zouden maken of hun afkeuring zouden laten blijken wanneer ze het gras van hun gazon te lang zouden laten groeien en daar klachten over zouden krijgen. Bemoedigend is dat Marks werk liet zien dat zulk contact over de schutting heen ook een positieve uitwerking heeft; overal apen buren elkaar na, en persoonlijk advies van vrienden, familie of buren is een van de belangrijkste factoren die bepalen hoe mensen tuinieren. De meeste tuiniers dachten dat hun buren bewondering voor hun werk in de tuin zouden hebben of het zouden nadoen, wat ook gold voor de moeite die ze deden om de wilde natuur terug te brengen. Met een steuntje in de rug krijgen we hele buurten misschien zover dat ze informatie delen over hoe je de natuur een handje kunt helpen en met elkaar gaan wedijveren om de grootste biodiversiteit, in plaats van met elkaar te kissebissen over de lengte van het gras.
Natuurlijk zijn er goede milieutechnische redenen om minder te maaien. Maaien kost energie (benzine of elektriciteit), die op haar beurt geld kost en bijdraagt aan de uitstoot van kooldioxide. En zoals de gemeente Peterborough ontdekte, kost het ook veel arbeidsloon. Wie zelf een tuin heeft, is vaak minder tijd kwijt aan zwetend in de zon achter een stoffige maaier aan lopen en heeft dus meer tijd over om Pimm's te drinken of languit naar pissebedden te turen. Lang gras is beter bestand tegen droogte, dus je hoeft het geen water te geven, wat nóg een kostbare bron bespaart.2 Minder vaak maaien heeft ook spectaculaire voordelen voor de wilde natuur. Een strak gemaaid gazon is geen goede basis voor dierlijk leven, een larve van een langpootmug hier en daar uitgezonderd (als je er tenminste niet voor hebt betaald om die te laten uitroeien). Maaien voorkomt bloei, dus er is geen kleur, geen nectar en geen stuifmeel voor insecten. Bij een gazon denk je misschien alleen aan gras en vraag je je af wat daar zoal in kan bloeien (behalve het gras zelf, dat uiteraard onopvallende groene bloemen heeft omdat het door de wind wordt bestoven). Maar tenzij jouw tuin nog maar kortgeleden is aangelegd, bevat die waarschijnlijk allerlei vaste planten die het moment afwachten waarop ze tot bloei kunnen komen. Ken Thompson keek in zijn onderzoek naar Sheffieldse tuinen ook naar gazons; in 52 tuinen trof hij 159 verschillende bloeiende planten aan, met een aantal soorten per vierkante meter dat over het geheel genomen even groot was als dat in een semi-natuurlijke wei met wilde bloemen. In een regelmatig gemaaide tuin blijven die planten aanwezig doordat ze horizontaal groeien. Ze klampen zich vast aan het bodemoppervlak en planten zich ongeslachtelijk voort door middel van uitlopers en wortelstokken. Zodra je niet meer maait, schieten ze de grond uit.
Mijn eigen tuin is minstens twaalf jaar oud, en hoewel ik vermoed dat hij is ingezaaid met een eenvoudig mengsel van graszaad, komen er madeliefjes, paardenbloemen, boterbloemen, gewone brunel, viooltjes, ereprijs, leeuwentand, rode en witte klaver, hondsdraf, jakobskruiskruid, gewone rolklaver en allerlei soorten mos in voor. Ik ben ervan overtuigd dat een grondige zoektocht nog veel meer soorten zou opleveren. Een week niet maaien en de eerste planten beginnen al te bloeien, maar de soorten verschillen door het jaar heen: paardenbloemen, viooltjes en madeliefjes bloeien aan het begin van de lente, gevolgd door boterbloemen en klaver, en later in de zomer door leeuwentand en gewone brunel. De hele lente- en zomerperiode is één verrukkelijke opeenvolging van witte, gele en paarse bloemen, die uiteraard insecten aantrekken: honingbijen, hommels, metselbijen, pyjamazweefvliegen en nog veel meer. Het lijkt een doodzonde om alles weg te maaien, en mijn vrouw en ik verschillen van mening over de optimale frequentie. Ik zou het liefst alles maanden achtereen laten groeien en bloeien, maar Lara geeft de voorkeur aan een strakkere look en haalt de grasmaaier tevoorschijn zodra ik mijn kont heb gekeerd. En toch heeft het gazon het grootste deel van de lente en zomer kleur en zie en hoor je bijen vliegen en zoemen.
Het is natuurlijk ook niet echt nodig om kunstmest en bestrijdingsmiddelen voor een gazon te gebruiken. Gras gedijt al miljoenen jaren zonder onze hulp. Een gezonde tuin kent een gevarieerde gemeenschap van insecten, miljoenpoten, duizendpoten, naaktslakken, wormen en niet te vergeten ontelbare microben, die in de bodem onder de grasmat leven. Met een beetje geluk komen in je tuin ook onder de grond nestelende bijen voor, zoals het prachtige vosje. Sommige van die beestjes, zoals meikeverlarven (engerlingen), aardrupsen (in de grond levende nachtvlinderrupsen) en larven van langpootmuggen (emelten), doen zich tegoed aan graswortels, waardoor je soms een dor bruin plekje in het gras vindt. Je zou bij het tuincentrum kunnen langswippen en bestrijdingsmiddelen kunnen kopen om over je gazon te strooien en ze om zeep te helpen. Of je zou een gediplomeerde hovenier kunnen laten aanrukken. Maar is dat echt nodig? Ik vind een paar tijdelijk bruine plekjes geen al te hoge prijs voor een gezond ecosysteem. Zulke bodeminsecten vormen een belangrijk onderdeel van de voedselketen. Emelten behoren tot het favoriete voedsel van spreeuwen, een soort die de afgelopen jaren schrikbarend in aantal is afgenomen. De populatie is sinds de tweede helft van de jaren zeventig met twee derde gekrompen. Als de emelten niet door spreeuwen worden opgegeten, veranderen ze in langpootmuggen, die worden opgeruimd door vleermuizen, net als de volwassen nachtvlinders die uit aardrupsen tevoorschijn komen. Volwassen meikevers zijn spectaculaire, schitterende beesten. Ze zijn kastanjebruin met wit en zwart en hebben prachtige, waaiervormige antennes, waarmee ze geuren uit de lucht opvangen. Mijn jongste zoon, Seth, heeft een meikever als huisdier. Hij heet Colin en zit op het moment waarop ik dit schrijf in een tupperwaredoos in Seths slaapkamer. Waarom zou je die diertjes het leven zuur maken? Ik kan er met mijn verstand niet bij. Elk bestrijdingsmiddel dat je gebruikt doodt behalve de insecten waar je het op hebt gemunt al het andere leven en richt op lange termijn onmetelijke schade aan je grond aan.

[…]

1. Herwilderen is een interessante, vrij nieuwe benadering van natuurbeheer waarbij zo veel mogelijk aan de natuur wordt overgelaten en de mens zo min mogelijk ingrijpt.

2. Zelfs al is het extreem droog en begint je tuin er een beetje treurig uit te zien, verspil geen kostbaar water door de sproeier aan te zetten.
Het gazon herstelt zich snel genoeg wanneer het uiteindelijk begint te regenen. Te veel mensen gebruiken te veel water, waardoor veel rivieren in de zomer beginnen op te drogen. En dat alleen maar om ervoor te zorgen dat hun gras er groener uitziet.

 

© 2019 Dave Goulson
© 2019 Nederlandse vertaling Nico Groen

pro-mbooks1 : athenaeum