Leesfragment: Is natuur links?

01 december 2019 , door Dik van der Meulen

In de reeks pamfletten van uitgeverij Querido verschijnt op 5 december Is natuur links?, waarin Dik van der Meulen uiteenzet waarom de natuur bij de politiek in slechte handen is. Woensdag 18 december wordt Is natuur links? bij ons gepresenteerd. Wij publiceren voor!

Waar rechts regeert, is de natuur in de verdrukking. Nederland merkte dit tijdens het eerste kabinet-Rutte, toen staatssecretaris Henk Bleker er 60 procent op bezuinigde.
Dat planten en dieren verdwijnen, de lucht verstoft, de atmosfeer verzuurt en het weer verandert: traditioneel rechtse partijen lijken het niet als hun probleem te zien. Waarom eigenlijk niet? Wat is dat toch, die schijnbare onverschilligheid van rechts voor natuur en milieu? Stoflongen, rijzende zeeën en verdorrende velden, vogels die niet meer zingen en bloemen die niet meer bloeien: het treft die mensen toch even hard als politici en kiezers die zich links noemen?
Of is er meer aan de hand, en heeft ook links boter op zijn hoofd? Met linkse partijen in de regering gaat het beslist niet automatisch beter.

N.B. Eerder publiceerden we voor uit Het bedwongen bos. Nederlanders & hun natuur en bespraken we Kinderen van de nacht.

'Natuur en milieu zijn geen linkse hobby's.' Aldus Ed Nijpels, voormalig lijsttrekker van de vvd, een kleine tien jaar geleden. En toegegeven, aan hem heeft het niet gelegen. Hij is, onder heel veel meer, minister geweest van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (vrom) en voorzitter van het Wereld Natuur Fonds. Tegenwoordig is hij vaak in het nieuws als voorzitter van het Klimaatberaad.
Nijpels is niet de enige die zich, hoewel actief in een partij die vanouds rechts wordt genoemd - ook door partijleden zelf -, inzet voor natuurbehoud en milieubeheer. Zijn loopbaan loopt goeddeels parallel met die van Pieter Winsemius, Nijpels' liberale voorganger als minister van vrom en oud-voorzitter van Natuurmonumenten. Van die vereniging is oud-minister Cees Veerman (cda) eveneens voorzitter geweest, net als zijn partijgenoot Herman Wijffels. En zo zijn er veel meer voorbeelden te bedenken van liberale, conservatieve en confessionele politici die zich voor de natuur hebben ingezet.
Waar komt dan de hardnekkige gedachte vandaan dat natuur en milieu links zijn? Het zijn niet alleen buitenstaanders, politieke tegenstanders, kritische journalisten en verontwaardigde activisten die dit beweren. Ook binnen die partijen denken velen er zo over.
Een herinnering. Twintig jaar geleden was ik als partijloos freelanceredacteur betrokken bij een jubileumboek voor de vvd. De schrijver was partijcoryfee Henk Vonhoff, en samen met een partijvoorlichter deed ik mijn best het op tijd tot een goed einde te brengen. Dat lukte, zodat de totstandkoming van het boek kon worden gevierd met een etentje in het Haagse Hotel Des Indes, onder het motto 'Na hard werken is het goed rusten'. Bij de lichtgebonden soep van schaaldieren met steranijs en het lam met aubergine-truffelpuree werden voortreffelijke wijnen geserveerd - 'Ik vind het onzin om flessen boven de honderd gulden te bestellen,' relativeerde Vonhoff zijn wijnkeuze - en de aanwezige liberale prominenten wisselden gretig nieuwe en belegen politieke anekdotes uit. Aan het eind van de lange tafel zaten twee bijrolspelers tegenover elkaar: de partijvoorlichter en de freelanceredacteur. Een tijdlang zwegen we en luisterden we naar de verhalen van onze tafelgenoten. 'Ik kwam laatst Joseph Luns tegen,' hoorden we de voorzitter van de vvd zeggen. 'Volkomen dement, geen woord uit hem te krijgen. Maar opeens zag hij het lintje in mijn knoopsgat en vroeg hij welke onderscheiding het was. Officier in de Orde van Oranje-Nassau, zei ik. En hij zei: Ik heb een Leeuw.' Terwijl de heren lachten, vertelde de voorlichter me dat hij druk bezig was met het partijprogram. Er was haast bij, want de verkiezingen kwamen naderbij. 'Het is zo goed als af, behalve de natuur-en-milieuparagraaf.' Maar dan is het nog lang niet af, zei ik, argelozer dan mijn bedoeling was. 'Jawel,' zei hij. 'Niemand stemt op de vvd om de natuur.'

Maar dan, wat is natuur nog in dit land? Met J.C. Bloems bekende antwoord - 'een stukje bos, ter grootte van een krant' - kom je er niet meer. Voor Jac. P. Thijsse, die meer dan honderd jaar geleden de Nederlandse natuur zo'n beetje had uitgevonden, reikte het toen al verder dan bos, hei en duinen. Hij maakte een lofzang op het onkruid in onze tuinen, roemde het groen in de steden en vond zelfs natuurschoon in de haven van Rotterdam. Het mooist van al vond hij misschien wel het boerenland, dat hij bezong in het Verkade- album De bonte wei. Sommige partijen zou dit nog steeds als muziek in de oren klinken, maar de wei is allang niet meer bont, en het is onwaarschijnlijk dat Thijsse een boek had willen schrijven met als titel De groene woestijn. Ecologen van nu, intussen, speuren overal naar dierlijk en plantaardig leven, van de Waddenzee tot in de wildplaszones van Amsterdam, waar ze zeldzame, ureum minnende plantjes hebben gedetermineerd. Natuur is overal, met andere woorden, maar veel mensen hechten er een beperktere definitie aan, die het best is verwoord door het Woordenboek der Nederlandsche Taal: 'Al wat de mensch om zich heen ziet en wat beschouwd wordt als nog niet door den mensch gewijzigd: het landschap; men zegt ook de vrije natuur.'
In politieke en maatschappelijke discussies hangt de betekenis van natuur er een beetje tussenin. Wildernis, bonte weilanden en recreatiebos, tegenwoordig gecombineerd met biodiversiteit: ziedaar wat de boventoon voert - aangevuld met fijnstof, ammoniak, CO2 en andere mens en dier bedreigende zaken, want al zijn natuur en milieu niet hetzelfde, ze zijn sterk met elkaar verbonden. Bovenal is natuur geen vastomlijnd verschijnsel, maar iets waarvan de betekenis per persoon verschilt, en wat betrokkenen en buitenstaanders op hun eigen wijze ervaren.

Met de begrippen rechts en links is het bijna net zo. Lang geleden, in de dagen van de Franse Revolutie, werd het onderscheid bedacht om de voorstanders (links) en de tegenstanders (rechts) van die omwenteling mee aan te duiden - waarbij 'rechtse' sympathieën, zoals bekend, vaak met de dood werden bestraft (al zouden weldra ook 'linkse' Fransen in groten getale onder de guillotine eindigen). Het benoemen van rechts en links in de politiek vond in de negentiende eeuw ook elders in Europa ingang. In Nederland werden de termen tot de Tweede Wereldoorlog gebruikt voor confessioneel respectievelijk niet-confessioneel, wat maar ten dele samenviel met de naoorlogse betekenis, waarin met links steeds vaker de progressieven en met rechts de conservatieven werden aangeduid.
Duidelijker werd het er daarmee niet op, want wat hebben die begrippen eigenlijk om het lijf? Partijen die men behoudend placht te noemen, zoals de vvd en de kvp, konden wel degelijk uit zijn op veranderingen in het staatsbestel, terwijl een vooruitstrevende partij als de PvdA niet zelden werd betrapt op een conservatieve stellingname. Wat natuurbehoud betreft: het tweede lid van dit woord toont al hoe complex alles wordt als de taalkunde eraan te pas komt.
Tegenwoordig is het in de mode om het verschil tussen rechts en links te bagatelliseren, of als achterhaald te beschouwen. En natuurlijk, daar is iets voor te zeggen. Neem de Nederlandse politiek van de eenentwintigste eeuw. 'Dat is héél links,' stamelde een vvd-minister, toen lpf-voorman Pim Fortuyn eens voorstelde grote groepen illegale vluchtelingen tot Nederlander te verklaren. Toch deelden beiden, de vvd'er en Fortuyn, het verlangen naar een zo klein mogelijke overheid. En is de pvv van Geert Wilders rechts, zoals vaak is gezegd? Onderdelen van zijn programma zouden het prima doen bij de traditioneel progressieve partijen. Dit is niet alleen iets van deze tijd. Was Hitler rechts, was Stalin links? Neonazi's worden extreemrechts genoemd, maar het Italiaans fascisme, honderd jaar geleden ontstaan, was schatplichtig aan de Russische Revolutie, en wat Mussolini zelf aangaat: tot het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog was hij een militant socialist.
De zaak is ingewikkeld, maar gelukkig zijn politici in Nederland behulpzaam door zelf het onderscheid te maken. Zoals gezegd hebben vvd'ers er geen moeite mee zichzelf rechts te noemen, zomin als links voor de gemiddelde socialist een scheldwoord is. Over GroenLinks hoeven we het niet te hebben. Van de grotere partijen ligt het alleen bij het cda wat lastiger. Al heeft iedereen daar zo zijn eigen ideeën over, met grote hardnekkigheid houden de christendemocraten vol dat ze precies in het midden staan.

Hoe het zij, links en rechts blijven complexe begrippen, net als natuur en politiek, en nog moeilijker wordt het als de twee verstrengeld raken. En juist dat is gebeurd. Wat Nijpels er ook van vindt, de natuur heeft een links imago. Hoe is dat zo gekomen? Is het terecht? Die vragen staan hier centraal.
Eén ding staat bij voorbaat vast: de natuur is niet gebaat bij die verstrengeling. Nooit kwam dat zo duidelijk aan het licht als in de jaren 2010-2011, toen rechts zijn vingers aflikte.

 

Copyright © 2019 Dik van der Meulen

pro-mbooks1 : athenaeum