Leesfragment: Jagersmaan

26 april 2019 , door Jan Vantoortelboom
|

29 april verschijnt Jagersmaan van Jan Vantoortelboom. Lees bij ons alvast een fragment!

In Jagersmaan laat Jan Vantoortelboom met groot stilistisch vernuft en bravoure zien waar de grenzen van de liefde van een ouder voor een kind liggen. Victor Vanheule moet zijn geboortedorp Elverdinge verlaten, door de armoede en de schande van een onwettelijke dochter, voor wie hij geen vader kan zijn. Victor neemt de boot naar Amerika, maar spoelt aan in Ierland. Het is 1922: er woedt een burgeroorlog met een versplinterde Ierse Republikeinse Broederschap. In zijn poging een nieuw leven te beginnen, wordt Victor opnieuw dwarsgezeten. Als hij een jong meisje alleen aantreft na de executie van haar vader en ze beiden gevaar lopen, ontstaat er tussen hen een broze band die in stand gehouden wordt door een verbeten vertrouwen in hun redding.

N.B. Eerder publiceerden wij al voor uit De man die haast had.

 

Twee mannen naderden de rij. Ze sloten niet aan, maar liepen traag en monsterend langszij. Soms hielden ze halt en spraken iemand aan. Victor zag dat het steeds jonge mannen waren tegen wie ze praatten en dan vooral mannen alleen. Ronselaars voor een of andere spierklus, dacht hij. Ze stopten een paar meter achter hem, praatten tegen een kerel die leek op de enige Duitse soldaat die hij ooit van dichtbij had bevochten en doodgestoken: dezelfde benige kop en scherpe kin en de ogen van een zieke hond. De kerel luisterde met een half oor, tilde na een paar tellen zijn arm op en gebaarde dat ze weg moesten wezen. Dat deden ze. Ze kwamen naast Victor staan, bekeken hem van kop tot teen.
‘Veteraan?’
Werkten ze misschien voor het scheepvaartbedrijf en zochten ze een paar helpende handen voor de overtocht? Dat zou hij doen, werk had hij nooit geschuwd. Hij had in de loopgraven genoeg Engels gehoord om het accent te onderscheiden, het waren Ieren.
‘Wat wil je?’ vroeg Victor.
‘We zoeken mannen,’ zei de voorste.
‘Ik ga naar Amerika.’
De Ier glimlachte. Hij had een smalle snor en een pluk tussen onderlip en kin.
‘Dat weet ik, anders zou je hier niet in de rij staan. Het land van de vrijheid, van de kansen, van rijkdom en weduwen. Maar als je denkt dat je stront daar niet stinkt, dan denk je verkeerd. Je lijkt me trouwens geen man die veel nadenkt.’
‘Klinkt redelijk.’
‘Vinnie Byrne,’ zei hij en hij stak zijn hand uit.
Victor liet de hand in de lucht hangen.
‘Dit is Jack Hogan,’ zei Vinnie en de man achter hem knikte Victor kort toe.
Victor bekeek Jack. Hij was groot. Een homp spieren van misschien wel honderdtwintig kilo.
‘We zoeken dus mannen. Er is een tussenstop waar er grotere kansen voor je liggen. Nóg meer vrijheid en nóg meer rijkdom,’ zei Vinnie.
‘Toch ga ik naar Amerika.’
‘Ierland,’ zei Vinnie. ‘Daar moet je zijn. We hebben je hulp nodig. Je zult beloond worden, geloof me. En niet alleen met geld. Wij zeggen altijd: hou van een vrouw en sla de man.’
‘Bij ons zeggen ze: patatten zonder zout is als een vrouw zonder slagen.’
Ze lachten. Victor schudde zijn hoofd, gebaarde net als de kerel achter hem dat ze weg moesten gaan. Ze bleven staan.
‘Je weet dat je niet meer bent wie je was,’ zei Vinnie. ‘Niemand die uit de modder van de loopgraven kon kruipen is dat nog. Dus laat die jongensdromen varen en doe waar je goed in bent geworden. Anders blijf je een kleine krabbelaar.’
Victor keek voor zich uit en zei dat hij maar een gewone boerenzoon was.
Vinnie volgde het litteken van begin tot eind met zijn ogen.
‘Dan kom je nog meer aan je trekken in Ierland, maat,’ zei hij. ‘Het is een vruchtbaar land, akkers met uitzicht op de oceaan, met gras zo groen dat je het zelf zou willen opvreten. Dat hebben we zeventig jaar geleden zelfs geprobeerd, toen de patattenoogst mislukte en er niks anders over was om te eten. De mensen crepeerden in de sloten en lagen met het schuim op de mond groene bellen te blazen. Meer dan een miljoen doden. Meer dan ons avontuurtje bij de Somme, met de Duitsers erbij. En weet je hoe dat mogelijk was? Omdat de Britten het graan, de kalveren, de zalm, de honing en alles wat ze konden wegstouwen zonder genade meegristen. En wij lieten dat onder onze neus gebeuren omdat we van dat groene gras vreten niet sterker werden.’
‘Jullie hebben in de oorlog voor het Britse leger gevochten,’ zei Victor.
‘Ik was jong en onervaren en alles wat ik toen dacht was gebaseerd op valse beloftes. Maar ik vermoed dat de Ierse politiek jouw pet te boven gaat. Reken me niet af op mijn fouten. Dat zal ik bij jou ook niet doen als het zover komt. En wie zegt dat ik niet af en toe een tommy vol lood heb gepompt?’
Jack grinnikte.
‘We spreken elkaar nog,’ zei Vinnie.
‘Ik heb niets meer te zeggen.’
‘Goede reis naar Amerika en Godspeed!’ zei Jack met een stem die een mens de stuipen op het lijf joeg. De mannen keken elkaar aan, liepen daarna verder de rij af. Jack had kromme benen en stapte wijdbeens alsof er een mollenklem om zijn kloten hing. Ze spraken niemand meer en keerden op hun schreden terug. Terwijl ze Victor passeerden knipoogden ze hem toe. De dunne stront van een meeuw die schreeuwend boven de wachtenden cirkelde viel op de schouder van een vrouw verderop in de rij. Haar man veegde het er met een doekje af, terwijl ze meekeek of hij het wel goed deed. De vrouw voor Victor vloekte toen twee jongens net voor haar voeten door de rij heen braken. Haar man stak zijn voet uit en lichtte de laatste pootje. De jongen beet in het stof, krabbelde weer rechtop en sloeg met een paar rake klappen het vuil van zijn broek. Hij keek kwaad, wilde op de man toe stappen. Tot hij Victor van onder zijn klep naar hem zag loeren. Hij aarzelde, draaide zich om en ging weg, maar tikkertje spelen deed hij niet meer.
‘Kus mijn kloten!’ riep de man hem nog na. ‘Probeer dat niet nog ’n keer, of je krijgt weer ’n wup!’
Achter Victor smekte een zuigeling aan een schamele borst. Het geklop en gehamer in de haven zwol aan. Er stonden veel gezinnen, vaak vergezeld van slechts één grootouder. Ze droegen zwarte verfomfaaide kleren, soms een binnenstebuiten gekeerde schapenvacht en spraken een taal die hij nog nooit had gehoord. Hij haalde de koffer van tussen zijn benen en zette hem tegen de buitenkant van zijn linkerbeen, zodat hij zijn gewicht kon herverdelen en de last van het langdurig staan verminderen. Hij zag hoe Vinnie Byrne en Jack Hogan onder de overkapping van een loods, tussen opeengestapelde kisten, zakken en tonnen door uit het zicht verdwenen.

 

© 2019 Jan Vantoortelboom

pro-mbooks1 : athenaeum