Leesfragment: Lang leve ons

05 november 2019 , door Claudia de Breij

6 november verschijnt de nieuwe Claudia de Breij, Lang leve ons. Wie willen we eigenlijk zijn? Wij publiceren voor.

Mag je dan helemaal niks meer zeggen in dit land? Moet al die kunst zo nodig van mijn belastingcenten? Zijn witte mannen ook mensen? Het lijken retorische vragen. We roepen ze uit zoals een wolf huilt naar de maan, zonder hoop op een antwoord. Maar niet voor lang meer, want hier is Claudia de Breij! Zij lost deze en andere prangende kwesties voor eens en voor altijd op. Waar is het fout gegaan? Vroeger konden we prima met elkaar door één deur – ook al waren we het niet met elkaar eens. Tegenwoordig lijkt ‘de kloof’ dat bijna onmogelijk te maken, terwijl we toch allemaal een betere wereld willen? Kunnen we weer gewoon een gesprek met elkaar hebben, ook als we oneens zijn? Misschien moet dat wel de prangende vraag van nu zijn. Niet: ben je voor of tegen? Ben je links of rechts? Eet je wel of geen vlees? Maar: kunnen we praten, en het hebben over hoe het allemaal wél goed komt?

Zoals ze in Neem een geit zocht naar de antwoorden op de grote vragen van het privéleven, richt ze in Lang leve ons de blik naar buiten. Noodgedwongen, omdat de grote wereld op zo’n punt is aanbeland dat we ons niet langer alleen met onze kleine wereld achter de voordeur kunnen bezighouden. De tijden veranderen. Of veranderen wij de tijden? De Breij probeert uit alle macht dat laatste. Ze verwondert zich over hoe vreemd we sommige dingen hebben geregeld en bedenkt haar eigen ludieke oplossingen. Zoals alleen zij dat kan levert ze commentaar op de moderne mens in een doorgedraaide wereld en spaart daarbij geen enkel onderwerp. Van politiek tot kinderspel, van Facebook tot je spiegelbeeld, en van covfefe bij de koffie tot de krant verbranden bij je ochtendchampagne.

 

De waarheid is geen kroket

Zoals het woord ‘nuance’ tegenwoordig gebruikt wordt, is het inmiddels zeker vijftig tinten van haar originele betekenis verwijderd. Als mensen tegenwoordig zeggen dat iets ‘ongenuanceerd’ is, bedoelen ze dat ze het nogal bot en eenzijdig geformuleerd vinden – of gewoon dat ze het er niet mee eens zijn, maar geen zin hebben in ruzie. ‘Ik vind jouw visie op Zwarte Piet nogal ongenuanceerd’ is een handige manier om een discussie uit de weg te gaan en ook nog de schijn op te houden de wijste te zijn.
Waarom is het zo moeilijk om een genuanceerd verhaal te vertellen?
Laat ik die vraag eens lekker ongenuanceerd beantwoorden.
Omdat we er te lui voor zijn. Én te dom.
(Ik zal mijn antwoord, door middel van de broodnodige nuance, motiveren.)
Om te beginnen moeten we naar de zuivere betekenis van het woord kijken. ‘Nuance’ betekent volgens Van Dale: ‘tint, schakering’ of ‘fijne onderscheiding’.
Nuance is vandaag de dag in zijn beste vorm een term voor het uitgestelde oordeel. Je praat, je luistert, je wisselt van gedachten, hebt een genuanceerd gesprek. Aan het eind daarvan komt geen oordeel, maar een afgewogen enerzijds/anderzijds-conclusie en is niemand gekwetst of ongezien gebleven.
Dat kan.
Het is niet enkel voorbehouden aan intellectuelen of andere salonfiguren, dit kunnen wij allemaal. Maar televisie- en internetredacties denken van niet. Dat is logisch, want wij klikken eerder op venijn en ruzie en geven hogere kijkcijfers aan verhitte zwart-witdiscussies. Dat betekent niet dat we het andere niet wíllen zien. Heel graag zelfs.
Maar als u hier voor mij (ik heb een beetje trek) een appel en een bakje m&m’s neerzet, wordt het wel moeilijk kiezen. Door het verdienmodel dat achter nieuwssites en niet-publieke televisie zit (onterecht overgenomen door sommige publieke programma’s) krijgen we nu alleen nog maar m&m’s aangeboden. Lekker, maar gevaarlijk.
Op een gegeven moment lust je die appel niet meer, sterker nog, je herkent een appel niet eens meer als je er eentje proeft.
Zelfs áls we nu een genuanceerd verhaal horen, laten we het afzwakken tot platte symboliek. Het beroemde ‘touwtje uit de brievenbus’ was niet de kern van Jan Terlouws belangrijke betoog in 2016 in een uitzending van De Wereld Draait Door. In de uitzending werd, bij hoge uitzondering, alle ruimte gegeven aan de inhoud en de nuance van Terlouws verhaal. Daarna gingen mensen er iets over schrijven, in de krant en online, en daar moesten andere mensen dan weer wat van vinden, waarna er weinig meer overbleef dan een holle echo van wat een gelaagd en belangrijk verhaal was.
Dat is onze luiheid. We willen snel een mening hebben, als een kroket uit de muur. We verplichten elkaar iets te vinden en roepen in onze zenuwen datgene de mensen door wie we aardig gevonden willen worden hopelijk ook vinden.
En daarmee kom ik op onze domheid. We zijn nuance gaan aanzien voor een substituut voor de (harde) waarheid. We zijn zo geschrokken van hoe hard we elkaar de maat nemen en hoe onaangenaam onze wereld daardoor wordt, dat we pleiten voor nuance. Dan wordt het misschien vanzelf weer wat gezelliger.
Nuance is echter geen schaamlap voor de waarheid. Nuance is het gereedschap om de waarheid te vinden. Nuance is het kwastje in de handen van de onderzoeker die onder het zand een eeuwenoud geraamte blootlegt. Een beetje stof weg hier, een beetje meer zicht daar, en kijk, daar ligt het, in alle openheid: de waarheid.
Na de opkomst van (en meer nog, de moord op) Pim Fortuyn zijn redacties in Hilversum zo geschrokken van wat ze allemaal hadden gemist, dat ze zijn doorgeslagen.
Fortuyn bleek in veel dingen gelijk te hebben gehad. Zaken die tot dan toe onopgemerkt waren gebleven, of zelfs weggewuifd werden op het Haagse pluche en aan talkshowtafels. Vastbesloten niet nog eens zo’n faux pas te maken (én omdat Fortuyns flamboyante en conflictueuze stijl goed was voor de kijkcijfers) besloten redacties vanaf nu álle ruimte te geven aan het Andere Geluid.
Dat is goed, maar niet als het ontaardt in dit soort domheid: 98% van de wetenschappers acht bewezen dat het klimaat door de mens rampzalig is beïnvloed. Aan de talkshowtafel zit, zoals het de medialogica betaamt, een voor- en een tegenstander van dit idee. 50% voor, 50% tegen. Mooi toch? Nuance. Dan kan de kijker zelf bepalen welke waarheid hem of haar het meeste aanspreekt.
En daar gaan we de fout in. Want de waarheid is geen etiket dat je naar believen op je eigen mening kunt plakken.
‘Wij bekijken hier ook alles maar door een westerse bril, hè,’ zei laatst iemand tegen me op een feestje. Ik was het met haar eens. ‘Ik bedoel, ik ben echt geen fan van Poetin, maar alsof het hier zo veel beter is? Hier zijn de media alleen maar kritisch op Rusland; alles is de schuld van de Russen, terwijl, zij hebben ook gewoon een democratie...’ Toen was ik het niet meer met haar eens.
Nee, niet alles is de schuld van de Russen. Sterker nog, ik zou ze graag eens ontmoeten, de Russen. Van wat ik van ingewijden hoor is het een prachtig land met een bijzondere bevolking. En ja, ik keek net als mijn gesprekspartner wel eens speeches van Poetin online en vond hem daar ook verdomd rake uitspraken doen over het Westen, af en toe. Uitspraken die hier het journaal niet altijd halen.
Maar bij een democratie hoort per definitie een vrije pers, een onafhankelijke rechtsstaat en een meerderheid die rekening houdt met de noden van de minderheid.
Als iemand zégt dat hij een democratisch leider is, is dat niet per definitie de waarheid.
Dit is geen post-truthtijdperk.
Er komt namelijk niets na de waarheid. Dit is het uur van de waarheid, we moeten ons alleen niet het zicht op die waarheid laten ontnemen door onterecht ‘nuance!’-roepende leugenaars.
Zoek de nuance.
Vind de waarheid.

 

© Claudia de Breij

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum