Deze week verschijnt van Fatena Al-Ghorra de bundel Neem dit lichaam, uit het Arabisch vertaald door Nisrine Mbarki. Lees bij ons twee gedichten.
In België is ze niet meer weg te denken uit de wereld van de poëzie, onder andere dankzij haar succesvolle bundel Gods bedrog en poëzieavonden in het land onder de naam 'Fatena's Poetry Salon'. Met Neem dit lichaam zal Fatena Al-Ghorra ook de Nederlandse poëzieliefhebber voor zich winnen.
Voer de Palestijns-Belgische Fatena Al-Ghorra in haar bundel Gods bedrog uit 2014 een oorlog met de wereld van de goden en mannen in de buitenwereld, in Neem dit lichaam is sprake van een innerlijke reis, waarbij ze in gevecht is met zichzelf.
Fatena Al-Ghorra is geboren in de Gazastrook. Sinds ze in 2009 op de vlucht sloeg voor Hamas, woont en werkt ze in Antwerpen. publiceerde vier dichtbundels, waaronder Ellay dat in het Spaans werd uitgegeven en Gods bedrog, in het Italiaans vertaald en later ook in Libanon gepubliceerd. Ze is een graag geziene gast op internationale literatuurfestivals. In 2012 won ze de El Hizjraprijs voor poëzie.
I Mistig Een cel van verroest ijzer is mijn hart het hele jaar door gekleed in zwart mijn hart lijkt op een granaatappel gewikkeld in stevig zijde gesmeten in een cel met uitzicht op een berg aan de voet van de berg een stromende rivier tjilpende vogels, dartelende herten, sluipende tijgers de geur van nat gras doordrenkt alles mijn hart is daar in de roestende cel. Het vuil slaapt in mijn hart een kleverig plasje eronder de geur van de groene koude muren is verstikkend mijn hart rolt niet om kreunt niet zelfs de kou die door de scheur naast het raam naar binnen sijpelt, raakt hem niet alsof hij gevangen wordt door een amulet. Hij staat daar bewust van alles om zich heen bewust van alles wat niet is een standbeeld hij geeft niet om de bedenkingen van de mensen om de drenkelingen op de stranden of om de zwerende lichamen van gevangenen, angstig om te sterven of de hongerstakers die vrijheid eisen. Mijn hart is een slaaf zijn aderen worden niet geraakt door scherpe woorden noch door wegen bedekt met rozen hij staat overtuigd vergevend. Dans Ruis van wezens in mijn hoofd een stilte waarin alle woorden zitten mijn stem gilt in een begrijpelijke taal ik speel met mijn hoofd in mijn handen bekijk het bijzondere ding. Insecten komen uit iedere uithoek van mijn hoofd hun stemmen in kristallen bubbels druppels water vallen op de bubbels ze knappen open de insecten kruipen verder niet geïnteresseerd in het traag druppelende water op de kruin. De wezens komen cirkelvormig uit mijn hoofd ze houden elkaar vast en vormen een kring die de insecten binnengaan het dansen begint lichtjes in een evenwichtig ritme stappen van oneindige precisie de wezens beginnen te draaien om hun as steeds sneller draaien ze ze maken licht. Mijn gillende stem sterft weg in het duister de insecten manifesteren zich in het wentelen in de overeengekomen taal waarvan zij alleen de sleutels bezitten ik kijk. Met mijn hoofd tussen mijn handen kijk ik naar de fijne draden uit de buiken van de insecten wentelingen niet te zien voor het blote oog uit hun zilveren dunne staarten komen glinsterende letters hun aanraking besmet je met angst van overweldigende zachtheid ik kijk. De letters kleuren klaar om te zweven. De insecten komen bij elkaar de wezens gillen hier vormen zich talen beschavingen rijzen op en worden vernietigd oorlogen vinden hier plaats hier worden concerten gehouden. Mijn hoofd hangt tussen mijn handen hikt er vloeien kleuren uit kalm bij de eerste zonnestralen die binnenkomen door het raam.
Een cel van verroest ijzer is mijn hart het hele jaar door gekleed in zwart mijn hart lijkt op een granaatappel gewikkeld in stevig zijde gesmeten in een cel met uitzicht op een berg aan de voet van de berg een stromende rivier tjilpende vogels, dartelende herten, sluipende tijgers de geur van nat gras doordrenkt alles mijn hart is daar in de roestende cel.
Het vuil slaapt in mijn hart een kleverig plasje eronder de geur van de groene koude muren is verstikkend mijn hart rolt niet om kreunt niet zelfs de kou die door de scheur naast het raam naar binnen sijpelt, raakt hem niet alsof hij gevangen wordt door een amulet.
Hij staat daar bewust van alles om zich heen bewust van alles wat niet is een standbeeld hij geeft niet om de bedenkingen van de mensen om de drenkelingen op de stranden of om de zwerende lichamen van gevangenen, angstig om te sterven of de hongerstakers die vrijheid eisen.
Mijn hart is een slaaf zijn aderen worden niet geraakt door scherpe woorden noch door wegen bedekt met rozen hij staat overtuigd vergevend.
Ruis van wezens in mijn hoofd een stilte waarin alle woorden zitten mijn stem gilt in een begrijpelijke taal ik speel met mijn hoofd in mijn handen bekijk het bijzondere ding. Insecten komen uit iedere uithoek van mijn hoofd hun stemmen in kristallen bubbels druppels water vallen op de bubbels ze knappen open de insecten kruipen verder niet geïnteresseerd in het traag druppelende water op de kruin.
De wezens komen cirkelvormig uit mijn hoofd ze houden elkaar vast en vormen een kring die de insecten binnengaan het dansen begint lichtjes in een evenwichtig ritme stappen van oneindige precisie de wezens beginnen te draaien om hun as steeds sneller draaien ze ze maken licht.
Mijn gillende stem sterft weg in het duister de insecten manifesteren zich in het wentelen in de overeengekomen taal waarvan zij alleen de sleutels bezitten ik kijk.
Met mijn hoofd tussen mijn handen kijk ik naar de fijne draden uit de buiken van de insecten wentelingen niet te zien voor het blote oog uit hun zilveren dunne staarten komen glinsterende letters hun aanraking besmet je met angst van overweldigende zachtheid ik kijk.
De letters kleuren klaar om te zweven.
De insecten komen bij elkaar de wezens gillen hier vormen zich talen beschavingen rijzen op en worden vernietigd oorlogen vinden hier plaats hier worden concerten gehouden.
Mijn hoofd hangt tussen mijn handen hikt er vloeien kleuren uit kalm bij de eerste zonnestralen die binnenkomen door het raam.
© 2019: Fatena Al-Ghorra & Uitgeverij Jurgen Maas en Uitgeverij P© 2019 vertaling: Nisrine Mbarki & Uitgeverij Jurgen Maas en Uitgeverij P