Leesfragment: Omwenteling

30 april 2019 , door Jared Diamond
| |

1 mei verschijnt Omwenteling. Hoe staten omgaan met crisis en verandering van Jared Diamond. De vertaling is verzorgd door Robert Neugarten. Lees bij ons alvast een fragment!

In zijn eerdere boeken onderzocht Jared Diamond hoe beschavingen opbloeien en hoe ze ten onder gaan, maar nu richt hij zijn aandacht op de verbazingwekkende veerkracht van landen in crisis. En op de landen die hierin tekortschieten.

In deze gedetailleerde en deskundige beschouwing onderzoekt Diamond zeven landen die rampspoed te boven zijn gekomen door middel van een proces van zelfreflectie en aanpassing en verkent hij hierin de patronen die aan de basis liggen van hun herstel. Of het nu om de Sovjetinvasie in Finland, het Indonesische crisisjaar onder Soekarno of de heropbouw van Duitsland gaat, Diamond weet steevast op vakkundige wijze de keerpunten aan te wijzen en grondig te analyseren. Ook richt hij zijn blik op de toekomst: zijn landen wereldwijd op weg naar politieke ondergang of kunnen we nog lering trekken uit het verleden?

N.B. Eerder verscheen er bij ons een fragment van De wereld tot gisteren. En docent Bernard Kruithof vertelde over Diamonds beroemde boek Zwaarden, paarden en ziektekiemen

 

Proloog

De nalatenschap van Cocoanut Grove

De meeste mensen maken op één of meer momenten in hun leven een persoonlijke omwenteling of crisis door die ze al dan niet succesvol oplossen door persoonlijke veranderingen door te voeren. Op een soortgelijke manier maken landen nationale crises door, die ook al dan niet succesvol kunnen worden opgelost door nationale veranderingen. Er is een enorme hoeveelheid onderzoek en door therapeuten verzamelde anekdotische informatie over de manier waarop persoonlijke crises worden opgelost. Kunnen de conclusies daarvan ons helpen de oplossingen van nationale crises te begrijpen?
Om persoonlijke en nationale crises te illustreren zal ik aan het begin van dit boek twee verhalen vertellen uit mijn eigen leven. Er wordt gezegd dat de eerste gebeurtenissen die een kind zich later herinnert zich voordoen rond zijn vierde levensjaar, al hebben sommige kinderen slechts vage herinneringen aan deze gebeurtenissen. Die vuistregel geldt ook voor mij, want de oudste herinnering die ik kan dateren is die aan de brand in de Cocoanut Grove in Boston, vlak na mijn vijfde verjaardag. Hoewel ik (gelukkig) niet zelf bij de brand aanwezig was, heb ik de gebeurtenis uit de tweede hand vernomen door de angstaanjagende verhalen die mijn vader, die arts was, erover vertelde.
Op 28 november 1942 brak in de overvolle Cocoanut Grove in Boston een brand uit die zich snel verspreidde. De enige uitgang van de nachtclub raakte geblokkeerd. 492 mensen vonden de dood en honderden raakten gewond door verstikking of inademing van rook, of omdat ze werden vertrapt of brandwonden opliepen (Illustratie 0.1). De artsen en ziekenhuizen van Boston konden de toestroom niet aan. Naast de gewonden en de dodelijk gewonde slachtoffers waren er talloze psychologische slachtoffers: familieleden die radeloos waren omdat hun echtgenoot of echtgenote, broer, zus of kind op een gruwelijke manier was gestorven, en de overlevenden van de brand, die getraumatiseerd waren door schuldgevoelens omdat zij nog leefden terwijl honderden anderen waren overleden. Tot kwart over tien die avond hadden ze normale levens geleid en waren ze bezig geweest met de naderende Thanksgiving, een sportwedstrijd of soldaten die thuis waren met verlof. Om elf uur waren de meeste slachtoffers dood en verkeerden hun nabestaanden en de overlevende clubgasten in een diepe crisis. Hun leven was ontspoord. Veel nabestaanden hadden iemand verloren die hun identiteit voor een groot deel bepaalde. Het vertrouwen in een rechtvaardige wereld was geschokt, niet alleen voor de overlevenden, maar ook voor inwoners van Boston die niet direct met de brand te maken hadden, onder wie ook ik, als vijfjarige. De overledenen waren geen kwajongens of slechteriken, maar doodgewone mensen die geen enkele schuld hadden aan hun dood.
Sommige overlevenden en nabestaanden bleven de rest van hun leven getraumatiseerd. Een enkeling pleegde zelfmoord. Maar de meesten begonnen na een paar intens pijnlijke weken waarin ze hun verlies niet konden accepteren aan een langdurig rouwproces waarin ze hun waarden opnieuw definieerden, hun bestaan heropbouwden en ontdekten dat niet alles in hun leven was verwoest. Weduwen en weduwnaars hertrouwden. Maar tientallen jaren later waren ze zelfs in de beste gevallen een mozaïek van de identiteit die ze hadden opgebouwd na de brand in de Cocoanut Grove en de oude identiteit van voor die ramp. We zullen in de loop van dit boek regelmatig de metafoor van een mozaïek gebruiken voor mensen en landen die sterk van elkaar verschillende elementen op een vaak ongemakkelijke wijze combineren.
Cocoanut Grove leidde tot extreme persoonlijke crises. Maar die extremiteit zat uitsluitend in het grote aantal slachtoffers dat tegelijk door een tragedie werd getroffen, zoveel slachtoffers zelfs dat de brand een crisis veroorzaakte die, zoals we in hoofdstuk 1 zullen zien, nieuwe oplossingen vergde van de psychotherapie. Veel mensen ervaren in hun levens rechtstreeks tragedies, of maken zo’n tragedie van dichtbij mee als een familielid of vriend wordt getroffen. Zulke tragedies die slechts één slachtoffer treffen zijn net zo pijnlijk voor dat slachtoffer en zijn of haar vriendenkring als de brand in Cocoanut Grove was voor de vriendenkringen van de 492 slachtoffers.
Ter vergelijking een voorbeeld van een nationale crisis. Ik woonde in de late jaren vijftig en de vroege jaren zestig in het Verenigd Koninkrijk, in een periode waarin dat land een gestadige nationale crisis doormaakte, al hadden mijn Britse vrienden en ik dat niet echt in de gaten. Het vk was wereldleider op het gebied van de wetenschap, was gezegend met een rijke culturele geschiedenis, en koesterde zich nog altijd in herinneringen aan de grootste vloot, de grootste rijkdom en het grootste rijk in de geschiedenis. Maar in de jaren vijftig was de economische terugval in volle gang. Het vk verloor zijn rijk en zijn macht, zocht naar zijn rol in Europa en worstelde met al veel langer sluimerende conflicten zoals klassenverschillen en de recente immigratiegolf. Dit alles bereikte een climax tussen 1956 en 1961, toen het land zijn resterende oorlogsschepen van de hand deed, te maken kreeg met rassenrellen, Afrikaanse volken hun onafhankelijkheid moest gunnen en tijdens de Suezcrisis op vernederende wijze ervoer dat het niet meer onafhankelijk kon optreden als wereldmacht. Mijn Britse vrienden hadden grote moeite om al deze gebeurtenissen te verwerken en dat uit te leggen aan mij, de Amerikaanse gast. Deze tegenslagen leidden onder Britse burgers en politici tot verhitte debatten over de identiteit en de rol van het vk.
Vandaag de dag, zestig jaar later, is het land een mozaïek van zijn nieuwe en zijn oude identiteit. Groot-Brittannië heeft afscheid genomen van zijn imperium, is een multi-etnische samenleving geworden en is om klassenverschillen terug te dringen overgestapt op een welvaartsstaat en een systeem van openbare scholen van hoge kwaliteit. Als zeemacht en economische grootheid heeft het land zijn dominantie niet teruggewonnen. Het land is nog altijd tot op het bot verdeeld (zie de Brexit) over zijn positie in Europa. Maar Groot-Brittannië behoort nog altijd tot de zes rijkste naties van de wereld, is nog altijd een parlementaire democratie onder een vorst die alleen in symbolische zin staatshoofd is, is nog altijd toonaangevend op wetenschappelijk en technologisch gebied, en gebruikt niet de euro als valuta, maar heeft vastgehouden aan het pond sterling.
Deze twee verhalen illustreren het thema van dit boek. Crises en de druk om te veranderen zijn van invloed op mensen en groepen op alle niveaus, van individuen en teams tot bedrijven, naties en de hele wereld. Crises kunnen voortkomen uit vormen van externe druk, zoals iemand die in de steek wordt gelaten of alleen achterblijft als zijn partner overlijdt, of een land dat wordt bedreigd of aangevallen door een ander land. Ze kunnen ook het gevolg zijn van interne druk, zoals wanneer iemand ziek wordt, of in een land waar een burgeroorlog woedt. Succesvol omgaan met externe of interne druk vereist selectieve veranderingen. Dat geldt zowel voor landen als voor individuen.
‘Selectief’ is hier het sleutelwoord. Het is voor mensen en landen onmogelijk en onwenselijk om volledig te veranderen en zich volledig te ontdoen van hun bestaande identiteit. De uitdaging, voor zowel naties als mensen in een crisis, is om te bepalen welke onderdelen van hun identiteit al bevredigend functioneren en niet hoeven te worden veranderd, en welke onderdelen niet of niet meer naar behoren functioneren en moeten worden aangepast. Individuen en naties die onder druk staan moeten hun vermogens en waarden nietsontziend evalueren. Ze moeten beoordelen welke aspecten nog goed werken, welke ook onder de gewijzigde omstandigheden nog opportuun zijn en dus kunnen worden behouden. Ook moeten ze zo moedig zijn om te erkennen wat ze moeten veranderen om te kunnen omgaan met de nieuwe situatie. Daarvoor moeten individuen of naties nieuwe oplossingen vinden die verenigbaar zijn met hun vermogens en met de rest van hun identiteit. Tegelijkertijd moeten ze grenzen trekken en vasthouden aan elementen die fundamenteel zijn voor hun bestaan.
Dat zijn enkele van de overeenkomsten tussen individuen en naties in een crisis. Er zijn grote verschillen; ook die zal ik bespreken.

 

© 2019 Jared Diamond
© 2019 Nederlandstalige uitgave: Uitgeverij Unieboek | Het Spectrum bv, Amsterdam

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum