Leesfragment: Rembrandt. Biografie van een rebel

17 februari 2019 , door Jonathan Bikker
| |

Maandag verschijnt Jonathan Bikkers kunstenaarsbiografie Rembrandt. Biografie van een rebel. Wij publiceren voor!

Vernieuwend en provocerend: Rembrandt zette de kunstwereld in de Gouden Eeuw op z’n kop. 350 jaar na zijn dood blijven zijn aangrijpende werken en zijn levensverhaal de wereld inspireren en ontroeren. De grootste en spectaculairste verzameling van zijn schilderijen, prenten en tekeningen ter wereld wordt beheerd door het Rijksmuseum. Het museum eert Rembrandt in 2019 met de tentoonstelling Alle Rembrandts - vanaf 15 februari tot en met 10 juni. Nooit eerder pakte het Rijksmuseum uit met een tentoonstelling van alle werken van Rembrandt uit de collectie: een eenmalige tentoonstelling van maar liefst 400 Rembrandts. Samen geven ze een weergaloos beeld van Rembrandt als mens, als kunstenaar, als verhalenverteller en vernieuwer. Op toegankelijke wijze wekt Jonathan Bikker Rembrandt tot leven en beschrijft zijn leven met alle hoogte- én dieptepunten. Zo worden het geniale karakter van Rembrandt en de innovatieve eigenschappen van zijn werk zichtbaar voor een breed publiek. Dichter bij Rembrandt zul je niet komen.

Jonathan Bikker is conservator onderzoek bij het Rijksmuseum.

N.B. Eerder bespraken we Jan Six' Rembrandts portret van een jonge man. En publiceerden we voor uit Gabri van Tussenbroeks Amsterdam en de Nachtwacht.

 

Inleiding: Cornelia’s kast

Een paar dagen na Rembrandts dood op 4 oktober 1669 stormde zijn schoondochter Magdalena van Loo, kort daarvoor weduwe geworden, zijn woning aan de Rozengracht binnen en vroeg op hoge toon of er nog geld in het huis lag. Rebecca Willems, die ook in dit pand woonde, zei dat al het geld weg was; de bejaarde schilder had in zijn laatste levensjaren op zwart zaad gezeten en had volgens haar geregeld uit de erfenis van zijn dochter Cornelia moeten putten om de rekeningen te betalen. Geheel ontredderd, en alsof ze het niet goed gehoord had, riep Magdalena uit: ‘Ik hoop dat vader niet Cornelia’s gouden dukaten heeft gepakt, want de helft daarvan is van mij.’ De bedoelde gouden dukaten werden samen met wat zilveren munten bewaard in een buidel in een kast. Cornelia had deze kast met inhoud en al geërfd van haar moeder Hendrickje Stoffels, met wie Rembrandt meer dan tien jaar had samengewoond.
Een andere buurvrouw gaf later een ooggetuigenverslag van wat er in de kast lag; Hendrickje zelf had haar de inhoud meer dan eens laten zien. Zij verklaarde dat ze behalve de buidel geld ook zilveren lepels had gezien, een aantal gouden ringen en ander zilverwerk, en linnengoed en wollen dekens. Of Magdalena inderdaad aanspraak kon maken op de inhoud van de kast valt te betwijfelen en de verklaring dat Rembrandt al het geld uit de buidel had uitgegeven bleek niet te kloppen, want de buidel met zijn inhoud van zeshonderd gulden aan gouden en zilveren munten lag nog altijd in de kast. Desondanks bleef Rebecca Willems bij haar verhaal dat de schilder er regelmatig geld uit had genomen om rekeningen te betalen, elke keer zwerend dat hij het terug zou betalen zodra hij een schilderij verkocht.
De meesten van ons kunnen zich slechts een voorstelling maken van hoe radeloos Cornelia zich moet hebben gevoeld toen haar vader stierf. Ze was nog net geen vijftien jaar en had een jaar eerder al haar halfbroer Titus, Magdalena’s man, op 27-jarige leeftijd verloren. Haar moeder Hendrickje Stoffels was al in 1663 overleden, toen ze acht was. Rembrandts dood betekende voor Cornelia niet alleen het verlies van haar laatste naaste familielid, ze werd nu ook geconfronteerd met het vreselijke feit dat haar vader haar vermoedelijk had bestolen. Haar leven was toch al nooit over rozen gegaan. Ze was in 1654 als buitenechtelijk kind geboren en haar hele jeugd had het gezin op de rand van de financiële ondergang gebalanceerd. Rembrandt had in die jaren weliswaar een aantal prestigieuze en lucratieve opdrachten gehad, maar hij was een heleboel geld schuldig aan een heleboel mensen. In sommige kringen – vooral in het buitenland – gold hij nog steeds als pittore famoso (vermaard schilder), maar thuis in Amsterdam was hij als schilder niet langer ieders eerste keus en de opdracht die de parel in de kroon van zijn late carrière had moeten zijn, De samenzwering van de Bataven onder Claudius Civilis (AFB. 111) voor het stadhuis op de Dam, was uitgedraaid op een spectaculaire mislukking.
Was Cornelia teleurgesteld in Rembrandt? Zou ze liever in een ander gezin geboren zijn, met een vader die in haar levensonderhoud kon voorzien zonder de kast die haar eigendom was te plunderen? Heeft Rembrandt zijn dochter ooit verteld over zijn leven en werken vóór haar geboorte, misschien om haar beeld van hem wat op te vijzelen, of om haar voor te houden dat de zaken zich vast weer ten gunste zouden keren? Heeft hij Cornelia ooit meegenomen om zijn schilderijen in de huizen van particuliere verzamelaars te bekijken (voor zover hij niet met hen gebrouilleerd was), of zijn werken in semiopenbare instellingen in Amsterdam, zoals het hoofdkwartier van de schutterij waar zijn Nachtwacht hing? Zelfs als hij wel eens zulke uitjes met Cornelia ondernam, heeft ze waarschijnlijk nooit meer dan een fractie gezien van het oeuvre dat haar vader in zijn vijftigjarige loopbaan schiep.
Stel u nu eens voor dat vader en dochter in 2019, 350 jaar na de dood van de schilder, voor één dag weer tot leven kwamen en Rembrandt in de gelegenheid was om Cornelia bij te praten over zijn leven en werk. Ze zouden waarschijnlijk meteen naar het Rijksmuseum gaan, niet alleen omdat Rembrandt bij leven liever niet verder dan de grenzen van de Republiek reisde, maar vooral omdat het Rijksmuseum de beste plaats is om zijn verhaal te vertellen. Het Rijksmuseum bezit de grootste en meest representatieve verzameling van Rembrandts schilderijen, tekeningen en etsen ter wereld – wat een wonder mag heten, aangezien men in Nederland pas laat is begonnen zijn werk serieus te verzamelen.

[...]

Het is dus hoogst aannemelijk dat Rembrandt en Cornelia een bezoek zullen brengen aan het Rijksmuseum, mochten zij in 2019 tot leven komen. Wat gaat Rembrandt zijn dochter daar precies vertellen? Zal hij zijn werken gewoon bespreken als een soort van familiealbum? Zo van: dit ben ik toen ik 22 was (AFB. 1) en hier ben ik 55 (AFB. 100). Dit is je halfbroer Titus (AFB. 105) en dat was je oma (AFB. 26–28). O, en daar heb je mijn eerste liefde Saskia, die mij anderhalve maand voor haar dertigste verjaardag ontviel (AFB. 37). Hij zou er beslist bij zeggen dat geen van de bewuste werken bedoeld was als portret in de strikte zin des woords, en hij zou vermoedelijk niet in de trant van Schmidt Degener zijn kunst verklaren als expressie van zijn ziel, een zienswijze die pas eeuwen na zijn dood in zwang raakte. Het is verleidelijk om te denken dat hij in plaats daarvan van de gelegenheid gebruik zou maken om te vertellen waarom hij ooit zo graag schilder wilde worden, niet zomaar een schilder maar de grootste schilder van zijn tijd, en wat hij deed om dat te bereiken.
In Rembrandts tijd werd het onder kunstenaarsbiografen steeds gebruikelijker om de ontwikkeling van een kunstenaar op te delen in drie stadia: vroeg, midden en laat. In de vroege fase van hun kunstenaarschap volgen ze de stijl van hun leermeester, in de middelste fase ontwikkelen ze hun eigen stijl en in de late fase verwordt die tot een routine en gaat het artistiek bergafwaarts. Misschien dat Rembrandt het met de definitie van de eerste twee fasen min of meer eens zou zijn, maar hij zou zich zeker verzetten tegen een waardering van zijn latere carrière als een periode van neergang, in elk geval in artistiek opzicht. Het model is hoe dan ook veel te simplistisch om alle – soms onvoorziene – wendingen in zijn leven en werk in kaart te brengen of de fantastische hoogtepunten en ellendige dieptepunten te verklaren. Dus zal Rembrandt er vermoedelijk geen gebruik van maken als hij met Cornelia door het museum dwaalt om zijn schilderijen, tekeningen en prenten te bekijken. Maar naar alle waarschijnlijkheid komt Rembrandt in 2019 helemaal niet tot leven om zijn dochter een persoonlijke rondleiding door het Rijksmuseum te geven. Dat hoeft ons er echter niet van te weerhouden het in zijn plaats te doen.

pro-mbooks1 : athenaeum