Leesfragment: Wat er op het spel staat

23 september 2019 , door Michail Gorbatsjov
|

Donderdag 26 september wordt Michail Gorbatsjovs nieuwe boek gepresenteerd bij SPUI25: Wat er op het spel staat. Mijn oproep voor vrede en vrijheid, vertaald door Gretske de Haan. Morgen verschijnt het boek, en vandaag lees je een fragment op Athenaeum.nl.

Dertig jaar nadat het verscheurende conflict tussen Oost en West ten einde kwam wordt de wereldvrede opnieuw aan het wankelen gebracht. Amerika heeft zich teruggetrokken uit het ontwapeningsverdrag met Rusland, de Europese Unie valt uit elkaar terwijl China aan een onvoorziene opmars bezig is, en wereldwijd worden vrijheid en zelfbeschikking bedreigd door een golf van nationalisme en radicale ideologieën.

Met het oog op deze alarmerende wereldwijde werkelijkheid waarschuwt Michail Gorbatsjov ons voor de potentieel catastrofale gevolgen hiervan. Gorbatsjov, winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede in 1990 voor zijn rol in het beëindigen van de Koude Oorlog, vreest voor een nieuwe, allesvernietigende oorlog als gevolg van het falen van de politieke leiders in het vinden van internationale oplossingen. In zijn betoog legt hij de nadruk op de grote uitdagingen waartegenover de wereld nu staat, zoals de inperking van de democratie en de opkomst van populisten, en vestigt hij zijn hoop op dialoog en verzoening.

Wat er op het spel staat is een cruciale boodschap van een man die weet wat het is om op het wereldtoneel een inspirerend pleidooi te houden voor leiderschap en internationale samenwerking.

 

Deel 1
Onze gemeenschappelijke veiligheid

De militarisering van de wereldpolitiek

De huidige ontwikkelingen gaan een uitermate gevaarlijke kant op. Op het gebied van wereldpolitiek zijn de militaire, destructieve tendensen in opkomst. In een toenemend tempo brokkelen de systemen voor beperking van het kernwapenarsenaal af. De hardste klap voor onze algemene veiligheid was de beslissing van de VS om zich terug te trekken uit de overeenkomst op het gebied van het afschaffen van middellange- en korteafstandsraketten en het stopzetten van de uitvoering ervan.
Het akkoord over de afschaffing van raketten voor korteen middellange afstand, het START I-Verdrag voor vermindering van strategische nucleaire wapens, was een gezamenlijk initiatief van de presidenten van de Sovjet-Unie en de VS, gericht op de afschaffing van een aanzienlijk deel van de tactische kernwapens. Het verdrag kon de wereld verlossen van duizenden kernwapeneenheden die zich gedurende de jaren van de Koude Oorlog opgehoopt hadden. We kozen voor demilitarisatie van de politiek en van het denken.
Deze overeenkomsten zijn een duidelijk symbool voor het einde van de Koude Oorlog geworden. Het idee dat dat het belangrijkste referentiepunt was op weg naar die overeenkomst, werd uitgesproken in de gezamenlijke verklaring van de leiders van de USSR en de VS, en aangenomen op de eerste ontmoeting van Ronald Reagan en mij in Genève in 1985: ‘Er mag nooit een kernoorlog uitbreken, daarin zijn geen winnaars mogelijk.’
Die overeenkomst was de eerste stap, waarna er meer volgden: het Verdrag voor vermindering van strategische aanvalswapens (START) en de gezamenlijke stappen op het gebied van afschaffing van een aanzienlijk deel van de tactische kernwapens. Tegelijkertijd onderzochten de regeringen hun militaire doctrines op het gebied van verminderde steun voor kernwapens. Vergeleken met het hoogtepunt van de Koude Oorlog is de hoeveelheid kernwapens van Rusland en de VS in die jaren met meer dan tachtig procent afgenomen. Als dat geen internationale prestatie is!
Het proces dat toen in gang werd gezet betrof niet alleen kernwapens. Er werd een conventie ondertekend over de afschaffing van chemische wapens en de landen van Oost- en West-Europa maakten afspraken over essentiële vermindering van hun strijdkrachten en wapens. Iedereen kreeg hetzelfde ‘vredesdividend’ uitbetaald, maar vooral de Europeanen, als resultaat van de beëindiging van de Koude Oorlog.
Maar al in het midden van de jaren negentig, en vooral de laatste jaren, begon een tegengestelde tendens sterker te worden en snel de overhand te krijgen: militarisering van denken en gedrag van een aantal landen, oriëntatie op macht als belangrijkste middel voor het in stand houden van de veiligheid, overschrijding van de defensiebudgetten, ontwrichting en afbrokkeling van systemen ter beperking van het wapenarsenaal.
Van de drie hoofdpijlers voor mondiale strategische stabiliteit – de ABM-, INF- en START-akkoorden – blijft er maar een overeind, maar ook het lot van het nieuwe START II-verdrag, dat in 2010 door de presidenten Medvedjev en Obama werd ondertekend, is onduidelijk. Te oordelen naar de uitspraken van de woordvoerders van de Amerikaanse overheid, kon dit binnenkort ook weleens geschiedenis zijn.
De huidige militaire activiteiten doen steeds meer denken aan de voorbereidingen op een echte oorlog. Volgens documenten die door de regering-Trump werden gepubliceerd, oriënteert de Amerikaanse buitenlandse politiek zich op ‘politieke, economische en militaire rivaliteit overal ter wereld’. De uitdaging bestaat uit het ontwikkelen van nieuwe kernwapens die flexibeler ingezet kunnen worden, dat wil zeggen voor de verdere verlaging van de drempel voor het inzetten van kernwapens.
Tegen deze achtergrond gaf president Vladimir Poetin in een boodschap aan de Federale Vergadering een verklaring over de ontwikkeling van enkele nieuwe wapensystemen in Rusland. Tegelijkertijd verklaarde hij dat Rusland geen nieuwe wapenwedloop wil. Ik twijfel er niet aan dat die verklaring de stemming van de burgers van Rusland weerspiegelt. Ons land heeft nooit het initiatief genomen tot zo’n competitie in de bewapening. Wij moesten juist altijd de andere partij proberen in te halen, een antwoord vinden op hun uitdagingen. En nu staat niet alleen Rusland, maar de hele wereld voor een nieuwe militaire uitdaging.

Vertrouwend op hun militaire overwicht planden de VS hun dominantie in de wereldpolitiek. Ze zouden het oplossen van de veiligheidsproblemen van de Verenigde Naties en hun Veiligheidsraad willen doorschuiven naar de NAVO, een militaire alliantie, die niet alleen streeft naar meer leden, maar ook steeds meer haar ‘invloedssfeer’ wil uitbreiden. Ze wil zo’n beetje de hele wereld in zich opnemen.
Begin jaren negentig spraken we af dat het grondgebied van de voormalige DDR een speciale militair-politieke status zou krijgen. Duitsland verplichtte zich daar geen aanvullende infrastructuur, buitenlandse troepen of massavernietigingswapens, noch hun dragers, te plaatsen. Ten tweede, dat was van het grootste belang, moesten de Duitsers verplicht hun wapenarsenaal met bijna de helft inkrimpen. We kunnen constateren dat Duitsland deze en andere bepalingen van de overeenkomst heeft uitgevoerd en nauwgezet blijft navolgen.
Tegelijkertijd waren binnen de NAVO en toentertijd nog binnen het Warschaupact processen gaande voor herziening van de militaire doctrines. Er werd een versterking van de politieke en vermindering van de militaire componenten gepland in hun activiteiten. Er werd overeenstemming bereikt over de inkrimping van de strijdkrachten, die door de leden van beide allianties werd onderschreven.
Toen bestond het Warschaupact nog, het zou daarom absurd en onzinnig zijn geweest om een of andere ‘juridisch bindende overeenkomst’ over het niet uitbreiden van de NAVO in Oost-Europa voor te stellen, zoals mijn critici achteraf gezien van me verlangden. Ons zou dan direct verweten worden dat we eigenhandig het Warschaupact om zeep wilden helpen.
We hebben het maximaal mogelijke gedaan gezien de omstandigheden. Rusland had het volste recht om naleving te eisen, niet alleen naar de letter maar ook naar de geest van de ondertekende overeenkomsten en verplichtingen. De enige jaren later genomen beslissing van de NAVO om uit te breiden was een stap richting ondermijning van het vertrouwen dat was opgebouwd tijdens de beëindiging van de Koude Oorlog.
En Rusland kon hier geen conclusies uit trekken.

Wat er op het spel staat

Het INF-verdrag (Intermediate-Range Nuclear Forces) mag met recht historisch genoemd worden. De vernietiging ervan is de VS aan te rekenen. Net als de weigering het Verdrag over het verbod op kernproeven en het verlaten van het Verdrag over vermindering van antiballistische raketsystemen ABM te ratificeren.
Dan komt de vraag op: wat is er gebeurd, welke dreiging brengt Amerika tot zo’n stap? In de mededeling over het vertrek van de VS uit het verdrag moet ‘een uitleg met betrekking tot de uitzonderlijke omstandigheden, die de op de hoogte stellende Kant onderscheidt als geleverde onder dreiging van haar hoogste belangen staan.’ Dat wil zeggen dat een staat die zo’n serieuze stap neemt, aan de mondiale gemeenschap moet uitleggen wat hem dwong datgene wat was opgebouwd weer af te breken. Waar is die dreiging voor ‘de hoogste belangen’ voor de veiligheid van de VS – het land waarvan de defensie-uitgaven meermaals de overeenkomstige bestedingen van alle mogelijke rivalen enkele malen overstijgen? Hebben de VS zo’n dreiging gemeld bij de internationale gemeenschap, aan de Veiligheidsraad, die ervoor is opgericht om te oordelen en te beslissen over alle mogelijke problemen die de vrede kunnen bedreigen? Nee, dat hebben ze niet gedaan. In plaats daarvan wordt er tegen Rusland geklaagd over vermeende overtredingen, waar zelfs ervaren specialisten geen wijs uit kunnen worden.
En dat alles op een toon alsof er een ultimatum wordt gesteld.
Om hun positie te versterken, beroepen de VS zich ook nog op de aanwezigheid van middellangeafstandsraketten in andere landen, in het bijzonder in China, Iran en Noord- Korea. Maar ook dat is niet overtuigend. De VS en Rusland bezitten nog steeds meer dan negentig procent van alle kernwapens in de wereld. Wat dit betreft blijven onze twee landen echt ‘supermachten’. De kernwapenarsenalen van de andere landen zijn tien tot vijftien maal kleiner.
Als het proces van inkrimping van het aantal kernwapens zou doorgaan, komt er natuurlijk een moment waarop andere landen, zoals Groot-Brittannië, Frankrijk en China, ook zouden moeten instappen. Deze drie landen hebben herhaaldelijk bevestigd dat zij daartoe bereid zijn. Maar het is lastig om van hen terughoudendheid te verwachten, als een van de supermachten zich terugtrekt uit de organisatie en van plan is zijn capaciteit te vergroten.
We kunnen niet anders dan concluderen dat de VS andere redenen heeft zich terug te trekken dan waar de Amerikaanse leiders naar verwijzen, namelijk het verlangen naar absolute militaire suprematie, de dringende wens zich vrij te maken van iedere beperking in de sfeer van bewapening. ‘Wij hebben aanzienlijk meer geld dan welk land ook,’ zei president Trump, ‘en we zullen ons wapenarsenaal opbouwen zolang ze niet tot bezinning komen.’ Opbouwen, waarom, waarvoor? Om de wereld aan zijn wil te onderwerpen?
Maar dat is een illusie. Hegemonie van één land over de hele wereld is onmogelijk. Zoveel is de laatste tijd wel gebleken: zelfs de trouwste bondgenoten van Washington zijn niet meer bereid om te ‘salueren’ als antwoord op iedere gril van ‘de grote broer’.
Als gevolg van de huidige destructieve kentering kan er alleen maar een destabilisatie van de mondiale strategische situatie ontstaan, en een nieuwe wapenwedloop. Als gevolg daarvan ontstaat er een steeds grotere chaos en onvoorspelbaarheid van de wereldpolitiek. Daar lijdt de veiligheid van alle landen onder, ook die van de VS zelf.
De president van de VS zei dat ze hopen een nieuwe, ‘goede’ overeenkomst te sluiten. Ik denk dat deze belofte niemand zal misleiden, net als de verklaring van de minister van Buitenlandse Zaken van de VS Pompeo, waarin hij zegt dat de VS ‘geen plannen hebben om geleidelijk nieuwe raketten te plaatsen’. Het betekent slechts dat de VS deze raketten nog niet heeft. En die garanties hebben de Europeanen duidelijk niet overtuigd. Ze zijn ongerust, en dat is begrijpelijk. Iedereen herinnert zich nog de ‘raketcrisis’ van begin jaren tachtig, toen op ons continent honderden raketten werden opgesteld: Sovjet-SS20’s en Amerikaanse Pershing-raketten en vleugelraketten. En iedereen begrijpt dat een nieuwe ronde rakettenwedloop nog gevaarlijker kan uitpakken.
Ik moedig de inspanningen van de Europese landen aan om het INF-verdrag te redden. De Europese Unie riep de VS op om ‘de gevolgen van het verlaten van de overeenkomst voor hun eigen veiligheid, de veiligheid van hun bondgenoten en heel de wereld te heroverwegen’. Heiko Maas, minister van Buitenlandse Zaken van de Bondsrepubliek Duitsland, waarschuwde ervoor dat ‘de beëindiging van de uitvoering van het INF-akkoord talloze negatieve gevolgen zal hebben’ en reisde naar Moskou en Washington om te proberen met een aanpassing het probleem op te lossen. Helaas tevergeefs. Maar de inspanningen moeten ook worden doorgezet als het vertrek van de VS uit het verdrag en het stopzetten van de werking ervan definitief worden. Er staat veel te veel op het spel.
Tegenstanders van het verdrag zeggen dat er sinds het afsluiten van het verdrag te veel is veranderd, dat het verdrag verouderd is. Het eerste is natuurlijk waar, maar het tweede is een grote vergissing. Veranderingen die in de wereld plaatsvonden vragen niet om het weigeren van een overeenkomst, die na de beëindiging van de Koude Oorlog een fundament voor internationale veiligheid creëerde, maar om een verdere beweging richting een einddoel: stopzetting van kernbewapening. Juist hierop moeten we onze inspanningen richten.

 

© 2019 Michail Gorbatsjov
© 2019 Nederlandstalige uitgave: Uitgeverij Unieboek | Het Spectrum bv, Amsterdam

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum