Leesfragment: Altijd iets te vinden

04 september 2020 , door Wieteke van Zeil
|

Nu in de winkel: het nieuwe boek van Wieteke van Zeil: Altijd iets te vinden. De kunst van het oordelen. Lees bij ons de Inleiding.

In Altijd iets te vinden verkent Wieteke van Zeil de kunst van het vormen van een oordeel op haar kenmerkende manier: detail voor detail. Wie naar kunst kijkt, voelt zich misschien geneigd er meteen iets van te moeten vinden. Maar om iets echt op waarde te schatten, kan het juist helpen je mening even voor je uit te schuiven. Ze geeft tips om tot nieuwe inzichten te komen, waardoor je een gewogen oordeel kunt vormen. Het boek bevat daarnaast zestig associatieve beschouwingen over kunstdetails, die de lezer aanmoedigen zelf onderzoekend te observeren. Want oordeel vormen is een kunst, en kunst kan ons helpen beter te oordelen.

 

Inleiding

Niemand wordt geboren met meningen. Als je er net bent, staar je naar de wereld. Uren, dagen, weken, maanden. Je observeert en registreert, alle visuele informatie gaat erin, maar er komt nog geen ‘vertaling’ uit in de vorm van woorden. Het kind vindt er nog niks van. Je kijkt eerst een jaar of twee voordat woorden er een beetje toe gaan doen. Dan kijk je nog een jaar of vijf voordat je zelf leest. Daarna gaat het hard. Woorden worden belangrijker en overwoekeren de waarneming; het ruiken, het voelen, het horen, het proeven en het zien worden gevat in taal. We geven woorden aan wat we waarnemen. En dat gaat zelden zonder oordeel.
Het oordeelloze observeren van een kind is een vaardigheid die later in je leven alleen nog met grote moeite kan worden bereikt. We leren eerst opmerken, daarna op waarde schatten, en dan betekenis geven. We leren er wat van te vinden, en voor je het weet lijken die meningen vanzelfsprekend. Dan is de betekenis die we aan onze waarneming hebben gegeven een vaststaande waarheid geworden, onweerlegbaar als een natuurwet.
Toen ik dertien was, had mijn vader een T-shirt voor me gekocht waarop stond ‘I’m not opinionated, I’m just always right’. Hij had er schik in dat ik graag meepraatte aan tafel en daagde me geregeld uit iets te vinden van de politiek, van de kernwapens, van Nelson Mandela of van krakersrellen in Amsterdam. Hij wilde weten wat ik van Tina Turner vond en van Beethoven. Die meningen waren nog niet erg gepolijst, ik vond het vooral interessant dat ik er een mening over kón vormen, dat voelde een beetje alsof het onderwerp ook van mij was.
Oordeel vormen is toe-eigenen, in zekere zin. Een heel klein beetje grip krijgen op wat je om je heen ziet. Toen ik dertien was, leken die onderwerpen nog geruststellend overzichtelijk. Dat veranderde vrij snel. De wereld bleek toch een stuk moeilijker te begrijpen, en menselijk gedrag al helemaal. En lang niet elke emotie bleek af te plakken of in een hokje te stoppen met een mening. Al krijg je soms de indruk dat dat wel de mores zijn.

Wie om zich heen kijkt, hoort meningen. Die mogen we uiten, die kunnen we steeds zichtbaarder uiten, en de vrijheid om dat te doen is een groot goed. Maar het is ook een norm geworden; vooral door invloed van (social) media lijkt het soms of een snelle mening een prestatie is.
Onbewust kennen we voortdurend waarde toe aan de dingen die we zien en meemaken, gebaseerd op wat we weten en ‘normaal’ vinden. Context, cultuur en sociale normen beïnvloeden de manier waarop we betekenis toekennen aan de wereld om ons heen. ‘Eigen mening’ en vrijheid van meningsuiting worden gevierd, al is het soms de vraag hoe eigen of vrij die mening is. Wat je niet weet, kun je immers niet meewegen. En wat je niet zelf ervaren hebt, is moeilijker op waarde te schatten. Goed oordeel vormen is, kortom, een kunst.

En kunst kan ons helpen beter te oordelen. Het biedt ons nieuwe perspectieven, en laat de wereld soms zien vanuit een andere blik dan de jouwe. Het daagt ons uit zelf iets te vinden: mooie details, onvermoede associaties en nieuwe betekenissen.
Een van de mooiste kwaliteiten van beeldende kunst vind ik juist de afwezigheid van woorden. Het bestaat buiten de taal; om een kunstwerk te ervaren, maakt het niet uit in welke taal je bent opgevoed. We krijgen iets aangereikt in beeld. De betekenis geeft zich niet meteen prijs, en omdat je er meestal niet meteen woorden aan kunt geven, worden we een beetje teruggeworpen op dat open observeren dat jonge kinderen doen. Het kunstwerk kan de werkelijkheid uitbeelden of niet, het kan abstract zijn of figuratief, kwetsbaar of hard. Het kan actueel zijn, al is het eeuwenoud, omdat het over dingen gaat die mensen ook nu nog aangaan.
Beeldende kunst is een vrije zone waar de mogelijkheid te interpreteren en een oordeel te vormen altijd openstaat, voor elk mens en elke generatie opnieuw.
Dat kan wel lastig zijn. We zijn zo gewend snel een mening te (moeten) hebben, dat ‘mooi’ of ‘raar’ snel gezegd is. De onbewuste drang om ergens iets van te vinden is hardnekkig. En als je er zelf niet meteen iets van vindt, is er vaak wel iemand om je heen die je alvast een oordeel toestopt, alsof dat dé manier is om het werk te begrijpen en daarmee de kous af is. Maar om iets goed op waarde te schatten, kan het juist helpen je mening even voor je uit te schuiven. Kunstwerken geven ons de kans die vaardigheid te oefenen. Om plezier te krijgen in het observeren zelf, in het zorgvuldig vormen van een oordeel, en in het bewust worden van hoe je tot je oordeel komt. En te ontdekken wat dat over jou zegt.
Om beter te kijken heb ik mijzelf aangeleerd te beginnen bij de details. Details kunnen licht werpen op hoe je het geheel ziet, zoals je in een intieme relatie soms juist aan de kleinste gebaren kunt aflezen wat de werkelijke waarde van het geheel is. Anders kun je belangrijke dingen makkelijk over het hoofd zien.
Zo zag ik de kwaliteit van Bernini’s marmeren borstbeeld van kardinaal Agostino Valier [zie pagina 71] pas goed toen ik merkte dat Valiers cape niet goed geknoopt zat; er zit een leeg knoopsgat tussen. Ik wilde zijn cape bijna pakken om het knoopje door het gat te wurmen, tot ik me realiseerde dat het marmer is, en Bernini mij dus zover had gekregen een knoop te willen vastmaken die er helemaal niet ís. Bij Kehinde Wiley, de Amerikaanse kunstenaar die extreem realistisch mensen schildert, had ik pas door hoe goed hij ons in de maling neemt toen ik merkte dat de weerspiegeling van een paar roze en groene fantasiedecoraties uit de achtergrond zichtbaar waren op de glanzende huid van zijn model. Roze en groene gloed over de bruine huid, alsof het echt licht was.

Dit boek is een verslag van kijkplezier, en een oefening in oordeelsvorming. Hoe is het mogelijk dat ik naar een stervende leeuw kijk, 2700 jaar geleden uitgebeeld op een muur in Ninivé, terwijl we op school leerden dat ‘realistische’ kunst pas enkele millennia later is ontstaan? Waarom zijn een paar steengoede vrouwelijke kunstenaars me niet eerder opgevallen, en hoe moeten we verklaren dat vrijwel geen van hen is opgenomen in de westerse canon? Hoe komt het dat we de zwarte mensen op schilderijen minder snel opmerken? En wat moet ik in hemelsnaam vinden van zo’n stunt met een versnipperend kunstwerk van straatkunstenaar Banksy?
In tegenstelling tot de tafelgesprekken op mijn dertiende, lukt het me meestal niet meteen ergens een mening over te hebben. Op veel terreinen voelt dat als een zwakte – twijfel wordt al gauw als negatief gekwalificeerd; je kiest geen kant, je bent onzeker, ongeïnformeerd of een draaikont.
Maar er is niks mis met even geen mening hebben. Soms weet je niet direct waar je op moet letten, wat de bedoeling is en of je wel genoeg weet om er iets van te kúnnen vinden. Dit boek begint daarom met zes tips om tot een gewogen oordeel te komen. Die tips zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek naar de waarneming en de factoren die vaak onbewust een rol spelen bij onze oordeelvorming. Ze laten zien wat je kunt doen om je geest open te houden voor nieuwe informatie, ook wanneer je eerste gevoelsreactie meteen duidelijk is.
Zo wordt het onderzoekend denken waartoe kunst ons uitnodigt een plezier op zich. Een plezier bovendien dat ons een vaardigheid oplevert waar we ook buiten het museum veel aan hebben. Er is altijd iets te vinden. Het is de moeite waard om daar tijd voor te nemen.

 

© 2020 Wieteke van Zeil

pro-mbooks1 : athenaeum