Leesfragment: Bezette gebieden

05 januari 2020 , door Arnon Grunberg
|

10 januari verschijnt de nieuwe Arnon Grunberg: Bezette gebieden. Lees bij ons een fragment!

Otto Kadoke, de grensoverschrijdende psychiater uit Moedervlekken, is terug. Nadat het verhaal van zijn alternatieve therapie door een bekende auteur te boek is gesteld en een bestseller is geworden, raakt hij verstrikt in een web van halve waarheden, interpretaties en leugens dat hem zijn baan kost - en zijn reputatie vernietigt. Maar niet alleen dat: zijn moeder is inmiddels weer vader geworden en de verzorgster van vader ontpopt zich tot een onvermoeibare aanhangster van Christenen voor Israël.
Op een dag, als alles verloren lijkt, staat een ver familielid voor de deur: in haar ziet Kadoke zijn kans om te ontsnappen. Ze voert hem - en zijn vader - naar de bezette gebieden, waar hij tegen zijn zin in als verlosser wordt onthaald.
Bezette gebieden is een hartverscheurende, maar ook zeer komische roman over het verleden dat toekomst en heden overwoekert, over schuldige affaires op onschuldige plekken, en onschuldige affaires op schuldige plekken.

N.B. Eerder publiceerden we voor uit De joodse messias, Goede mannen, MoedervlekkenHet bestand, Apocalyps en Huid en haar, en bespraken we Aan nederlagen geen gebrek, De man zonder ziekte en Brieven aan Esther. Lees ook, ten slotte, de eerste zin van Arnon Grunbergs Tirza, vertaald door Sam Garrett.

 

5

Het transport van moeder naar Amsterdam is voor alle betrokkenen ingrijpend. Moeder wilde eerst niet naar Zeeland, nu wil ze daar niet weg en Michettes vader zegt: 'Ik begin te beseffen dat het definitief is, Michette komt niet terug.'
'Vermoedelijk niet definitief,' antwoordt Kadoke, 'maar langdurig, zo langdurig dat ik mijn moeder niet alleen in dit hotel wil achterlaten.'
Gelukkig heeft moeder niet veel spulletjes. In afwachting van het definitieve einde gooide ze het meeste al weg.
Ze rijden zwijgend naar Amsterdam. Moeder is nukkig en als ze in de namiddag aan haar vertrouwde eettafel zit begint ze te klagen. 'Wat heb je met mijn huis gedaan?' vraagt ze. 'Het stinkt hier naar zweetvoeten.'
'Ik ruik niets,' antwoordt Kadoke, maar na een paar minuten moet hij toegeven dat er een eigenaardige lucht in het huis hangt. 'Ik zal de boel eens goed laten doorluchten,' belooft hij.
'En dan die rotzooi,' zegt moeder, 'wat een vreselijke rotzooi. Alsof hier beesten hebben gewoond, geen mensen.'
'Je bent onverwacht thuisgekomen, ik had niet veel tijd alles zo in te richten als jij het graag wil.'
Hij zet thee, zoekt een sweater voor moeder tegen de kou. Als hij terugkomt ziet hij dat ze haar pruik heeft afgetrokken en de medicijnen die voor haar stonden op de grond heeft gegooid.
'Wat doe je nou?' vraagt Kadoke. 'Je bent toch geen kind.'
'Het heeft te lang geduurd,' antwoordt ze.
'Wat?' vraagt Kadoke. 'Wat heeft te lang geduurd?' 
'Deze onzin.'
'Welke onzin?'
'Dit,' zegt ze. Ze wijst op de pruik. 'Nu ik hier terug ben voel ik het. Waar is moeder? Waar is ze?'
'Jij bent moeder,' zegt Kadoke.
Ze schudt haar hoofd en Kadoke begint de medicijnen op te rapen.
'Voor wie doen we dit?' vraagt ze. 'Voor wie voeren we deze komedie op? Zolang het meisje er was, was zij mijn publiek. Maar nu ze me verlaten heeft, weet ik dat zij er ook nooit echt in heeft geloofd. Hoe heb je me al die tijd zo voor de gek kunnen houden, waarom ben je erin meegegaan, waarom heb je me niet tegen mezelf beschermd, waarom heb je me deze komedie laten opvoeren?'
Kadoke mist een tablet. Hij zoekt verder.
'Deze farce,' roept moeder. 'Hoor je me? Ik ben moeder niet. Ik wil het ook niet meer zijn. Ik kan het niet meer zijn. Ze is dood. Ze is morsdood.' En opnieuw gooit moeder haar medicijnen op de grond.
Nog steeds op zijn knieën pakt Kadoke moeders hand en hij zegt: 'Je moet ophouden. Ik begrijp dat dit ingrijpende veranderingen zijn, maar zo gaat dit niet. Je kunt je niet als een opstandig kind gedragen, lieverd. Je moet blijven wie je bent.'
'Maar ik ben dit niet,' roept moeder. 'Voor dat meisje was ik het, zij was erin gaan geloven, maar voor mezelf en voor jou toch nooit echt? Zeg nou eerlijk, waarom hebben we dit gedaan?'
'Ik had geen keus,' zegt Kadoke, zittend op de grond. 'Je was zo depressief. Kun je je dat nog herinneren? Het verdriet had je overmand, je dreigde erdoor te worden weggespoeld, ik had alles gedaan om dat te voorkomen. Ik heb je wensen vervuld, niet meer dan dat.'
Kadoke's vader had op hoge leeftijd besloten vrouw te worden, beter gezegd, hij had besloten zijn eigen vrouw te worden nadat die was overleden. Na enige aarzeling besefte Kadoke dat hij hem in die beslissing moest steunen en gaandeweg was de oude man veranderd in een oude vrouw, de komedie was werkelijkheid geworden.
'Ik kan een van de plastabletten niet meer vinden,' zegt Kadoke.
'Wat kunnen mij die plastabletten schelen. Ik ben je moeder niet. Daar gaat het om. Jouw moeder is dood. Ik ben je vader en ik wil ook dood. Maak me alsjeblieft dood.'
Had hij haar wensen vervuld of toch alleen zijn eigen wensen? Had hij haar, toen ze nog hij was, moeten laten sterven? Had hij haar moeten opgeven? Was dit de dood die te laat kwam?
Kadoke staat op, streelt haar vrijwel kale hoofd. Nu, zo zonder pruik, maar wel met een jurk aan, krijgt het woord 'farce' een andere lading. Waarom neerkijken op de aftakeling? Met welk recht? Behalve dan het recht van de gezondheid, de jeugd.
'Je weet wat mijn beroep is, ik maak mensen niet dood, ik probeer ze in leven te houden. Er zijn discussies over de vraag wanneer je mensen moet laten gaan, ik heb daar ideeën over, misschien zelfs overtuigingen, hoewel ik niet zo van overtuigingen hou, het woord staat me tegen, het is me te compromisloos. Maar als dat echt is wat je wil dan kunnen we daarover praten, ik geloof alleen nog niet dat dat echt is wat je wil, een week geleden wilde je het nog niet.'
Moeder ziet er, hij kan het niet ontkennen, erbarmelijk uit, een toneelspeelster na afloop van de première in de kleedkamer, in het volste besef dat het stuk geen succes was.
'Toen deed ik alsof.'
'Je deed alsof je wilde leven?'
Ze knikt. 'Voor jou,' zegt ze met een zachte stem, alsof ze een misdaad opbiecht, 'en voor dat meisje.'
'Dan kun je het nu toch ook voor mij doen? Maar ik ga even verder met het zoeken naar die plastablet. Kun je beloven niet weer alle medicijnen op de grond te gooien? Kun je proberen niet opstandig te zijn?'
'Ik bén opstandig,' roept moeder. 'Dat meisje heeft me in de steek gelaten.' Ze pakt haar pruik, gooit die door de kamer. Voor iemand die dood wil zit er veel leven in haar.
'Michette is niet van ons,' antwoordt Kadoke vanonder de tafel en even ervaart hij de stekende sensatie van het gemis. Hij had geleefd voor twee mensen, Michette is weg en moeder wil geen moeder meer zijn, sterker nog, ze wil dood. 'Ik vind wel een andere verzorger voor je. En natuurlijk ben je niet te oud voor nog een transformatie, ik had dat niet moeten zeggen. Als je weer vader wil worden, zal ik je helpen. Misschien is het voor iedereen makkelijker. Weet je nog, die verzorgster die het niet kon verdragen dat je… dat je een moeder was met een piemel?' Hij heeft de plastablet gevonden.
'Ik ben geen moeder met een piemel,' roept moeder. 'Hou op met die onzin. Mijn ogen zijn geopend.'
Kadoke kruipt onder de tafel vandaan. Er ligt daar veel stof. Hij slaat het van zijn broek en veegt de plastablet schoon.
'Het was een nachtclubact, jongen, al die jaren hebben we een nachtclubact opgevoerd.'
Kadoke neemt haar gezicht in zijn handen. 'Moeder,' zegt hij. Of moet hij al vader zeggen? 'Het was geen nachtclubact, we deden het voor ons, er zijn veel manieren om de doden levend te houden, jij koos voor een ongebruikelijke manier. Je moet je verleden niet afdoen als een vergissing, als een act, je moet jezelf die pijn besparen. De waarheid is anders, ik zag wie je was geworden, ik was vergeten wie je daarvoor was, voor mij was je geen man meer.'
Hij laat haar gezicht los, gaat tegenover haar zitten, maar aan haar ogen ziet hij dat hij haar niet overtuigd heeft. Voor haar is het leven niets dan wat vernietiging, enkele nachtclubacts en een zoon die misschien ook nauwelijks meer is dan dat.

 

© Arnon Grunberg 2020
© Lebowski Publishers, Amsterdam 2020

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum