Leesfragment: De Kruisvaarders

10 januari 2020 , door Dan Jones
| |

Donderdag 16 januari komt Dan Jones naar SPUI25 om te spreken over De Kruisvaarders. Lees bij ons alvast een fragment! Lees bij ons alvast een fragment!

Tussen de elfde en de dertiende eeuw vochten christelijke en islamitische legers om zeggenschap over het Heilige Land. In De Kruisvaarders vertelt Dan Jones het verhaal van de eerste kruistocht in 1095 onder aanvoering van de Brabander Godfried van Bouillon en graaf Robrecht van Béthune, de Leeuw van Vlaanderen, tot en met het verlies van het laatste christelijke bolwerk in de Levant. In elk van de 25 hoofdstukken staat een persoon - meer of minder bekend - centraal. Dan Jones is een van de populairste historici van het moment. Ook De Kruisvaarders maakt weer duidelijk waarom: Jones blinkt uit in het schrijven van verhalende geschiedenis.

 

Inleiding

Een epos geschreven in bloed...

Kort voor het paasfeest van het jaar 1188 trok een Engelse aartsbisschop van Canterbury naar Wales om strijders te rekruteren. In het oostelijke Middellandse Zeegebied, duizenden kilometers van Engeland, was een oorlog uitgebroken en de aartsbisschop, Boudewijn van Forde, had de taak gekregen een paar duizend strijdbare mannen te werven voor het leger dat daar vocht.
Zo op het oog was het geen eenvoudige missie. Voor degenen die zich opgaven, zou de reis over land en zee naar het Oosten en terug minstens achttien maanden duren. De onderneming zou veel geld kosten, en het risico van schipbreuken, berovingen, hinderlagen of de dood door ziekte lang voordat ze het uiteindelijke doel, het christelijke koninkrijk Jeruzalem in Palestina, ooit zouden bereiken, was levensgroot. Het vooruitzicht dat ze met iets van oorlogsbuit zouden terugkeren, was te verwaarlozen. Sterker, de kans dat ze überhaupt naar huis zouden terugkeren, was verontrustend klein.
De vijandelijke leider Salach al-Din Joesoef ibn Ajjoeb, kortweg Saladin, de Koerdische sultan van Egypte en Syrië, was zeer kundig en had de legers van de 'Franken', zoals de christenen uit het Westen werden genoemd, al een reeks verpletterende nederlagen bezorgd. In de zomer van 1187 had hij een groot leger op het slagveld vernietigd, de koning van Jeruzalem gevangengenomen, de heilige reliek van het kruis van Christus bemachtigd en een christelijke regering uit de stad Jeruzalem verdreven. De enige zekere beloning die deelnemers aan de vergeldingsoorlog tegen Saladin tegemoet konden zien, zou verlossing in het hiernamaals zijn, waar God de strijders welwillend zou belonen met een makkelijkere en snellere toegang tot het paradijs.
In een tijdperk dat geobsedeerd werd door het berekenen van de persoonlijke zondelast en de verlichting daarvan, was dat een aantrekkelijker aanbod dan tegenwoordig, maar toch moest Boudewijn alles op alles zetten toen hij in Wales met zijn gevolg van stad naar stad trok om te prediken, te overreden en geestdrift te wekken voor een oorlog tegen een vijand die niemand van zijn toehoorders ooit had gezien, in een land dat maar heel weinigen anders dan in hun fantasie kenden.
In het kleine stadje Aberteifi, in het westen van Wales, leidde de komst van Boudewijn tot ruzie bij een jonggetrouwd stel. De man had besloten om zich op te geven voor de kruistocht, maar zijn vrouw stond erop dat hij helemaal nergens naartoe zou gaan. De schrijver Gerald van Wales, die met aartsbisschop Boudewijn meereisde en een levendig verslag van hun campagne bijhield (hoewel hij de namen van de echtgenoten helaas niet vermeldde), beschreef hoe de vrouw 'haar echtgenoot bij zijn mantel en riem vasthield, en openlijk (...) verhinderde dat hij naar de aartsbisschop ging'. Ze worstelden en zij won. Maar, aldus Gerald, haar overwinning bleek kortstondig en eindigde gruwelijk: 'Drie avonden later hoorde ze een vreselijke stem die zei: "Jij hebt mijn dienaar van mij weggenomen, daarom zal wat jou dierbaar is, van je worden weggenomen."'
Die nacht draaide ze zich tijdens haar slaap om en drukte daarbij haar babyzoontje, dat bij haar in bed lag, per ongeluk dood. Het was een tragedie. Maar het was ook een teken, besefte ze. Hoewel de aartsbisschop inmiddels verder was getrokken, zocht het bevreesde echtpaar de bisschop van het diocees op om de afschuwelijke gebeurtenis te rapporteren en om vergeving te vragen.
Er was maar een oplossing denkbaar en ze wisten allemaal welke dat was. De christenen die hadden toegezegd om tegen Saladin te gaan vechten, toonden hun status als ingezworen heilige strijders van het leger van Christus door een kruis van stof op de arm van hun kleding te naaien.
De vrouw bracht het kruis zelf op de kleding van haar man aan.

Dit is een boek over de kruistochten: de middeleeuwse oorlogen van pauselijk gesanctioneerde en door christenen aangevoerde legers tegen de als vijanden van Christus en de kerk van Rome opgevatte tegenstanders. De titel, De Kruisvaarders, geeft zowel het thema als de benadering aan. Gedurende de middeleeuwen was er heel lang geen specifiek woord om de 'kruistochten' aan te duiden zoals we die tegenwoordig zien: een reeks van acht of negen grote expedities vanuit West-Europa naar het Heilige Land, aangevuld met een reeks andere, oppervlakkig daaraan gerelateerde oorlogen die van de zondoorstoofde steden aan de Noord-Afrikaanse kust tot in de bevroren bossen van het Balticum werden gevoerd. Maar vanaf de vroegste dagen van het fenomeen was er al wel een woord voor degenen die ten strijde trokken. De mannen en vrouwen die in de hoop op geestelijke verlossing bij wijze van boetedoening aan deze oorlogen deelnamen, werden in het Latijn crucesignati genoemd - degenen met het teken van het kruis. In die zin ging het idee van de kruisvaarder dus vooraf aan het idee van de kruistochten, en dat is een van de redenen waarom ik hier de voorkeur aan het oudere begrip heb gegeven.
Belangrijker is echter nog dat de titel De Kruisvaarders aangeeft welke benadering ik heb gekozen om het verhaal te vertellen. Het boek bestaat uit een reeks opeenvolgende, chronologisch geordende episoden waarin mensen die bij de kruistochten betrokken waren, centraal staan, om zo een historisch tableau te schetsen dat de hele periode omvat. De personen die ik heb uitgekozen om ons op onze reis te begeleiden, zijn de 'kruisvaarders' uit de boektitel, en zij vormen naar ik hoop een gezelschap dat ons het verhaal van de kruistochten vanaf de frontlinie kan vertellen.
Ik heb de keuze van de 'kruisvaarders' opzettelijk heel breed gehouden. Het gaat om vrouwen en mannen, christenen uit de oosterse en de westerse kerken, soennitische en sjiitische moslims, Arabieren, joden, Turken, Koerden, Syriërs, Egyptenaren, Berbers en Mongolen. Het boek wordt bevolkt door mensen uit Engeland, Wales, Frankrijk, Scandinavië, het Duitse Rijk, Italië, Sicilië, Spanje, Portugal, de Balkan en Noord-Afrika. Er komen zelfs Vikingen in voor. Sommigen spelen een hoofdrol, anderen zijn figuranten. Maar dit is hun verhaal.
Het algehele resultaat is een bewust pluralistische geschiedenis van de kruistochten. In historiografisch opzicht wil dat zeggen dat het verhaal zich niet exclusief richt op de vestiging, overleving en teloorgang van de kruisvaardersstaten in Palestina en Syrië en de oorlogen tegen de moslims in die gebieden. Dat is een rode draad in het verhaal, maar die wordt in de context geplaatst van concurrerende geschiedenissen van officiële kruistochten die op het Iberisch Schiereiland, in de Baltische staten, in Oost-Europa, Zuid-Frankrijk, op Sicilië en in Anatolië werden uitgevochten, alsmede de onofficiële volksbewegingen die elders werden aangewakkerd. In verhaaltechnisch opzicht betekent het dat ons verhaal door een veelheid van mensen wordt gedragen, een collectief dat een caleidoscopisch, intrigerend en kleurrijk beeld van hun gemeenschappelijke tijdperk biedt.
Dat is althans het doel. Terwijl ik dit boek in het licht zend, ben ik me natuurlijk zeer bewust van - en bijzonder dankbaar voor - de vele uitstekende studies over de kruistochten die in recente jaren zijn geschreven. De grootste blijft wellicht, ondanks haar leeftijd, de schitterende driedelige kroniek van Sir Steven Runciman, A History of the Crusades (1951-1954); maar meer recent zijn de Engelstalige lezers verwend met de publicatie van Christopher Tyermans God's War: A New History of the Crusades (2006), Thomas Asbridges The Crusades: The War of the Holy Land (2010), Jonathans Phillips' Holy Warriors: A Modern History of the Crusades (2010), de derde editie van The Crusades: A History (2014) van de grote, in 2016 overleden Jonathan Riley-Smith, en Paul M. Cobbs The Race for Paradise: An Islamic History of the Crusades (2014). Al deze boeken zijn uitstekende gidsen voor de periode, en hoewel ik me in mijn verhaal strikt beperkt heb tot citaten uit primaire bronnen, was het een grote geruststelling om deze voorbeeldige moderne geschiedwerken op mijn leesplank te hebben staan . naast honderden andere boeken en artikelen, zowel algemene als specialistische, van andere geleerde voorgangers. Zonder het werk van generaties van kruisvaarthistorici uit verleden en heden zou dit boek eenvoudigweg niet mogelijk zijn geweest.
De Kruisvaarders bestaat uit drie secties. De eerste beslaat de periode waarin de vele elementen van het gedachtegoed, de activiteiten en de strijd die de kruisvaartbeweging hebben beïnvloed vanaf de jaren zestig van de elfde eeuw, tot ontwikkeling kwamen. Dit deel werkt toe naar het ongelooflijke verhaal van de Eerste Kruistocht, met als hoogtepunt de val van Jeruzalem in juli 1099.
Het tweede deel pakt het verhaal een paar jaar later op, aan het begin van de twaalfde eeuw. Het beschrijft de groei en ontwikkeling van de kruisvaardersstaten in Syrië en Palestina, besteedt aandacht aan de oorlogen tussen de christelijke heersers en de islamitische machten in Spanje (bekend als de reconquista) en verkent de verspreiding van de kruisvaartbeweging naar een nieuw gebied buiten deze twee strijdtonelen, rond de kust van de Oostzee. Het verhaal van deze sectie kent twee grote crises als uitgangspunt: het verlies van Edessa in 1144, aanleiding voor de Tweede Kruistocht, en de verovering van Jeruzalem door Saladin in 1187, waarop de Derde Kruistocht volgde.
De derde en laatste sectie handelt over de wanhopige pogingen van het westerse christendom om Jeruzalem te heroveren, in de eerste helft van de dertiende eeuw, gevolgd door de neergang van de kruisvaardersstaten in het Oosten na de opkomst van de rijken van de Mongolen en de mammelukken. Dit deel beschrijft ook de reusachtige uitbreiding en politisering van de kruisvaardersideologie en -instituties tijdens en na het pausschap van Innocentius III, en het proces waarmee de kruisvaart binnen en buiten de kerk op nieuwe vijanden, echte en ingebeelde, werd gericht. De Kruisvaarders komt de belofte na om een lang en breed opgezet verhaal te vertellen, en eindigt niet in 1291 met het definitieve ineenstorten van het koninkrijk Jeruzalem, maar in 1492, met de voltooiing van de reconquista en de verplaatsing van de kruisvaardersdrang en -energie naar de Nieuwe Wereld. Ten slotte worden in een korte epiloog het voortleven van en de veranderingen in de collectieve herinnering aan de kruistochten tot op heden geschetst.
Elk hoofdstuk van dit boek zou een studie op zichzelf kunnen zijn, en is dat in de meeste gevallen ook geweest. Ik hoop dat lezers zich door wat hier volgt laten inspireren om zich verder in de geschiedenis van de kruisvaart te verdiepen, en dat degenen die al meer over deze periode hebben gelezen, waardering zullen hebben voor de benadering die ik heb gekozen. En zoals met al mijn boeken, hoop ik dat het verhaal even onderhoudend als informatief is. Sir Steven Runciman schreef ooit: 'Het romantische verhaal van de kruistochten was een epos dat geschreven werd in bloed'.
Dat was het. En dat is het. Laten we beginnen.

Dan Jones
Staines-upon-Thames
Lente 2019

 

Copyright © 2019, Dan Jones
Copyright Nederlandse vertaling © 2020, Uitgeverij Omniboek

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum