Leesfragment: Een kleine geschiedenis van Rusland

01 augustus 2020 , door Mark Galeotti
| |

Donderdag 6 augustus verschijnt Mark Galeotti's Een kleine geschiedenis van Rusland. Van de heidenen tot Poetin (A Short History of Russia, vertaald door Mario Molegraaf). Wij publiceren voor!

Rusland is een land zonder natuurlijke grenzen, zonder eenduidige etnische achtergrond, zonder een echte centrale identiteit. Op het kruispunt van Europa en Azië behoort het land tot allebei en tegelijk tot geen van beide. En toch is het een van de machtigste landen op aarde, een hoofdrolspeler op het wereldtoneel met een rijke geschiedenis van oorlog en vrede, dichters en revolutionairen.

Mark Galeotti, een van de meest bevlogen Ruslandexperts, weet de geschiedenis van misschien wel 's werelds meest onbegrepen land inzichtelijk te maken. Hij neemt ons mee naar de vorming van een natie, naar oude legendarische helden als Rurik en Vladimir de Grote, naar wonderbaarlijke vorsten als Peter de Grote en Catharina de Grote, naar de opkomst en ondergang van de Romanovs, en natuurlijk naar de Russische Revolutie, de Koude Oorlog, Tsjernobyl en het einde van de Sovjet-Unie. Tot slot beschrijft hij de opkomst van een niet al te opmerkelijke KGB-agent, Vladimir Poetin.

N.B. Eerder publiceerden we voor uit We moeten het even over Poetin hebben en besprak Raymond van den Boogaard The Vory.

 

Inleiding

Het oudste boek in Rusland spreekt niet met één stem. Het buldert en ruist, mompelt en kreunt, lacht en fluistert, bidt en balkt op almaar zachtere toon. In juli 2000 ontdekten archeologen die opgravingen deden in een van de oudste wijken van een van de oudste steden van Rusland – Novgorod, vroeger bekend als Heer Novgorod of Novgorod de Grote – drie houten tabletten met een waslaag, vroeger samengebonden als een boek. Volgens koolstofonderzoek en andere schattingen dateerden ze ergens tussen 988 en 1030 n.Chr. Op de wastabletten zijn twee psalmen gekrast. Maar het gaat om een palimpsest, een document dat is gebruikt en hergebruikt, keer op keer, tientallen jaren lang, en de vroegere geschriften kun je er nog net op zien. Door het nauwgezette werk van de Russische linguïst Andrej Zaliznyak kwam een verbijsterend scala van allerlei ooit in de was gegrifte geschriften aan het licht, duizenden, vanaf de ‘Spirituele instructie voor de zoon van een vader en een moeder’ tot het begin van de Openbaring van Johannes, een lijst met het alfabet van het Kerkslavisch, zelfs een verhandeling ‘Over maagdelijkheid’.
Zeer toepasselijk.

Palimpsestvolk

Rusland is een land zonder natuurlijke grenzen, bestaat niet uit één stam of volk, heeft geen centrale identiteit. Alleen al de omvang is verbluffend – Rusland strekt zich uit over elf tijdzones, vanaf de Europese burchtregio Kaliningrad, tegenwoordig afgesneden van de rest van het moederland, helemaal tot aan de Beringstraat, slechts 82 kilometer van Alaska. In combinatie met de ontoegankelijkheid van vele Russische regio’s en de zeer verspreide bevolking verklaart dit mede waarom het handhaven van centrale leiding zo’n probleem is geweest, en waarom deze greep op het land verliezen zo’n schrikbeeld voor de heersers is geweest. Ik sprak eens met een (gepensioneerde) kgb-medewerker die toegaf: ‘We meenden altijd dat het alles of niets was: we hielden het land in een strakke vuist, of anders zou alles uiteenvallen.’ Ik vermoed dat zijn voorgangers, vanaf tsaristische officieren tot vroegmiddeleeuwse grootvorsten, min of meer dezelfde zorgen hadden – evenals ongetwijfeld de functionarissen van Poetin die, ook met alle voordelen van moderne communicatie, vandaag de dag hebben.
De positie van Rusland op het kruispunt van Europa en Azië betekent ook dat het land voor iedereen de eeuwige ‘ander’ is; Europeanen zien Rusland als Aziatisch en vice versa. De Russische geschiedenis is van buitenaf gevormd. Het land heeft invasies gekend van buitenstaanders, vanaf Vikingen tot Mongolen, vanaf de Duitse Orde op kruistocht tot de Polen, de Fransen van Napoleon tot de Duitsers van Hitler. Ook wanneer het land niet lijfelijk werd belaagd, werd het door externe culturele krachten gevormd: altijd keek men over de grenzen voor alles vanaf cultureel kapitaal tot en met technologische innovatie. Verder reageerde het land op het gebrek aan duidelijke grenzen door een gestaag expansieproces, waardoor nieuwe etnische, culturele en religieuze identiteiten aan de mix werden toegevoegd.
Zo bezien zijn de Russen zelf een palimpsestvolk, burgers van een lapjesdekennatie waar deze externe invloeden in alle aspecten van het bestaan heel duidelijk te zien zijn. Hun taal getuigt daarvan. Een treinstation heet bijvoorbeeld een vokzal, naar station Vauxhall in Londen, het gevolg van een ongelukkige vertaalblunder toen een geïmponeerde Russische delegatie een bezoek bracht aan het negentiende-eeuwse Engeland. Maar destijds sprak de Russische elite Frans, dus laden ze hun bagazh toch in hun kushet-slaapwagen. In Odessa, in het zuiden, kregen de straten Italiaanse namen, omdat dit de algemene handelstaal van de Zwarte Zee was. In Birobidzjan bij de Chinese grens is de plaatselijke taal daarentegen tot de dag van vandaag Jiddisch, aangezien Stalin in de jaren dertig probeerde Sovjetjoden aan te moedigen daarheen te verhuizen. In het gefortificeerde Kremlin van Kazan is er een orthodoxe kathedraal én een islamitische moskee, terwijl in het hoge noorden sjamanen oliepijplijnen zegenen.
Natuurlijk zijn alle volken in meerdere of mindere mate mengelingen van verschillende religies, culturen en identiteiten. In een tijd waarin curry het populairste gerecht is in Engeland, de Académie Française de verloren strijd blijft voeren om het Frans te vrijwaren van buitenlandse woorden, en meer dan één op de acht Amerikaanse burgers van buitenlandse afkomst is, is dit ongetwijfeld een gegeven. Maar aan de Russische ervaring vallen drie dingen op. Ten eerste alleen al de diepte en variatie van deze dynamische, eksterachtige toe-eigening van invloeden van buitenaf. Ten tweede de specifieke methode waarop opeenvolgende lagen op elkaar zijn aangebracht en zo dit bepaalde land, deze bepaalde cultuur hebben gevormd. Alle naties mogen mengelingen zijn, maar de ingrediënten en methodes van de vermenging lopen sterk uiteen. Ten derde de Russische reactie op dit proces.
De Russen, zich bewust – vaak zelfbewust – van deze onvaste, hybridische identiteit, reageerden door het scheppen van een reeks nationale mythen om een en ander te ontkennen of te eren. Zelfs de stichting van wat we tegenwoordig Rusland noemen is verhuld geraakt in zo’n nationaal ‘in den beginne’-verhaaltje, zoals ik in hoofdstuk 1 zal bespreken, met een verovering door Vikingbuitenstaanders zo heschreven dat de verslagenen zélf de invallers vroegen te komen. Sindsdien is er een stroom van dergelijke legendes geweest, vanaf hoe Moskou tegelijk christelijk en het ‘Derde Rome’ werd, de wieg van het ware christendom (nadat het ‘Eerste Rome’ in handen van de barbaren viel en het ‘Tweede Rome’, Byzantium, in handen van de islam) tot en met de pogingen vandaag de dag van het Kremlin Rusland voor te stellen als het bastion van traditionele sociale waarden en het bolwerk tegen een door Amerika gedomineerde wereldorde.

‘Back to the future’

De Mongolen veroverden Rusland in de dertiende eeuw en toen hun macht taande, vonden hun meest efficiënte collaborateurs, de grootvorsten van Moskou, zichzelf uit als de grootste pleitbezorgers van hun natie. Steeds weer zouden Russische heersers het verleden aanpassen in de hoop zo de door hen gewenste toekomst te scheppen, doorgaans door het recyclen van de culturele of politieke mythen en symbolen die ze konden gebruiken. De tsaren annexeerden de symbolen van het illustere Byzantium, maar de tweekoppige adelaar van het Rijk keek in dit geval naar het westen en naar het zuiden. In de loop van de eeuwen zou de complexe relatie van Rusland met het Westen steeds essentiëler worden. Soms hield dit in ideeën overnemen en waarden aan de behoeften aanpassen, vanaf tsaar Peter de Grote die de Russen het bevel gaf hun kinnen in Europese stijl te scheren (of anders een speciale ‘baardenbelasting’ te betalen) tot en met de Sovjets die een hele maatschappij bouwden op hun kijk op een ideologie die Karl Marx bedoeld had voor Duitsland en Groot-Brittannië. Soms hield het een zelfbewuste vastbeslotenheid in westerse invloeden te verwerpen, desnoods door het verleden opnieuw te definiëren, bijvoorbeeld door alle archeologische bewijzen te negeren dat het begin van dit land met de invasie door de Vikingen kwam. Maar het hield nooit in dat het Westen werd genegeerd.
Vandaag de dag is een nieuwe elite – in de hoop een narratief te vinden waardoor ze de aspecten van het Westen die hen aanstaan (iPhones, penthouses in Londen zonder inkomstenbelasting met progressief tarief en de rechtsstaat) eruit kunnen pikken – opnieuw begonnen te proberen zichzelf en hun land te definiëren zoals het hen goed uitkomt. Maar niet altijd met succes en het komt niet ieder ander goed uit: in de loop van de tijd gingen ze niet zozeer vragen stellen over hun plaats in de wereld, maar juist over hoe de wereld hen bejegent. Dit is de kern van het proces dat tot de opkomst van Vladimir Poetin leidde, en zijn evolutie van een eigenlijk ruimdenkende pragmaticus tot de nationalistische oorlogsleider die in 2014 de Krim inlijfde en een onverklaard conflict oppookte in het zuidoosten van Oekraïne. Dit is een land geworden waar het opnieuw bedenken van de geschiedenis niet zomaar een nationaal tijdverdrijf is, maar serieus werk is geworden. Op tentoonstellingen laat men zien dat de wortels van de moderne politiek in de Middeleeuwen zouden liggen, alsof het een evolutie in één rechte lijn betrof. De planken in de boekwinkels bezwijken onder revisionistische geschiedenisboeken en schoolboeken worden conform de nieuwe orthodoxe inzichten herschreven. Beelden van Lenin staan zij aan zij met die van tsaren en heiligen, alsof er in de visies op Rusland die zij belichaamden geen tegenstrijdigheden zitten.
De rode draad van dit boek is het verkennen van de geschiedenis van dit fascinerende, bizarre, illustere, wanhopige, irritante, bloedige en heldhaftige land, en dan vooral aan de hand van twee samenhangende thema’s: hoe opeenvolgende invloeden van over de grenzen Rusland, de palimpsestnatie, hebben gevormd, en hoe Russen hiermee in het reine kwamen via een reeks van goed uitkomende culturele constructies, door het beschrijven en herschrijven van hun verleden om hun heden te begrijpen en te proberen hun toekomst te beïnvloeden. En hoe dit vervolgens niet alleen effect had op hun onophoudelijke project een natie te bouwen, maar ook op hun relaties met de wereld. Het boek is beslist niet voor de specialist geschreven, maar voor iedereen die is geïnteresseerd in de achtergronden van een land dat je kunt afschrijven als een rommelig restant van een oud rijk en je tegelijk kunt afschilderen als een existentiële dreiging voor het Westen.
Door duizend jaar veelbewogen en vaak bloedige geschiedenis tot dit korte boek terug te brengen, heb ik onvermijdelijk een globaal beeld gegeven. Aan het eind van elk hoofdstuk bied ik een gids voor verdere literatuur die aanzienlijk wetenschappelijker is en kan helpen het evenwicht te herstellen. Desondanks is het doel van dit boek niet een uitgebreide behandeling van ieder detail te willen bieden, maar een verkenning van de zich herhalende neergangen en opkomsten van dit bijzondere land, en hoe de Russen zelf dit verhaal hebben opgevat, uitgelegd, gemythologiseerd en herschreven.

[...]

 

© 2020 Mark Galeotti
© 2020 Nederlandse vertaling Uitgeverij Prometheus en Mario Molegraaf

pro-mbooks1 : athenaeum