Leesfragment: Harpie

22 februari 2020 , door Hannah van Binsbergen
|

27 februari verschijnt Harpie van Hannah van Binsbergen. Wij publiceren een fragment!

Harpie wil er het liefst een eind aan maken. Er bevindt zich een onpeilbare afstand tussen haar en de rest van de wereld, die alleen maar groter is geworden sinds ze is gestopt met haar studie, haar grote liefde verloor en het haar niet meer lukt haar kamer te verlaten. Satan is haar enige metgezel, die zichzelf promoveert tot haar life coach. Harpie stelt zichzelf een ultimatum: in elk geval tot aan haar volgende verjaardag zal ze leven en zal ze proberen er iets van te maken. Ze neemt een bullshit kantoorbaantje om de deurwaarders op afstand te houden, en gaat als chique prostituee werken: mechanische werkzaamheden als receptionist overdag, de risico's en stiekeme geneugtes als sekswerker 's nachts. Moeiteloos glipt Harpie van de ene in de andere rol, het is maar net wie ze tegenover zich heeft, maar of dat uiteindelijk genoeg is om haar leven te redden, is nog maar zeer de vraag.

 

Sint Derdengelden

Voor het eerst sinds lange tijd is Harpie in de positie dat ze zichzelf moet voorstellen. Niet zoals ze dat het liefste doet, met een valse naam en een corresponderend onwaarschijnlijk levensverhaal, de laatst overgebleven telg van het Huis van Habsburg of medisch historicus gespecialiseerd in methoden van balsemen en mummificeren, maar min of meer het echte verhaal: Harpie Poelgeest, tweeëntwintig jaar, momenteel werkloos maar popelend om aan de slag te gaan voor uw bedrijf. Maar dat is later vandaag. Nu wentelt ze zich nog dieper in de kluwen dekens en de verleidelijke onzin van haar dromen, waarin de verplichtingen van de dag zijn teruggebracht tot een vaag voorgevoel. Als de wekker voor de vierde keer gaat, gooit ze de deken van zich af en kreunt luid. Woensdag 3 maart zwemt haar bewustzijn binnen. Elke dag een nieuwe kans, wat een genade. Wat een zieke, zieke grap.
Het is te koud om zo te blijven liggen, dus ze richt zich op, trekt het gordijn open en zet twee stappen naar haar kleine badkamer. Als ze het koordje aan het lichtknopje vastpakt, wacht ze een paar seconden met bonzend hart, voor ze het naar beneden trekt. Het doet het nog.
De afgelopen maanden werd Harpie steeds banger dat er op de deur gebonsd zou worden als ze onder de douche stond, die weinige keren dat ze onder de douche stond. Dat de deurwaarders haar deur zouden intrappen, en haar dan naakt en nat en weerloos zouden aantreffen. En dan? Daar ging het nooit over. Het idee dat ze hen zou horen, hun vuisten op de deur en hun strenge stemmen, dat was veel enger dan wat ze haar zouden kunnen afnemen.
Andere keren fantaseerde ze juist dat ze hen gracieus zou ontvangen, de deur zou openzwaaien met een groot gebaar en roepen: ‘Heren, kom toch binnen! Ik heb uw komst met smart afgewacht! Ga zitten, ik maak wel een hoekje van het bed vrij. Wil iemand misschien een glas water? Ik heb niet veel, maar wat van mij is, is van u!’ Ergens weet Harpie wel dat het misschien niet zo erg zou zijn als er iemand zou komen. Er is schuldhulp, misschien had ze een aardige sociaal werker kunnen krijgen, wie weet, misschien zelfs een net kamertje in een psychiatrisch ziekenhuis. Maar ook een prutser heeft zo haar trots. Trots, en een zekere weerstand tegen het vooruitzicht van een leven zonder gas, licht en water.
Ongeveer een week geleden heeft Harpie besloten dat het maar eens afgelopen moest wezen, en sindsdien heeft ze, vindt ze zelf, de daad op een bewonderenswaardige wijze bij het woord gevoegd. Niet dat ze haar post heeft opengemaakt of de stapel beschimmelde borden in het teiltje in de hoek van de kamer heeft weggewerkt, maar dat is klein bier vergeleken bij de stappen die ze wel gezet heeft: ze heeft haar huis verlaten, is naar een uitzendbureau gegaan en heeft een afspraak gemaakt voor een sollicitatiegesprek voor een positie als receptioniste. Bij de gedachte dat dat straks het grootste deel van haar dagbesteding kan gaan uitmaken trekt er een duizelige paniek door haar hoofd, maar, vertelt ze zichzelf, de huidige dagbesteding is al helemaal niks om over naar huis te schrijven. Dus heeft ze de laatste doos liebfraumilch door de gootsteen gespoeld en onder de douche de kleren gewassen die ze nu met druipend haar aantrekt. Ze doet haar best met make-up, maar als ze zichzelf aankijkt in de spiegel moet ze constateren dat de zieligheid zich niet helemaal van haar smoel laat poetsen. Misschien is dat niet eens zo erg. Geef die zielenpiet een kans.
Het is niet de eerste keer dat ze een plan heeft gemaakt om uit de shit te komen. Iedereen heeft weleens een goede dag, en in de laatste anderhalf jaar heeft Harpie heus af en toe om zich heen gekeken en geconstateerd dat waar ze mee bezig was geen optimale levensopzet was. Dan keek ze bijvoorbeeld naar de studiegids, en rekende voorzichtig uit hoeveel punten ze moest halen voor een diploma. Of misschien kon ze iets heel anders met haar leven doen: dan zocht ze op hoe je privédetective wordt. Maar binnen een paar uur gooide ze meestal een bom op dit soort listen. Een bachelor geschiedenis. Ja, dan word je met open armen ontvangen op de arbeidsmarkt, vooral als je niks wilt en niks kunt. En een dure beroepsopleiding aan een privé-instituut om mensen zoals jezelf te bespioneren, eerlijke kleinfraudeurs en kruimeldieven, dat klinkt als een vervullende bestemming voor een berooid en depressief jongmens. En dan gingen de series aan en de wijn open, als ze die week boodschappen had gedaan tenminste, en soms vloeide er laat op de avond dan een traan of twee. Maar meestal beoordeelde ze haar keuze voor een steil pad omlaag niet als beter of slechter dan andere keuzes.
Het isolement waarin Harpie leeft maakt haar verdriet puur. Vreemde smetten zoals de wens om erkend te worden als een zielig iemand, het verlangen naar de blik van een zekere ander, zodat hij kan zien hoe zij lijdt en dan lekker spijt krijgt, die dingen stierven af en wat er overbleef was een ellende die alleen voor zichzelf bestond, als een kunstwerk op de zeebodem. Dat was een tijdje erg bevredigend, en had als bijkomend voordeel dat venijnige vragen over de aard en reden van haar verdriet uitbleven. Voor Harpie was het duidelijk dat ze eenzaam was omdat ze verdrietig was, en niet andersom.

 

© Hannah van Binsbergen

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum