Vandaag, op de eennalaatste dag van de Poëzieweek (ontving u al het geschenk? Of de poëzieboekenlegger?), werd de shortlist voor de Ida Gerhardtprijs bekendgemaakt. Naast Iduna Paalman en Marieke Lucas Rijneveld staat ALMA-winnaar Bart Moeyaert daarop, met zijn bundel Helium. Wij mogen een gedicht brengen op Athenaeum.nl.
Wat zou je doen, zei de buurman,als je morgen in de keukenlade ware liefde vond? Of om hetminder gek te maken, voor je deur?Ik zei: meneer, ik zou er in de eerste plaatszo goed als mogelijk voor zorgenen ik zou orde scheppen, denk ik.Alle vorken bij de vorken. Ende drempel zou ik schrobbenvoor als het nog een keer gebeurt.
De jeugd, een liefde, de vitaliteit van ouders: alles is vluchtig, alles vervliegt. De tijd is ongrijpbaar – en toch doet Bart Moeyaert een poging hem in taal te vangen. Omdat afscheid nemen ook opnieuw beginnen is, opnieuw beginnen tegen wil en dank soms, maar niettemin: opnieuw beginnen. De gedichten in Helium zijn er de intieme getuigenissen van.
N.B. Van Bart Moeyaert publiceerden we voor uit Iemands lief. En we bespraken zijn nieuwste roman, Tegenwoordig heet iedereen Sorry.
Het wonder van de goede koffie Het is zoals het wonder van de goede koffie. Gemiddeld eens in de twaalf maanden houdt iemand midden in een zin zijn adem in, waarna hij naar de bodem van de kop die als gegoten op de schotel past blijft staren. Misschien minutenlang blijft het geluid uit, maar in dat hoofd zou je het brullen moeten horen. Er wordt nogal gescholden als iemand inziet dat hij jarenlang genoegen nam met drab en dat maar koffie noemde omdat er melk bij kon, en suiker. Gemiddeld één keer in het jaar heeft iemand zo’n ervaring, wat eigenlijk verbazend weinig is als je de koppen en de schotels telt die al vergeten zijn nog vóór ze worden aangeroerd. Nochtans is smaak geen kunst of wetenschap. Het is hetzelfde als gezond verstand, iets wat we voor het leven houden, zoals het kopje bij de schotel hoort, de mensen bij elkaar, het water bij de zee. (Dit gedicht bestaat ook in de versie van de goede thee.)
Het is zoals het wonder van de goede koffie. Gemiddeld eens in de twaalf maanden houdt iemand midden in een zin zijn adem in, waarna hij naar de bodem van de kop die als gegoten op de schotel past blijft staren. Misschien minutenlang blijft het geluid uit, maar in dat hoofd zou je het brullen moeten horen. Er wordt nogal gescholden als iemand inziet dat hij jarenlang genoegen nam met drab en dat maar koffie noemde omdat er melk bij kon, en suiker. Gemiddeld één keer in het jaar heeft iemand zo’n ervaring, wat eigenlijk verbazend weinig is als je de koppen en de schotels telt die al vergeten zijn nog vóór ze worden aangeroerd. Nochtans is smaak geen kunst of wetenschap. Het is hetzelfde als gezond verstand, iets wat we voor het leven houden, zoals het kopje bij de schotel hoort, de mensen bij elkaar, het water bij de zee.
(Dit gedicht bestaat ook in de versie van de goede thee.)
© 2019 Bart Moeyaert