Leesfragment: Het beste van Hugo Brandt Corstius volgens Hugo Brandt Corstius

02 maart 2020 , door Hugo Brandt Corstius
| |

3 maart verschijnt Het beste van Hugo Brandt Corstius volgens Hugo Brandt Corstius, ingeleid en uitgelegd door Liesbeth Koenen, en woensdag 4 maart wordt het boek gepresenteerd bij Athenaeum Boekhandel & Nieuwscentrum. Hieronder publiceren we drie van de juweeltjes uit het boek voor, alle drie voorafgegaan door een korte introductie van Liesbeth Koenen.

‘Juweeltjes’ stond er op nummer 695 van de 765 mappen waarin de nalatenschap van Hugo Brandt Corstius terecht is gekomen. Een verrassing: hij had bijna honderd teksten uit eigen werk gekozen. Ze beslaan een halve eeuw volop rebelleren en dwarsdenken.
Hugo Brandt Corstius bekeek alles vanuit een andere hoek dan normaal. Speels en scherp noteerde hij wat hij zag, en was daarbij geregeld zijn tijd vooruit, zoals met een wittefietsenplan en het internet.
De schepper van het bijzondere spel met het Nederlands, het Opperlands, was beroemd en berucht. Net als Battus, Piet Grijs, Maaike Helder en de vele andere afsplitsingen van deze koning van de pseudoniemen. Ook postuum spat hun talent eraf.
Zijn biografe Liesbeth Koenen schreef een inleiding, uitleg, anekdotes en flarden uit het leven van Brandt Corstius bij deze staalkaart van zijn kunnen.

 

‘Bestedingbeperkin’ mag je gerust de geboorte van het Opperlands noemen. Het is in elk geval de oudste tekst van de hand van de samensteller zelf in het boek Opperlandse taal- & letterkunde uit 1981. Hij heette hier nog niet Battus, de auteur die op het bekende roze omslag staat.
Dat pseudoniem kwam later. Maar de lust om te spelen met letters en andere vormen was er in 1957 al. Net als de blik die iets anders dan anderen ziet, een inval heeft: als je nou eens de laatste letter van elk woord weglaat?
Zijn stukken in Propria Cures ondertekent Hugo Brandt Corstius in deze periode nog met H. Br. Corstius, waarvan in dit geval de laatste s natuurlijk wordt weggelaten. De verschijning is wat dat betreft net op tijd: een week later wordt hij officieel redacteur, en verandert in de kolommen in Br.C.
Opperlands ging overigens pas in 1976 Opperlands heten. In de versie van het grote groene boek uit 2002 veranderde dat in Opperlans, zonder d. Er waren plannen om nog weer meer te verzamelen en uit te brengen onder de naam Jaderlands. Weer een ander grapje op Nederlands. Dat is er niet meer van gekomen.
Deze tekst had onmiddellijk succes. Hij werd gretig integraal overgenomen in een stukje in De Telegraaf door Johan Luger (1887-1964), die onder de naam Pasquino tientallen jaren rechts bovenaan pagina 3 een column had.

 

Propria Cures, 4 mei 1957

Bestedingbeperkin

Waaro zoude w nie d laatst lette va el woor weglate? Zoal g zie geef dez besparin gee noemenswaardig moeilijkhede b he leze. De grafisch onderafdelin va he N.V. geef i haa

Uit  Het beste van Hugo Brandt Corstius volgens Hugo Brandt Corstius

Een waarschijnlijk nog iets vroeger probeersel zit in de nalatenschap. Op een ‘waarnemingsblad’ voor proeven van de universiteit heet het niet ‘Bestedingbeperkin’ maar nog ‘Besparin’, en gaat het om niet meer dan anderhalve zin, waarin zo te zien iets misgaat bij ‘de woorden’. Of bedoelde hij ‘elk woord’?

jaarversla d volgend cijfer: Jaarlijk worde i Nederlan driehonder zesti millioe gulden gespendeer aa papie, ink e zetkoste.
D gemiddeld lengt van ee Nederland woor i ze letter. D weglatin va d laatst lette geef du allee i Nederlan pe jaa ee besparing va zesti millioe. Eénletterwoorde moete natuurlij vermede worde, ander zo ee normal zi (va ee kappe to ee studen me knipkaar): ‘O, U à f 1?’ i ee typografisc vacuu verdwijne.
D vrijgekome zesti millioe kunne da moo bestee worde voo d regeringssubsidi o d melkprij.

H. Br. Corstiu

 

***

 

Deze bijdrage toont glashelder dat we omkomen in de woorden die twee betekenissen hebben en/of twee functies vervullen.

Onze Taal, 2001, Opperlans!, 2002

Bijvoeglijk naamwoord

Het lam is lam. Het wild is wild. De bij is bij. De gans is gans. De kloek is kloek. De bot is bot. De mul is mul. De gul is gul. De min is min. De moe is moe. De straf is straf. De beurs is beurs. Het rijk is rijk. De arm is arm. De kies is kies. De milt is mild. Het hart is hard. De kout is koud. Het hol is hol. De bol is bol. De stapel is stapel. De kachel is kachel. Het plat is plat. Het vlak is vlak. Het lief is lief. Het geil is geil. Het geheim is geheim. Het gemeen is gemeen. De draagbaar is draagbaar. Het bosrijk is bosrijk. De schor is schor. De rouw is rauw. De gouw is gauw. De plomp is plomp. De Lek is lek. De Rijn is rein. De stijl is steil. De vijl is veil. De mal is mal. De slab is slap. De spits is spits. De schel is schel. De mat is mat. De bar is bar. De bars zijn bars. De barst is ’t barst. De flats zijn flets. De bits zijn bits. De links zijn links. De effen zijn effen. De fietsen zijn fietsen. De verslagen zijn verslagen. De verdragen zijn verdragen. Het kinderlijk is kinderlijk. Het ridderlijk is ridderlijk. De doffer is doffer. De witter is witter. De moeder is moeder. Het leger is leger. Het vlot is vlot. Het ruim is ruim. De trots is trots.
Het kwaad is kwaad. Het vers is vers. De rap is rap. De wijs is wijs. De pet is pet. De kut is kut. De kras is kras. De veeg is veeg. De bleek is bleek. De stomp is stomp. De druk is druk. De rijp is rijp. Het stuk is stuk. Het ras is ras. Het moederlijk is moederlijk. Het geslacht is geslacht. Het ideaal is ideaal. De duivels zijn duivels. De gelaten zijn gelaten. De deksels zijn deksels. De verbonden zijn verbonden. De lui zijn lui. De mis is mis. De brits is Brits. De rank is rank. De snert is snert. De streng is streng. De briljant is briljant. De toeter is toeter. De luier is luier. De wijzer is wijzer. De kiener is kiener. De fitter is fitter. De bleker is bleker. De ouder is ouder. De killer is killer. De rapper is rapper. De vrijer is vrijer. De vlotter is vlotter. De lichter is lichter. De logger is logger. De botter is botter. De knots is knots. De teer is teer. De dood is dood.

Battus

 

***

 

Omdat hij al zo vroeg met computers werkte en doorkreeg wat de mogelijkheden en de beperkingen waren, kon hbc vaak ook verder denken en daarmee verder kijken dan menig ander. Hier wordt in 1965 de wereld van nu beschreven, met smartphones en Google (Translate) en al. De zaak is alleen niet genationaliseerd, zoals hbc’s alter ego Raoul Chapkis voorstelde, maar goeddeels in commerciële handen gekomen. Zoals ook veel andere infrastructuur, waaronder het genoemde elektriciteitsnet, sindsdien ‘geliberaliseerd’ is, een maatschappelijke ontwikkeling die Brandt Corstius dan weer niet heeft voorzien. 

Hollands Maandblad, mei 1965

Nationaliseer het denkvermogen

In mijn straat staan zeker honderd sets encyclopedieën, in heel Nederland wel over het miljoen. Een centrale computer kan de beste, meest up to date encyclopedie herbergen en iedere abonné op het denknet kan op elk moment elke informatie krijgen die hij vraagt. Wat je nu per telefoon kan horen is tijd en weerbericht, en iets terugzeggen is er niet bij. Waarom niet het Turkse woord voor ‘voetbal’ en de uitkomst van 719037 x 42 6393?
Nu is men op één krant geabonneerd en wie eens een andere wil inzien moet naar kiosk of leestafel. Waarom zouden we niet aan de centrale allesweter vragen: ‘Wat schreef Het Parool van eergisteren over de Dominicaanse Republiek? En vertel gelijk welke kranten er net zo over dachten, en welke niet.’ Oordelen kunt u dan zelf.
Het is nu duidelijk waarom ik de term ‘de computer’ en niet ‘computers’ gebruik. Er hoort maar één computer te zijn, zoals er maar één telefoon is. Het denkwerk dat in de ene computer wordt gedaan is nl. niet onafhankelijk van het denkwerk dat in de andere wordt gedaan. Waarom daar dan mensen tussen gezet? Om het de fabrikant makkelijk te maken de losse computers te verkopen? Wie vuur wil hebben, vraagt een voorbijganger om een vuurtje, zo zal straks thuis een soort telefoon het antwoord van 719037 x 42 6393 vragen.
De computer, zo luidt het axioma, kan alles wat redelijk is. Een niet geringe verdienste is dan ook dat men de redelijkheid van allerlei zaken moet gaan onderzoeken. De computers die in het Pentagon staan voor de berekening van de strategie in de derde wereldoorlog, zijn misschien zelf niet zo nuttig. Maar het denkwerk dat aan de programmering van die machines vooraf is gegaan is uiterst nuttig: een paar mensen weten tenminste zonder frasen en emoties wat de gegevens van het probleem precies zijn. Mensen, zo luidt een ander axioma, zijn de redelijke wezens. Voor ieder mens dient de toegang tot de computer vrij te zijn. Dit kan alleen als er een centrale computerinstallatie is. Alleen de staat kan dat organiseren.
Het menselijk denkvermogen wordt in universiteiten (en ook wel op andere plaatsen, hoor) gecultiveerd. Iedereen vindt het normaal dat die universiteiten gemeenschappelijk bezit zijn. Zo behoort ook het mechanische denkvermogen gemeenschappelijk bezit te zijn.
Ter vervanging van de individuele hand werden krachtbronnen gevonden, resulterende in de electrische stroom. De electriciteit wordt door de overheid onze huizen binnengeleid. Ter vervanging van de individuele monden en oren werd het briefpapier, de telefoon en de radio uitgevonden; die worden door de ptt in ons huis gebracht. Ter gedeeltelijke vervanging van onze hersenen is de computer uitgevonden. Die hoort ook door de overheid in ons huis te worden gebracht. Gedeeltelijke vervanging, want de computer is vooral geschikt voor het vervelende, repeterende, stompzinnige denkwerk.

Raoul Chapkis

pro-mbooks1 : athenaeum