Leesfragment: Hydropolitiek

28 februari 2020 , door Haroon Sheikh
| |

Haroon Sheikhs Hydropolitiek. Samenwerking en conflict op zeven zeeën staat op de shortlist van de Socratesbeker 2020! Tijd voor een fragment.

Kanalen worden gegraven om nieuwe zeeverbindingen te maken, artificiële eilanden worden gecreëerd en landen concurreren om toegang tot de havens van eilandnaties en om nieuwe routes langs de smeltende Noordpool. Wat betekenen de verschuivende machtsverhoudingen op zee voor het politieke wereldtoneel? In Hydropolitiek analyseert Haroon Sheikh de dynamiek op de wereldzeeën. Hij beschrijft de relatie tussen land- en zeemachten en tussen water en handel, en ook het innovatieve karakter van zeemachten. Hij heeft speciale aandacht voor de rol van Nederland en voor de veranderende verhouding tussen de VS, een traditionele zeemacht bij uitstek, en China, van oudsher een landmacht. Door historische patronen bloot te leggen, werpt Sheikh vanuit politiek, economisch en filosofisch perspectief licht op de nieuwe verbindingen én de scheidslijnen op het water.

 

Inleiding

Op 12 april 2018 vond een bijzondere militaire parade plaats, die internationaal weinig aandacht trok. Deze optocht had ook een ander karakter dan de meeste militaire parades. Daarbij denken we namelijk meestal aan tanks en raketwerpers, maar bij dit evenement, dat plaatsvond in China, was de hoofdrol weggelegd voor schepen.
Tijdens de parade inspecteerde president Xi Jinping duizenden soldaten en tientallen schepen en vliegtuigen. Het spektakel duurde drie dagen en vond gelijktijdig plaats met het Boao Forum for Asia, de Chinese variant van het World Economic Forum in Davos, waar leiders uit politiek, bedrijfsleven en wetenschap jaarlijks bijeenkomen. Het middelpunt van deze vlootschouw was de Liaoning, China’s eerste vliegdekschip – na de val van de Sovjet-Unie overgenomen van Oekraïne door een Chinese zakenman die er een casino op zou bouwen. Na jarenlange ontwikkeling is het schip uiteindelijk gevechtsklaar voor de Chinese marine. Daarnaast ging de aandacht uit naar de nieuwe Jin-klasse onderzeeërs. Die kunnen kernkoppen afschieten met een bereik van meer dan 7000 kilometer. Volgens Chinese kranten was dit ‘de grootste vlootschouw in zeshonderd jaar’. Zowel het forum als de vlootschouw vonden plaats op het eiland Hainan in de Zuid-Chinese Zee.
Beide evenementen werden zo goed als genegeerd door de westerse media. Terwijl het forum in Davos en militaire parades van Rusland wel veel aandacht krijgen, spreekt de Chinese marine niet tot onze verbeelding. Ik zal in dit boek echter betogen dat dit soort ontwikkelingen cruciaal zijn als we de opkomende nieuwe wereldorde willen begrijpen. Deze vlootschouw is een bril waarmee we verschillende belangrijke mondiale verschuivingen kunnen onderscheiden. Het wijst ons op een groter fenomeen dat ik hydropolitiek noem. Om die term beter te begrijpen moeten we eerst een stap terug zetten. Er zijn twee verschillende soorten machtstheorieën over internationale orde. Volgens de ene draait wereldmacht om de beheersing van de Euraziatische vlakte, die plaats biedt aan de grootste concentratie van mensen, natuurlijke grondstoffen en welvaart ter wereld. Wie die vlakte beheerst, beheerst de hele wereld. De geestelijk vader van deze Heartland Theory is de Britse geograaf Halford Mackinder. Volgens de tweede school draait wereldmacht om de beheersing van de wereldzeeën. Deze theorie werd ontwikkeld door de Amerikaanse marineofficier Alfred Thayer Mahan. De ene benadering draait om het land, de andere om het water.

Mijn eerdere boek De opkomst van het Oosten is een studie naar verschuivende verhoudingen op de Euraziatische vlakte. Daar komen momenteel grootmachten op met verschillende regionale ambities. Zes daarvan heb ik in dat boek onderzocht: Duitslands Ostpolitik, het Oost-Europese Intermarium onder leiding van Polen, Ruslands Euraziatische Economische Unie, Turkijes neo-ottomanisme, Irans Koninklijke Weg en bovenal China’s IJzeren Zijderoute. Die ambities sluiten in zekere mate bij elkaar aan, maar beconcurreren elkaar eveneens. Het zijn tekenen van een wereldhistorische verschuiving. Eeuwenlang was die Euraziatische vlakte namelijk het hart van de menselijke beschaving. Eind vijftiende eeuw kwam daar verandering in, toen West-Europese machten de zee op gingen. Via de Atlantische Oceaan trokken zij westwaarts naar Amerika en oostwaarts naar Azië. Het centrum van de wereld verschoof daardoor eerst naar West-Europa en daarna naar Amerika. Het tijdperk van vijf eeuwen tot aan onze tijd kunnen we daarom het ‘Atlantische tijdperk’ noemen. Dat tijdperk komt nu ten einde, nu de oude landmassa weer ontwaakt. Landmacht wordt weer centraal in de mondiale verhoudingen.
Wat betekent dit voor de maritieme wereld? Die is zeker niet ineens irrelevant geworden. Sinds het begin van de moderne tijd is zeemacht een cruciaal onderdeel geweest van sterke samenlevingen, en dat zal zo blijven. Zo zien we bijvoorbeeld dat de oude zeemachten als Groot-Brittannië, maar vooral Amerika, zich aan het heroriënteren zijn op hun plek in de wereld. Daarnaast komen er nieuwe machten op in de Perzische Golf en in Zuid- en Zuidoost-Azië. Vooral India zou in de 21e eeuw een grote maritieme macht kunnen worden. Ten slotte vindt er nog een derde proces plaats: de opkomende landmachten van Eurazië richten zich ook op het water. Dat geldt voor Turkije, dat naar olie zoekt in de Middellandse Zee en deals opzet voor havens aan de Rode Zee. Zelfs landmacht bij uitstek Rusland hoopt met de smeltende Noordpool eindelijk een zeemacht te worden. Maar van alle opkomende machten heeft China de grootste ambities op het water. De nieuwe zijderoute die het bouwt – tegenwoordig onder de naam Belt and Road Initiative – bestaat uit zes routes over land. Twee lopen via Rusland richting Europa, een derde loopt daaronder richting de islamitische wereld en een vierde loopt specifiek naar Pakistan. Nog eens twee gaan naar andere landen in Zuid- en Zuidoost-Azië. Naast deze route over land (de ‘Belt’) zijn er echter ook wegen over het water (contra-intuïtief de ‘Road’ genoemd). Dit boek gaat over al die verschillende nieuwe routes en ambities op de wereldzeeën.
De Chinese militaire parade van april 2018 is een bril waardoor we deze ambities beter kunnen bekijken. China was in het verleden namelijk primair een landmacht. De grootste dreiging kwam dan ook over land, in de vorm van nomadische stammen die China binnenvielen vanaf de Euraziatische vlakten. De Chinese Muur is het symbool van die historische gerichtheid op het land. Ook in het moderne China draaide het voornamelijk om het land. Het leger van de Communistische Partij, de People’s Liberation Army (pla), is voortgekomen uit landconflicten met zowel de regerende Kuomintang als de Japanse bezetter. De afgelopen jaren kijkt China echter steeds meer naar het water, omdat het weet dat zeemacht cruciaal is in de moderne tijd. Moderne macht is gebaseerd op welvaart, en die komt voort uit handel, die voor het overgrote deel via het water plaatsvindt. China moet daarom ook een zeemacht worden, en dat doet het door te investeren in de marine en door ook op zee een nieuwe infrastructuur aan te leggen. Langs de randen van Eurazië zet het een haveninfrastructuur op in landen als Myanmar, Sri Lanka, Pakistan, Djibouti en Griekenland. Westerse analisten noemen dit een ‘parelkettingstrategie’.
Ook andere landen zitten niet stil. Amerika is de regerende zeemacht, en sinds de Tweede Wereldoorlog is het dominant op alle wereldzeeën. Het hart van zijn zeemacht vormt van oudsher de controle over de Atlantische Oceaan, maar nu het zwaartepunt oostwaarts verschuift, past Amerika zich aan. Als minister van Buitenlandse Zaken sprak Hillary Clinton over Amerika’s Pacific Century. Hoewel haar tegenstander Donald Trump een streep heeft getrokken door de Trans-Pacific Partnership van president Obama, richt hij zich toch op Oost-Azië, door confrontatie met China en Noord-Korea en een nieuwe relatie met bondgenoten Zuid-Korea en Japan. Amerika betrekt daarbij ook opkomende machten. Amerikaanse beleidsmakers hebben onlangs de oude naam voor de regio, Asia Pacific, vervangen door Indo-Pacific. Daarmee geven zij aan dat vanuit een strategische blik de Indische Oceaan tot die regio behoort en in het bijzonder dat zij een belangrijke rol weggelegd zien voor India in Oost-Azië. Australië spreekt al langer van de Indo-Pacific, en leiders van het land hebben gezegd een grotere rol van India te verwelkomen.
Ook het Amerikaanse leger richt zich meer op de Grote Oceaan. In een strategierapport zegt het zelfs dat de vs een Pacific nation is, met vijf Pacific states (Hawaii, Californië, Washington, Oregon en Alaska) en verschillende territoria in dat water, zoals Guam en Amerikaans-Samoa.
India behoort niet tot de Euraziatische vlakte. Hoewel het ermee verbonden is, maakt het er geografisch en historisch gezien geen deel van uit. India is een wereldmacht in opkomst, en in dit proces zal het meer met China gaan botsen. De partnerschappen en verbindingen die India zal creëren zullen echter primair over het water gaan. In het bijzonder groeit het langzaam maar zeker naar Japan toe, en de Indo-Japanse alliantie zou een van de belangrijkste bondgenootschappen van de 21e eeuw kunnen worden.
Langs andere wateren ontstaan ook nieuwe verbindingen. Aan de kusten van de Zuid-Chinese Zee, de Arabische Zee en de Middellandse Zee liggen geen wereldmachten, maar komen wel regionale machten en handelshubs op, zoals Indonesië, de Verenigde Arabische Emiraten en allerlei ‘stadstaten’ rondom de Middellandse Zee. Terwijl De opkomst van het Oosten ging over het ontstaan van sterke actoren op de Euraziatische vlakte, ligt de focus op zee anders. Diezelfde Euraziatische machten hebben hier ook ambities, en we zullen zien dat als gevolg daarvan andere actoren alternatieve, zelfs tegengestelde verbanden aan het oprichten zijn.
China heeft goede kaarten om de volgende wereldmacht te worden, maar het is allerminst een uitgemaakte zaak dat het Amerika van de troon zal stoten. Op het water past het zich aan, en in combinatie met oude en vooral nieuwe zeemachten zou het een alternatieve orde kunnen oprichten die deze eeuw de dienst blijft uitmaken. Die orde bestaat uit een ring rondom de Euraziatische vlakte, die we in dit boek zullen onderzoeken.
Naast de heroriëntatie op het water geeft China’s militaire parade en vlootschouw van 2018 ook inzicht in een andere belangrijke mondiale ontwikkeling, namelijk een schaalvergroting. Landen concurreren nu met immens groot militair materieel. Vliegdekschepen en nucleaire onderzeeërs met onbeperkt bereik bepalen de hedendaagse wereldmacht. China’s opkomst is tegelijkertijd de opkomst van het land met de grootste bevolking ter wereld. In vergelijking daarmee verbleken de Europese natiestaten.
Sinds het begin van het Atlantische tijdperk zien we een gestaag proces van schaalvergroting, met drie kwalitatief verschillende fasen. Het begon met de opkomst van stadstaten. Zij waren de eerste die een mix vertoonden van kapitalistische instituties als banken en corporaties, technologische innovatie en flexibele politieke systemen. Tezamen vormen die elementen een proces dat we modernisering zijn gaan noemen en dat samenlevingen radicaal transformeert. Noord-Italiaanse steden als Venetië, Florence en Genua waren pioniers op dit gebied. Tot deze groep landen/stadstaten kunnen we ook Portugal rekenen, dat de zeeweg naar Azië via Afrika ontdekte, evenals de Nederlandse Republiek. Met niet meer dan een paar miljoen inwoners wist de Republiek in de zeventiende eeuw de dominante speler op het wereldtoneel te worden. De Republiek was echter ook een tussenvorm, die de weg inluidde naar het tijdperk van de natiestaten. Die waren anders georganiseerd. In plaats van een kleine elite uit de burgerij kregen nu grote mensenmassa’s de macht op het wereldtoneel. Dat verschil is goed te zien als je kijkt naar de centrale pleinen van deze samenlevingen. Vergelijk het Piazza della Signoria in Florence en de Dam in Amsterdam met Trafalgar Square in Londen en de Place de la Concorde in Parijs. Op de eerste twee kun je je burgers voorstellen die met elkaar in gesprek gaan, maar op de laatste twee niet meer. Deze pleinen zijn zo groot dat er hele legers kunnen marcheren. De kleine politiek van een oligarchische klasse maakt plaats voor de representatieve politiek van politieke partijen in parlementen. Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland zijn de exemplarische natiestaten die vanaf de achttiende eeuw het wereldtoneel gaan domineren. In de negentiende eeuw vond deze ontwikkeling haar hoogtepunt, toen Europese natiestaten de wereld hadden gekoloniseerd. Het tijdperk van de natiestaten kwam bloedig ten einde toen deze Europese machten elkaar in de Tweede Wereldoorlog verwoestten. Dat luidde het tijdperk in van een nieuwe schaalvergroting.
Amerika en de Sovjet-Unie werden de nieuwe grootmachten, beide samenlevingen met de schaal van continentale staten. De Europese natiestaten leefden voortaan in de schaduw van deze twee wereldmachten. Ook in dit deel van de wereld heeft echter een proces van schaalvergroting plaatsgevonden. De Europese Unie representeert onze vorm van continentale politiek. In de 21e eeuw komen nog meer landen van immense schaal op. China en India zijn de grootste samenlevingen, maar ook Brazilië komt op, en Rusland herrijst uit de as van de Sovjet-Unie.
Om een beeld te krijgen van deze schaalvergroting moet je de pleinen van Londen en Parijs vergelijken met de Washington Memorial, het Paleisplein van Sint-Petersburg en het Plein van de Hemelse Vrede in Beijing. De schaal van dit soort pleinen is bijna onmenselijk. Iedere bezoeker voelt zich hier onbeduidend. Samenlevingen van deze omvang bepalen nu de wereldpolitiek.
De geschiedenis beweegt zich dus voort in stappen van schaalvergroting. Parallel hieraan lijkt echter iets paradoxaals plaats te vinden, en ook daarvoor geeft de militaire parade van China uit 2018 een aanwijzing. Daarvan werd namelijk gezegd dat dit de grootste was in zeshonderd jaar, en dat is geen arbitrair getal. Het is een duidelijke verwijzing naar Zheng He, een Chinese eunuch die aan het begin van de vijftiende eeuw, tijdens de Mingdynastie, met immense schepen de wereld over voer. Hij bereikte Indonesië, Sri Lanka, het Midden-Oosten en zelfs de Oost-Afrikaanse kust. De vloot van Zheng He was nog groter dan het enorme aantal schepen tijdens de vlootschouw van 2018. China ziet zijn maritieme ambities dus als een herleving van oude tradities. Terwijl de politieke orde zich enerzijds in steeds grotere vormen doorontwikkelt, zien we tegelijkertijd de terugkeer van zeer oude motieven.
Dat lijkt paradoxaal, maar is dat niet echt. Met het aanbreken van de moderne tijd konden kleine westerse samenlevingen als stadstaten plotseling een enorm overwicht krijgen op veel grotere samenlevingen. Je zou kunnen zeggen dat zij uit de traditionele geschiedenis stapten en op een heel ander pad terechtkwamen. Oude verhoudingen raakten daardoor verstoord, en het Westen werd het zwaartepunt van de wereld. Maar nu de principes van moderne ontwikkeling ook wortel schieten in andere delen van de wereld, compenseert dat voor die eerdere machtsdisbalans waardoor kleine perifere gebieden plots dominant konden worden. Nu ook deze samenlevingen opklimmen naar het ‘plateau’ van de moderniteit, beweegt de wereld in zekere zin weer terug naar de situatie van vóór de moderniteit, maar in een nieuwe context. Oude verhoudingen kunnen daardoor terugkeren. Het Westen had een mondiaal handelssysteem gecreëerd waarin alle routes via het Westen liepen. Nu die machtsbalans verdwijnt, kunnen oude verbanden tussen Oost en West, maar ook binnen het Oosten, weer terugkomen. Dit is een van de lessen die in dit boek centraal staan.
China’s relatie met Zuidoost-Azië is daar een voorbeeld van. Die regio was lange tijd een kruispunt van beschavingen en wordt dat wederom. Zheng He beschouwde een samenleving in wat nu Indonesië is als cruciaal voor China’s rol in de wereld, en die dynamiek keert nu na lange afwezigheid terug. Op reis in China is mij vaker opgevallen hoeveel aandacht er is voor de historische band met Indonesië op bijvoorbeeld de Chinese televisie.
Kijk ook naar landen aan de Arabische Zee. Daar zien we een herleving van het oude maritieme Arabië, dat zich weer met het handelsnetwerk van de Indische Oceaan verbindt. India is het centrum van die maritieme route tussen West- en Oost-Azië. In de Middellandse Zee zien we de terugkeer van een ‘mediterrane beschaving’, waardoor de grenzen van moderne natiestaten vervagen. Langs het water zien we interessant genoeg de terugkeer van een soort stadstaten als Barcelona, Piraeus en Venetië, die floreren als hubs in het tijdperk van de continentale politiek. Niet meer als centra, zoals zij aan het begin van de moderne tijd waren, maar als knooppunten tussen stromen van mensen en goederen.
Er lijkt dus iets paradoxaals plaats te vinden.

[...]

 

© 2019 Haroon Sheikh
© 2019 Boom uitgevers Amsterdam

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum