Leesfragment: Post uit Rusland. 1972-2020

09 februari 2020 , door Laura Starink
|

12 februari verschijnt het nieuwe boek van Laura Starink, Post uit Rusland. 1972-2020. Wij publiceren voor.

Laura Starink, die in de jaren zeventig in Leningrad studeerde en als journalist verslag deed van glasnost en perestrojka, zag Moskou veranderen van grauwe hoofdstad onder het communisme in de rijke metropool van nu. De Sovjet-Unie onder Brezjnev maakte plaats voor het Rusland van Poetin. Een halve eeuw geleden was het voor haar een land met twee gezichten: vriendelijk, open en humoristisch binnen aan de keukentafel, maar hard, gesloten en huichelachtig in de buitenwereld. Dankzij de perestrojka van Gorbatsjov roken de Russen de vrijheid. In het hele wereldrijk brak een revolutie uit: de machtige Sovjet-Unie viel uiteen en dat leidde tot chaos en corruptie. Vanaf de eeuwwisseling vocht Poetin terug en zette Rusland opnieuw als wereldmacht op de kaart. Post uit Rusland beschrijft Starinks bijzondere ontmoetingen in alle uithoeken van het land, maar is bovenal een lofzang op de eenlingen die het systeem weerstaan.

N.B. Eerder schreef Lisa Weeda een essay over Slag om Oekraïne, en we publiceerden voor uit De schaduw van de grote broer.

 

1
Het maaiveld van Glazok

Moskou is Rusland niet, en daarom begint dit verhaal in de zomer van 2018 in het dorp Glazok. Een dorp als veel andere, bestierd door vrouwen omdat de mannen elders werk moeten zoeken. Het platteland in Rusland loopt leeg en dus heeft het dorp heimwee naar het communisme met zijn zorg van wieg tot graf. Het geheugen is selectief.

De brug over het riviertje Woud-Woronezj is stuk. De taxichauffeur uit Mitsjoerinsk, met wie ik de afgelopen twintig minuten nogal van mening verschilde over het neerschieten van een passagiersvliegtuig boven de Oekraïense Donbas, keert om en kiest de weg langs het kerkhof. Met een grote boog rijden we recht op het grote gele schoolgebouw met witte zuilen af, waar mijn gastvrouw Arina op me staat te wachten: een slank meisje in een lichtgroene korte broek en t-shirt, een blauw zonnehoedje op het sluik voor de ogen vallende bruine korte kapsel. Ze loopt op crocs.
Ik vond Glazok via de website van het dorp, een ongelikte site met een paar foto’s en een ontwapenend eerlijke tekst: dit is ons dorp, hier gebeurt geen bal, maar je bent hartelijk welkom. Er stond een e-mailadres bij.
Arina Satsjkova komt uit Moskou, is zesentwintig jaar oud, heeft pedagogiek gestudeerd en werkt al twee jaar in het dorp, dat ruim duizend zielen telt, meest van het vrouwelijke geslacht. Ze geeft les op de lagere school die dateert uit 1875. Glazok zelf is nog veel ouder: volgens de kronieken ontstond het in de zestiende eeuw. Arina is hier neergestreken dankzij de organisatie Leraren naar Rusland, die zich inspant om stedelingen te stimuleren op zieltogende dorpsscholen les te gaan geven. Ze wilde weg uit Moskou, naar de stilte van het platteland. Hier denkt ze nog verschil te kunnen maken, ze heeft net voor nog een jaar bijgetekend.
Toen ik Arina vanuit Amsterdam vroeg waarom Glazok een bezoek waard was schreef ze me een vrolijke lange brief met een uitgebreide beschrijving van haar ommeland.
‘Het centrum van het dorp beslaat een vierkante kilometer. Daar staan het grote Cultuurhuis en een kerk in aanbouw, daarnaast de obelisk [het monument voor de gevallenen van de Tweede Wereldoorlog]. Daar staat ook het piepkleine huisje van de dorpsraad met zijn straattoilet. Vier winkels. Een klein gebouwtje van de Spaarbank, die drie dagen in de week vijf uur open is. Dat allemaal samen is schilderachtig, omdat het totaal niet bij elkaar past.
‘Verder is er niets schilderachtigs aan. Oké, er is een mooie rivieroever vanwaar je over de velden kunt kijken. Er is struweel en er zijn mooie huisjes. Gewoon zoals dorpen nu eenmaal zijn. Met hooimijten, moestuinen, geiten, kettinghonden, wegen met gaten en drie lantaarns.
‘Wel is er de stilte. Dat voel je vooral in de winter, wanneer het al om vier uur aardedonker is. Stap je deur uit, je veranda op, en je hoort niets. De honden slapen. Er rijden geen auto’s. Totale stilte. In Moskou vind je dat nergens.
‘En dan zijn er de sterren. ’s Zomers, ’s winters, in lente en herfst – in elk jaargetijde opent zich op heldere nachten boven jou de onmetelijke sterrenhemel. Ik heb wel twintig sterrenbeelden leren herkennen, maar hoeveel meer zijn er nog boven ons?’
Een dorpsraad met een buitenplee, kettinghonden, wegen vol gaten, sterrenhemels, stilte en drie straatlantaarns. Ik zag het voor me en ik was om.

Sporen naar het zuiden

Net als Arina wil ik aan Moskou ontsnappen en dus pak ik op het drukke Plein van de Drie Stations de trein naar Mitsjoerinsk, vierenhalf uur rijden naar het zuiden. Dit plein is voor reislustigen een van de meer schilderachtige hangplekken van de hoofdstad. Hiervandaan vertrekken treinen in alle windrichtingen. Van het Leningradstation gaan ze naar het noorden, van het Jaroslavstation sporen ze naar de opgaande zon en op het Kazanstation stapt iedereen in die wil kuren in het zonnige zuiden.
Moskouse stations oefenen op mij een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit, met hun belofte de overdonderende metropool te verruilen voor de leegte van het grote land. Op het Plein van de Drie Stations zijn het totaal verschillende Walt-Disney-achtige bouwsels met torentjes en wulpse dakkapellen. In de hal van het Kazanstation hangen grote Jugendstil- kroonluchters boven bepakte en bezakte reizigers die op plastic banken snackend en koffiedrinkend de tijd verdrijven. Door de luidsprekers klinken verleidelijke klanken als Anapa, Mineralnye Vody, Novorossisk, Jessentoeki, Krasnodar. Er gaat zelfs een directe trein naar Grozny, de hoofdstad van de minidictatuur Tsjetsjenië in de Kaukasus.
In de stationshal vind je goedkope koffiebarretjes, snackbars, souvenirwinkeltjes, krantenkiosken en de onvermijdelijke apotheek, die in Rusland nooit ver weg is. Het is een wereld van verschil met de sombere, donkere, neon-verduisterde stationsholen die ik me herinner uit de Sovjettijd, toen passagiers eruitzagen als versufte pakezels met bultige bundels en immense kartonnen koffers die met touwen en riemen aan elkaar waren gebonden. Allesoverheersend was toen de stank van de goedkope papirosy-tabak en verschaald bier en het aantal dronkenlappen was niet op één hand te tellen, nu zit iedereen modern gekleed net als ik op zijn smartphone te kijken.
In de trein dood ik de tijd door te praten met mijn coupégenoten Andrej en zijn zoontje Taras. Ze zijn op weg naar hun vakantieoord Anapa aan de Zwarte Zee bij Sotsji. Alles inbegrepen, zegt de zestiger tevreden: hotel, strand en onbeperkt eten en drinken in één pakket. Het is eigenlijk net zoals de vakbond vroeger in de Sovjet-Unie all-intripjes naar een kuuroord organiseerde, met dit verschil: nu moet je zelf betalen. Als alle Russen in de trein heeft hij zich snel omgekleed in gemakkelijk trainingspak en pantoffels.
Andrej was brigadehoofd op een baksteenfabriek in Oechta in de Komi-republiek in het hoge noorden, een onguur strafkampengebied. Ongevraagd vertelt hij me dat zijn moeder in de Tweede Wereldoorlog uit West-Oekraïne naar Oechta is geëvacueerd, terwijl zijn vader, twintig jaar oud, wegens een onschuldig politiek grapje tot vijf jaar strafkamp werd veroordeeld. In gevangenschap klom hij op tot ingenieur.
De nieuwe stad Oechta leefde van hout, olie en gas dat werd gewonnen door dwangarbeiders. ‘Oechta was een en al strafkamp,’ zegt Andrej. ‘De bloem van de natie was daar te vinden. Er was een uitstekend muzikaal ensemble en een beroemde ballerina van het Bolsjoj Theater, over wie gefluisterd werd dat ze een minnares van maarschalk Zjoekov was geweest die moest worden weggewerkt.’ Georgi Zjoekov leidde het Rode Leger naar de verovering van Berlijn en de nederlaag van de Duitsers. Hij nam in mei 1945 de eerste Overwinningsparade af op het Rode Plein in Moskou.
Andrej heeft die typische mix van onvoorwaardelijke steun voor Poetins buitenlandse beleid maar onverbloemde kritiek op de binnenlandse situatie in het land. Zijn blik op de wereld wordt bepaald door een afkeer van Amerika. Hij foetert op de Amerikanen en op Trump, die zijn land beschouwt als zijn eigen ‘private company’. Zijn tegenkandidaat Hillary Clinton was in Rusland wegens haar anti-Russische beleid ook extreem impopulair, maar zij was tenminste een staatsvrouw. Eén ding staat vast voor Andrej: ‘De Amerikanen willen oorlog. Ze kunnen niet velen dat Rusland weer een groot en machtig land is. Ze willen ons op de knieën dwingen.’
Die beeldspraak ligt menige Rus in de mond bestorven. Het Westen heeft maar één doel: Rusland vernederen uit angst dat het zich weer ontwikkelt tot een grote mogendheid. Het is een vermoeiende riedel. De Krim? Die is al eeuwen van ons. Dat Rusland de mh17 uit de lucht heeft geschoten is Oekraïense propaganda. ‘Leugenpraat.’
Maar verschuift het gesprek naar Rusland, dan volgt ook op eigen land ongezouten kritiek, die sterk lijkt op wat ik zelf vind. De corruptie is onuitroeibaar, zegt Andrej, privé-initiatief wordt door de bureaucratie de nek omgedraaid, staatsbedrijven romen alle winsten af en verdelen de buit onderling. Poetins lijfwacht Viktor Zolotov heeft met zijn nieuwe Nationale Garde van 350 000 geüniformeerden een levensgevaarlijk privéleger gecreëerd. En de net afgekondigde verhoging van de pensioenleeftijd kwam als een onaangename verrassing voor de bevolking.
Andrej is zelf zoals zoveel Russen op zijn vijfenvijftigste met pensioen gegaan, maar werkt gewoon door, want van je pensioen kun je niet leven. Russen beschouwen hun pensioen eigenlijk als een broodnodige aanvulling op hun salaris, en die aanvulling (15 000 roebel = 200 euro) wordt hun nu door de regering ontstolen. ‘Poetin houdt zich zorgvuldig op de vlakte en gebruikt premier Medvedev als mijnenhond,’ zegt Andrej en snuift verachtelijk. Poetins aureool is door deze rotstreek in rap tempo aan het verbleken.
In de provinciestad Mitsjoerinsk neem ik een taxi naar Glazok. Als de taxichauffeur hoort dat ik uit Nederland kom begint hij direct over de mh17. Er is geen flinter van bewijs dat het een Russische Boekraket was die het vliegtuig heeft neergehaald. Dat is allemaal propaganda van internet en al die zogenaamde filmpjes zijn van a tot z gemanipuleerd en gefotoshopt. Waarom zou Rusland in hemelsnaam zoiets doen? Na enig vruchteloos tegengas geef ik het op en kijk uit het raampje over eindeloze braakliggende velden. Rusland is leeg en ik voel me prettig nietig. Je kunt hier gewoon oplossen in het landschap en verdwijnen als stip aan de horizon. Soms is dat een fijn gevoel.

[...]

 

© 2020 Laura Starink en uitgeverij Augustus, Amsterdam

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum