24 november verschijnt Spookpokken. De jacht op Morrigan Crow van Jessica Townsend, het derde deel van de door de Griffeljury bekroonde reeks Nevermoor. Lees bij ons alvast een fragment!
Morrigan Crow heeft het eerste jaar als leerling van het Wondergenootschap overleefd. Nu wacht haar een nieuwe uitdaging: het beheersen van haar Wondersmid-krachten. Ondertussen zijn veel Wondieren besmet met een virus die ze verandert in hersenloze, boosaardige wezens. Dit kan volgens de Nevermorianen het werk van maar één persoon zijn: Wondersmid Ezra Windbuil. Maar binnen de muren van de campus weet iedereen dat er nóg een Wondersmid is: Morrigan Crow. Ze moet nu een geneesmiddel tegen de Spookpokken zien te vinden om niet alleen Nevermoor, maar ook haar eigen leven te redden…
Op een glanzende zwarte deur in een goed verlichte kast pulseerde een gouden cirkeltje van licht, met in het midden een kleine, gloeiende W.Kom binnen, leek het met elke zachte klop te zeggen. Schiet op!Morrigan Crow knoopte haar gesteven witte hemdsmouwen dicht, trok een zwarte overjas aan en bevestigde zorgvuldig haar gouden W-speld op de revers. Uiteindelijk drukte ze haar vingertop op het gloeiende cirkeltje, en alsof ze een sleutel had omgedraaid in een slot zwaaide de deur open naar een verlaten treinstation.Deze rustige, stille momenten waren Morrigans favoriete deel van de dag geworden. Op de meeste ochtenden was zij de eerste die op Station 919 aankwam. Ze deed dan graag haar ogen even dicht en luisterde naar het verre gerommel van treinen in de tunnels van de Wondergrondse. Als mechanische draken die ontwaakten uit hun slaap, klaar om miljoenen mensen door de stad Nevermoor te vervoeren over een complex stelsel van sporen.Morrigan glimlachte en haalde diep adem.De laatste dag van het herfsttrimester.Ze had het gered.De rest van haar unit druppelde binnen. De rust en stilte werden verbroken toen de andere acht deuren langs het perron werden opengegooid – van Mahir Ibrahims sierlijke rode deur aan het ene eind helemaal tot aan Anah Kahlo’s kleine, gebogen, ongelakte deur aan het andere eind – en het stationnetje zich met lawaai vulde.Haldorn Snels, Morrigans beste vriend, kwam aan zoals hij de meeste ochtenden aankwam: wankelend onder een lading drakenrijspullen, met zijn grijze overhemd nog niet eens fatsoenlijk dichtgeknoopt. Zijn ongekamde bruine krullen staken wild alle kanten op en zijn blauwe ogen fonkelden van iets ondeugends wat hij ofwel net had bedacht, ofwel net had gedaan (Morrigan wilde niet weten welke van de twee het was). Archan Oort – altijd onberispelijk gemanierd en gekleed – nam zwijgend de helft van Haldorns wankele stapel van hem over en knikte discreet naar zijn scheef dichtgeknoopte hemd.Carlijn Zwarthout was vanochtend de laatste die aankwam. Ze rende op het nippertje het perron op – haar dikke zwarte vlechten zwiepten achter haar aan, haar lange bruine benen maakten enorme passen – en arriveerde net toen één enkel, lichtjes gehavend treinrijtuig puffend in zicht kwam, met een spoor van witte wolkjes erachteraan. De bekende ‘W’ stond op de zijkant geschilderd, samen met het nummer 919, en hun conductor juf Vrolijk hing half uit de deur.Dit was de Thuistrein, een vervoermiddel en thuis-weg-van-huis alleen voor hen, Unit 919 van het Wondergenootschap. Hij was ingericht met zitzakken, een bultige oude bank, stapels kussens, een houtoven die in de winter altijd brandde en een aardewerken koekjespot in de vorm van een ijsbeer die zelden leeg was. Het was een van Morrigans favoriete en meest comfortabele plekken op de hele wereld.‘Góéiemorgen!’ riep de conductor, glimlachend van oor tot oor en wapperend met een handvol papieren. ‘Gefeliciteerd met de laatste dag van het trimester, leergierigjes!’Juf Vrolijks rol als de officiële ‘conductor’ van Unit 919 was interessant: ze was deels transportoperator, deels mentor. Haar rol was om hen door hun eerste vijf jaar als leden van de meest elitaire en veeleisende organisatie van Nevermoor te helpen. Het Wondergenootschap bestond uit buitengewone mensen met buitengewone talenten, maar de meesten van hen waren te druk bezig met hun eigen buitengewone ondernemingen om veel aandacht te besteden aan de jongste rekruten. Zonder de conductor zou Unit 919 zich geen raad hebben geweten.Morrigan kende niemand die haar naam zoveel eer aandeed als juf Vrolijk: ze was pure zonneschijn. Ze was gewassen linnen, vogelzang bij zonsondergang, perfect geroosterde toast. Ze was een en al regenboogkleren en onberispelijke houding, met een diepbruine huid en een enorme glimlach, en als het licht door de randen van haar wolkachtige aureool van krullend zwart haar scheen deed ze Morrigan aan een engel denken... al zou ze zoiets afgezaagds natuurlijk nooit hardop zeggen.Als speciaal aan hen toegewezen volwassene zou ze misschien een klein beetje meer waardigheid moeten uitstralen, maar Unit 919 was dol op haar zoals ze was.‘Laatste! Dag! Laatste! Dag! Laatste! Dag!’ zong ze, en ze zwierde feestelijk haar benen vanuit de treindeur naar buiten nog voor hij tot stilstand was gekomen.‘Juf Vrolijk, dat is niet veilig!’ riep Anah haar ongerust toe.Juf Vrolijk reageerde daarop door een komisch angstig gezicht te trekken en met haar armen te molenwieken alsof ze zou vallen; en vervolgens viel ze ook daadwerkelijk op het perron toen de trein stopte. ‘Alles in orde!’ riep ze meteen, en ze sprong op en maakte een buiging.De anderen lachten en klapten, maar Anah keek hen woedend aan, met een roze blos op haar wangen en theatraal zwaaiende blonde krullen. ‘O ja, héél grappig. Maar wíé mag het bloeden weer stelpen als ze op de rails valt en haar tibia breekt? Ik durf te wedden dat ik hier de énige ben die een been kan spalken.’‘Daarom hebben we jou ook, Anah.’ Archan glimlachte naar haar met kuiltjes in zijn bleke wangen, en hij bukte zich om juf Vrolijk te helpen met het oprapen van de overal neergedwarrelde papieren.‘Ja, dókter Kahlo,’ voegde de gespierde Thalia Kloeden eraan toe, en ze porde Anah in haar zij en duwde haar bijna omver. (Naar Thalia’s maatstaven was het een zacht zetje, maar soms vergat ze haar eigen aanzienlijke kracht.)Anah trok een gezicht, maar ze leek wat gesust doordat Thalia haar ‘dokter’ had genoemd.‘Juf, wat is...’ Archan staarde naar een van de papieren en fronste verward zijn voorhoofd. ‘Zijn dit nieuwe roosters?’‘Dank je, Arch. Help me even ze uit te delen, wil je?’ antwoordde de conductor, en ze wenkte Unit 919 de trein in. ‘Kom op, iedereen aan boord, anders komen we te laat. Francis, zet jij vast water op. Lam, ga met de koekjespot rond.’Haldorn keek juf Vrolijk niet-begrijpend aan toen ze hem zijn rooster overhandigde. Het was de laatste dag van het trimester, en meestal kregen ze maar eens per week nieuwe roosters. ‘Deze had u ons maandag al gegeven, juf. Weet u nog wel?’Hij plofte in een zitzak terwijl Morrigan tussen Carlijn en Lambeth op de bank ging zitten, kijkend naar haar eigen rooster. Voor zover ze kon bepalen, was het precies hetzelfde als het rooster dat ze aan het begin van de week had gekregen: dinsdag was er een workshop zombiedialecten geweest, woensdag een masterclass in het observeren van planetaire bewegingen, gevolgd door een les in de spionagevleugel op -5 met als titel ‘Informanten cultiveren en managen’ (dat was tot nu toe Morrigans favoriete les van de week geweest; ze bleek behoorlijk goed te zijn in spionnendingen).‘Ja, dat weet ik nog,’ zei juf Vrolijk. ‘Ondanks mijn gevorderde leeftijd van eenentwintig, Haldorn, kan mijn afgetakelde brein nog steeds bij de oeroude herinneringen van vier hele dagen geleden.’ Ze glimlachte en trok één wenkbrauw op. ‘Dit is een níéuw rooster. Als je goed kijkt, zie je dat het voor vandaag is bijgewerkt.’Morrigan keek naar de vrijdag, zag het verschil en vroeg: ‘Wat is I&A?’‘Dat heb ik ook,’ zei Haldorn. ‘I&A, niveau -2. Laatste uur van de dag.’Mahir stak zijn hand op. ‘Ik ook!’Er klonk geroezemoes terwijl de roosters werden vergeleken en de leerlingen ontdekten dat ze allemaal dezelfde les hadden. Hun roosters waren meestal individueel – door juf Vrolijk op ieder van hen toegespitst zodat ze hun eigen unieke talenten konden ontwikkelen en aan hun zwakke punten konden werken – en het was al een paar maanden geleden dat Unit 919 nog lessen als groep had gehad.‘Juf, waar staat I&A voor?’ vroeg Francis Fritswilhelm. Hij klonk een beetje ongerust en zijn bruine ogen werden groot. ‘Weet tante Hester hiervan? Ze wil alle wijzigingen in mijn rooster persoonlijk goedkeuren.’Morrigan trok één wenkbrauw op naar Haldorn, die een gezicht naar haar trok. Francis’ familie van beide kanten – de beroemde Fritswilhelms en de bewonderde Akinfenwa’s – was al generaties lang bij het Wondergenootschap. Zijn begunstiger, het genootschapslid dat hem had voorgedragen voor toelating en daarom een belang had in zijn onderwijs, was zijn tante aan vaderskant, Hester Fritswilhelm. Ze was heel streng en, vond Morrigan, een beetje een vervelend mens.‘En ze zegt dat ik niets mag doen wat mijn olfactorische instrument in gevaar kan brengen,’ ging Francis door.‘Wat is er met je oliefabriek?’ vroeg Thalia.‘Mijn neus,’ legde hij uit. ‘Wat? Niet lachen. De reukzin is het belangrijkste instrument van een chef-kok.’ Hij drukte nerveus op het puntje van zijn lichtbruine, sproetige olfactorische instrument.‘Je hoeft je niet druk te maken om je gok, Francis,’ zei juf Vrolijk met een mysterieus glimlachje. ‘Maar ik kan het je niet vertellen.’Negen gretige gezichten schoten omhoog en keken naar haar, hun belangstelling was onmiddellijk gewekt.Haldorn ging wat rechter op zitten. ‘Is het... Inhaken en eh... Abseilen?’‘Nee. Maar goede poging.’‘Insluipen en Aanvallen!’ riep Thalia. Ze draaide haar lange rode haar in een knot en rolde haar grijze hemdsmouwen op alsof ze meteen wilde beginnen. ‘We gaan omtrekkende combattechnieken leren, hè? Eíndelijk.’‘Intuïtie en Acteren?’ was Mahirs gok.‘Ooo! Inzepen en Afspoelen!’ Anah klapte in haar handen en stuiterde op en neer op haar kussen. ‘Gaan we varkentjes wassen?’Juf Vrolijk lachte. ‘Dat zou leuk zijn, Anah, maar niet helemaal.’ Ze stak haar handen op om stilte te vragen. ‘Maar nu ophouden met raden, jongens. Ik mag er niks over zeggen. Ik zal zwijgen als het graf.’Anahs schouders zakten teleurgesteld naar beneden en ze gaf de koekjespot door aan Mahir.‘Lef’selah,’ zei hij, wat dank je betekende in het Jahalan, een van de achtendertig talen die hij vloeiend sprak. De laatste tijd leerde hij de rest van de unit wat hij de ‘belangrijke stukjes’ van zijn lievelingstalen noemde; voornamelijk om de weg te vragen, alsjeblieft en dank je wel te zeggen, en beledigingen en scheldwoorden. (Of eigenlijk vooral scheldwoorden, was Morrigan opgevallen, maar dat kwam misschien doordat Haldorn ernaar bleef vragen.)‘Hish fa rahlim,’ was Anahs sombere reactie, terwijl ze een hap van haar koekje nam.Mahir keek haar met een mengeling van schrik en verbazing aan, en Morrigans mond viel open.‘Wat is er?’ vroeg Anah met een mondvol custardroom.‘Dat is niet “graag gedaan”, als je dat wilde zeggen,’ zei Mahir, die tevergeefs probeerde zijn lachen in te houden.‘O, je wéét dat ik niet goed ben in talen.’ Anah maakte een kregelig pufgeluidje. ‘Wat zei ik dan?’Mahir, Haldorn en Thalia brulden de vulgaire vertaling vrolijk samen uit.Anahs gezicht werd knalrood, juf Vrolijk keek gechoqueerd, en de rest van de unit bleef de hele verdere rit naar het Wondergenootschap giechelen.
[...]