Leesfragment: Wandellust

27 juli 2020 , door Twan Huys

Voor vakantiegeluk hoef je niet ver te reizen — als je een goed boek bij je hebt. Deze week storten we ons in een doeboekvakantie, met Twan Huys' interview- en wandelboek Wandellust. Tijd voor een fragment!

Twan Huys is zijn leven lang al een gepassioneerd wandelaar. Van jongs af aan ging hij met zijn ouders op pad in de heuvels van Zuid-Limburg, op zoek naar zeldzame orchideeën, ijsvogels en dassen. In Wandellust verbreedt hij zijn horizon en beschrijft de mooiste wandelgebieden van Nederland. In een turbulent jaar vindt hij rust tijdens lange tochten, soms met zijn vader en moeder, beiden ver in de tachtig, soms met vrienden en bekenden als Herman Finkers, prinses Irene, Geert Mak en Jane Goodall.

Wandelen is uitgegroeid tot een nationale hobby. Het is altijd weer inspirerend, louterend en soms zelfs helend. Zoals Hippocrates zijn leerlingen al meer dan tweeduizend jaar geleden voorhield: ‘Wandelen is het beste medicijn.’ Voor alle miljoenen Nederlandse wandelaars schreef Twan Huys Wandellust. Hij neemt ons mee van het Springendal tot aan Tiengemeten, van de Veluwe tot aan de Schoorlse Duinen, van Terschelling naar het Limburgse Gerendal, en nog veel verder.

Twan Huys (Sevenum, 1964) is journalist en schrijver. Hij was jarenlang werkzaam als presentator van Nieuwsuur. Ook bedacht en presenteerde hij het programma College Tour. Hij publiceerde eerder onder andere de boeken Ik ben een New Yorker, Over geluk en De Clintons. Momenteel is hij presentator van het tv-programma Buitenhof.

N.B. Je kunt ook luisteren naar Twan Huys, die in vijf podcasts bij de ANWB onder anderen Karina Wolkers, Tim Knol en Ben Feringa interviewt.

 

Op pad

Het contrast met de drukte en de chaos van drie maanden geleden kan niet groter.
Vlak voor mijn neus vliegen koolmezen af en aan, ze voeren hun jongen voor me in de heg. Een houtduif klapwiekt door de lucht, in de verte klinkt het hameren van een zwarte specht, overal zoemen bijen en hommels. Het is vroeg in de ochtend, zeven uur, de zon maakt nu al overuren. Meteorologen voorspellen voor deze eerste junidag een warmterecord. Het wordt een tropische dag, met lokaal tweeëndertig graden de warmste junidag ooit gemeten. Binnen slaapt mijn familie: mijn ouders Bets en Frits, mijn vrouw Cheryl, onze kinderen Dylan Rose en Jack.

Ik zit buiten op een stoel voor het huisje, gezicht naar de zon in het oosten, uitzicht op de boomgaard en het kleine weiland naast het zandpad. Merels, goudvinken, sijzen en kraaien. Het is alsof alle vogels tegelijkertijd hebben besloten een aubade te brengen.
De Duivelsberg is een piepklein, maar onwaarschijnlijk mooi natuurgebied van 125 hectare vlak bij Nijmegen. We logeren in de oude woning van boswachter Piet van Rossem. Het pad naast zijn huis is na zijn dood naar hem vernoemd als eerbetoon aan zijn inzet voor het behoud van dit paradijs. Want dat is het.

Een jaar lang wandel ik nu al door de mooiste natuurgebieden van Nederland. Overnachten doen we in oude boswachterswoningen, ver weg van de bewoonde wereld.
Voor mijn werk heb ik in alle windrichtingen gereisd: Afghanistan, Somalië, Kongo, de Verenigde Staten waar ik zeven jaar gestationeerd was als correspondent. En overal heb ik gewandeld. In New York, Washington dc, en samen met Cheryl liep ik delen van de Appalachian Trail aan de oostkust. We maakten lange wandelingen langs fjorden in Noorwegen, en hoog boven de Elbe in de Sächsische Schweiz liepen we over de prachtige Malerweg.
In Limburg, de provincie waar ik ben geboren en opgegroeid, ken ik de wandelpaden goed. Maar de natuurgebieden in de rest van het land heb ik nauwelijks verkend.
Te voet het bos in, de hei op, door de polder en op het strand zie ik Nederland eigenlijk nu pas voor het eerst. En het blijkt spectaculair mooi.
Dit jaar wandel ik met mijn gezin, mijn ouders, vrienden, boswachters en andere mensen die me dierbaar zijn. Zielsverwanten met liefde voor de natuur en fervente wandelaars. Over hun levens en de mooiste Nederlandse wandelgebieden gaat dit boek.
Ik vraag mijn wandelgenoten het hemd van het lijf, maar mezelf ondervragen is een stuk lastiger, zeker als het gaat om het televisieavontuur dat niet van de grond kwam. Maar dat is wel de aanleiding geweest voor deze fraaie wandeltochten door Nederland. Er moest kennelijk eerst iets misgaan in mijn professionele bestaan. Een harde klap maakte plotseling ruimte en tijd voor deze lange wandelingen.

Drie maanden eerder, een maandag begin maart.
Diep ademhalen en rustig blijven, neem ik me voor. Om me heen zie ik medewerkers van het programma met tranen in de ogen. De laatste minuut gaat in.
Bijna een jaar geleden zijn we goedgemutst en met veel vertrouwen gestart aan een riskante onderneming. Een nieuwe RTL Late Night, vijf avonden in de week, acht maanden lang, 180 afleveringen.
De omroepbazen willen een ambitieus, informatief programma, zonder de eindeloze rij televisiesterren uit eigen stal. Het moet weer spannend worden, journalistiek en nieuwsgierig. Na maandenlange gesprekken met de zender laat ik me verleiden. Ik krijg carte blanche. Dit is een avontuur waar ik ongelooflijk veel zin in heb, zo’n kans dient zich niet vaak aan.
Maar waar we zo hoopvol aan begonnen, strandt al na zes maanden. De kijkcijfers zijn dramatisch en de kritiek meedogenloos. En ook al ben ik binnengehaald voor een journalistiek programma, het management van de zender verandert van plan en wil al snel een lichtere toon. De kijkers die aanvankelijk wel keken, zijn volgens RTL te oud, financieel oninteressant en behoren niet tot de doelgroep. Het schip moet overstag; zo zijn de wetten van commerciële televisie. Wat overblijft is een programma dat niet bij mij past. Een kat in een vreemd pakhuis.

[...]

We hebben Jamie en Camilla vijftien jaar geleden ontmoet in New York. Een stad die zij hebben verlaten nadat bij Jamie kanker werd geconstateerd. Aanvankelijk zag het er slecht uit, maar uiteindelijk krabbelt hij weer op en besluiten ze samen hun topbanen bij een grote bank en een uitgeverij op te zeggen voor een nieuw bestaan. In de bossen van New Hampshire geneest Jamie van een levensbedreigende tumor. Nu leven ze ontspannen en laten zich inspireren door de natuur.
‘We zijn net op tijd ontsnapt aan de ratrace in New York,’ zegt Camilla. Ze heeft een ijzersterk gevoel voor humor, pest mij graag maar is toch vooral een warme, spirituele vrouw. Als ik haar vertel over de worsteling van de afgelopen maanden, zegt ze lachend: ‘When the ego cries, the soul rejoices.’ In die zin zit veel wijsheid. Het ego als obstakel van de ziel.
‘Je hebt je vrijheid weer terug, wees blij,’ vindt Jamie. Ook dat klopt. Nederland is hier ver weg en het gesprek gaat al snel over andere zaken dan een dagelijkse talkshow.
Iedere dag sta ik om zes uur op voor een lange tocht door het besneeuwde landschap. Het is stil hier. Langzaam verdwijnt het rumoer in mijn hoofd en knapt mijn humeur op. Het is precies zoals de Griekse arts Hippocrates 2400 jaar geleden al zei: ‘Wandelen is het beste medicijn.’

 

© 2020 Twan Huys

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum