Leesfragment: Zomer

08 augustus 2020 , door Ali Smith
| |

11 augustus verschijnt Zomer, het laatste deel van Ali Smiths internationaal bejubelde seizoenencyclus (Summer, vertaald door Karina van Santen en Martine Vosmaer). Lees bij ons nu al een fragment!

In het heden weet Sacha dat de wereld in de problemen zit. Haar broertje Robert is een en al problemen. Hun vader en moeder hebben problemen. Ondertussen is de wereld in meltdown – en de echte meltdown is nog niet eens begonnen. In het verleden, een heerlijke zomer. Een andere broer en zus weten dat ze in geleende tijd leven. Dit is een verhaal over mensen op de rand van verandering. Ze zijn familie, maar ze denken dat ze vreemden zijn. Dus: waar begint familie? En wat hebben mensen die denken dat ze niets gemeen hebben gemeen? Zomer.

N.B. Update december 2020: Zomer is een van de beste boeken van 2020 volgens de kranten. Lees ook Harm Hendrik ten Napels boekverkopersbespreking van Summer. Eerder verschenen er bij ons fragmenten uit Lente, Herfst en Winter, de drie eerdere boeken in de seizoenencyclus. Fleur Speet besprak Lente voor ons, Miriam Rasch Herfst en Winter; Ten Napel besprak eerder ook WinterWinter was, net als Herfst, genomineerd voor de Europese Literatuurprijs. Lees Miriam Piters' laudatio.
Meer Ali Smith? Eva Meijer sprak een laudatio uit toen Smith Amsterdam bezocht: 'A List of Things I Wanted to Tell You'. En Christine de Jong besprak There But For The.

 

Iedereen zei: en?
Als in nou en? Als in schouderophalen, of wat wil je dat ik eraan doe? Of Het kan me echt geen reet schelen, of eigenlijk ben ik het er wel mee eens, ik vind het best.
Oké, niet iedereen zei het. Ik spreek in algemeenheden, zoals in de dooddoener iedereen doet het. Wat ik bedoel is, het was een duidelijk baken, toen, van die bepaalde tijd; een soort lakmoesproef, die wegwuivende toon. Het kwam rond die tijd in de mode om te doen alsof het je niks kon schelen. Het kwam toen ook in de mode om te beweren dat de mensen die het iets kon schelen, of die zeiden dat het ze iets kon schelen, hopeloze losers waren of gewoon opscheppers.
Het lijkt een leven geleden.
Maar dat is het niet – het is letterlijk pas sinds een paar maanden dat mensen die hun hele leven of het grootste deel van hun leven in dit land hebben gewoond worden gearresteerd en met deportatie bedreigd of gedeporteerd: en?
Toen een regering haar eigen parlement opschortte omdat ze niet het resultaat kreeg dat ze wilde: en?
Toen zo veel mensen met hun stem mensen aan de macht brachten die hen glashard aankeken en belogen: en?
Toen een continent brandde en een ander smolt: en?
Toen mensen aan de macht over de hele wereld groepen mensen eruit begonnen te pikken op grond van religie, etniciteit, seksualiteit, intellectueel of politiek afwijkende mening: en?
Maar nee. Eerlijk is eerlijk. Niet iedereen zei het.
In de verste verte niet.
Miljoenen mensen zeiden het niet.
Miljoenen en nog eens miljoenen, overal in het land en overal in de wereld, zagen hoe er gelogen werd, en hoe slecht mensen en de planeet behandeld werden, en spraken zich daarover uit, tijdens demonstraties, met protesten, door te schrijven, door te stemmen, door te praten, door activisme, op de radio, op tv, via social media, tweet na tweet, bladzij na bladzij.
Waarop de mensen die de macht kenden van het en? zeggen het zeiden op de radio, op tv, via social media, tweet na tweet, pagina na pagina: en?
Ik bedoel, ik zou mijn hele leven kunnen besteden aan dingen opnoemen en vertellen, en aan de hand van bronnen en grafieken en voorbeelden en statistieken laten zien wat er gebeurt, zoals de geschiedenis duidelijk heeft aangetoond, als we onverschillig zijn, en wat de consequenties zijn van het politiek cultiveren van onverschilligheid, wat iedereen die het wil ontkennen ogenblikkelijk zal afdoen met een eigen pittig klein
en?
En.
In plaats daarvan iets wat ik ooit zag.
Het is een beeld uit een film die ongeveer zeventig jaar geleden is gemaakt in het Verenigd Koninkrijk, niet lang na het einde van de Tweede Wereldoorlog.
De film is in Londen gemaakt door een jonge kunstenares die uit Italië in de stad aankwam toen Londen een van de vele plaatsen was die zichzelf moesten herbouwen in die jaren bijna een leven geleden, nadat de tientallen miljoenen mensen van alle leeftijden over de hele wereld te vroeg waren gestorven.
Een beeld van een man die twee koffers draagt.
Het is een tengere man, een jonge man, een verstrooid en aarzelend soort man, keurig met hoed en jasje, lichtvoetig maar tegelijk belast; het is duidelijk dat hij ook belast zou zijn als hij niet twee koffers droeg. Hij is ernstig, mager, bezorgd, heel erg gretig, en hij staat afgetekend tegen de hemel omdat hij op een smalle bakstenen richel balanceert die langs de rand van een hoog gebouw loopt, en hij voert over de hele lengte een vrolijke en dolzinnige dans uit met de verweerde daken van Londen achter hem; nee: om preciezer te zijn, die daken zijn ver beneden hem.
Hoe kan hij zo snel gaan en niet van de rand van het gebouw vallen?
Hoe kan wat hij aan het doen is tegelijk zo wild en toch zo elegant, zo dringend en zo zorgeloos zijn?
Hoe kan hij die koffers zo door de lucht zwaaien en toch zijn evenwicht bewaren? Hoe kan hij met die snelheid bewegen naast de steile afgrond?
Waarom riskeert hij alles?
Het zou geen zin hebben om je een still of een foto te laten zien. Het is heel erg bewegend beeld.
Een paar tellen lang voert hij een waanzinnige maar vrolijke koorddans uit boven de stad door te snel over het zigzaggende pad van een richel te lopen die maar een baksteen breed is.
En:

 

© 2020 Ali Smith
© 2020 Nederlandse vertaling Uitgeverij Prometheus en Karina van Santen en Martine Vosmaer

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum