Een van de meestgenoemde beste boeken op de eindejaarslijstjes van de kranten en weekbladen is Anne Vegters Big Data. Tijd voor twee gedichten!
Baby’s en biggen, lange lijnen en open ruimtes: deze nieuwe bundel van de voormalig Dichter des Vaderlands bevat big data! Een explosieve verzameling nullen en enen die het verhaal vertelt van pijn en woede, maar in een vorm die chaos verheldert en uitzichten biedt – ‘ik zeg het niet graag, maar de zee is eerlijk’.
Vegters poëzie wikt, weegt en mikt. Persoonlijke gedichten worden geplaatst tegenover een lange tekst over de Europese reis van de Zuid-Afrikaanse Ingrid Jonker. Taal verbindt het energieke met het angstige, het speelse met het pijnlijk snijdende.
N.B. Eerder publiceerden we voor uit Wat helpt is een wonder, en uit Ik hier jij daar, die ze samen met Ghayath Almadhoun schreef. Maarten Buser besprak die bundel ook.
tussen baby’s en leugens inmiddels goed op gang met mijn onderzoek naar de oorsprong van de leugen ik raapte een babylichaam op dat ademde zonder kern er zijn dacht ik, er zijn is eromheen zijn gelukkig gaat het goed met baby, die van zichzelf doorlatend is baby bijpraten is traagwerk dat lukt beter aan de kust, naast iets moois: neem de zon of nee, de zee, neem de zee en haar superspeelse houdingen mijn zoons zeggen dat ze groeien van het onmenselijke geschitter voel de pulsjes, allemaal echt maar de zee is ook keihard: klotsen, zwelgen, uitspuwen ik zeg het niet graag, maar de zee is eerlijk even tussen de vader en mij, vanwege het onderzoek: had ik je nou betrapt op een aanloop ging jij nou heimelijk springen diep onder jou kleurt de zee van licht naar schuld, een noodsprong dit weten mijn piepjonge zoons, die houden overdag niet van verkleinwoorden maar een baby maak ik er niet gek mee baby is de honger tussen toestand en verzadiging, zeg eens dierlijk eerlijk dierlijk, eerlijk nu kan ik verder, het is avond baby wil mee en strekt zich in mijn armen o, lief warmkloppend lichaampje versus jouw hart, een wak sta je nou weer te twijfelen gewoon springen, blijven springen schippertjes, niet meer omkijken, wij gaan hup, naar huis onze ziekten zoals ik kon schrikken van een stopbord zag ik onze overeenkomsten: wij het project zonder ziekten, ik als afbeelding: jij die mij omlijnde het zijn niet steeds de keerlingen die het verschil maken, ook wij in ongemakkelijke thuissituaties vragen naar de scheidslijn tussen stem en verlangen, die ons heeft verdeeld, ons heeft verjaagd, ons uiteengedreven, de weg verlegd van middendoor naar buitenaf en dat werd onze ziekte, maar je springt als een naakte big, je springt als een prijs, je bent ontvangen en je laat de laatste aan mij
inmiddels goed op gang met mijn onderzoek naar de oorsprong van de leugen ik raapte een babylichaam op dat ademde zonder kern er zijn dacht ik, er zijn is eromheen zijn gelukkig gaat het goed met baby, die van zichzelf doorlatend is baby bijpraten is traagwerk dat lukt beter aan de kust, naast iets moois: neem de zon of nee, de zee, neem de zee en haar superspeelse houdingen mijn zoons zeggen dat ze groeien van het onmenselijke geschitter voel de pulsjes, allemaal echt maar de zee is ook keihard: klotsen, zwelgen, uitspuwen ik zeg het niet graag, maar de zee is eerlijk even tussen de vader en mij, vanwege het onderzoek: had ik je nou betrapt op een aanloop ging jij nou heimelijk springen diep onder jou kleurt de zee van licht naar schuld, een noodsprong dit weten mijn piepjonge zoons, die houden overdag niet van verkleinwoorden maar een baby maak ik er niet gek mee baby is de honger tussen toestand en verzadiging, zeg eens dierlijk eerlijk dierlijk, eerlijk nu kan ik verder, het is avond baby wil mee en strekt zich in mijn armen o, lief warmkloppend lichaampje versus jouw hart, een wak sta je nou weer te twijfelen gewoon springen, blijven springen schippertjes, niet meer omkijken, wij gaan hup, naar huis
zoals ik kon schrikken van een stopbord zag ik onze overeenkomsten: wij het project zonder ziekten, ik als afbeelding: jij die mij omlijnde
het zijn niet steeds de keerlingen die het verschil maken, ook wij in ongemakkelijke thuissituaties vragen naar de scheidslijn tussen
stem en verlangen, die ons heeft verdeeld, ons heeft verjaagd, ons uiteengedreven, de weg verlegd van middendoor naar buitenaf
en dat werd onze ziekte, maar je springt als een naakte big, je springt als een prijs, je bent ontvangen en je laat de laatste aan mij
Copyright © 2020 Anne Vegter