Leesfragment: Bijna een vader

23 oktober 2021 , door Alejandro Zambra
|

26 oktober bij de Athenaeum Boekhandels, en 5 november op Crossing Border: Alejandro Zambra met Bijna een vader (Poeta chileno, vertaald door Brigitte Coopmans). Lees bij ons de eerste pagina’s.

  • ‘Wie valt voor Zambra’s literatuur, heeft een fascinerende weg voor de boeg. Ik ben dol op zijn onbeschaamde durf.' – Enrique Vila-Matas, auteur van Bartleby & Co

Niet langer zullen Gonzalo en Carla heimelijk met elkaar vozen onder dezelfde poncho, nauwelijks afgeschermd van de moeder die in dezelfde kamer tv kijkt. Hun puberliefde wordt in de kiem gesmoord. Maar als Gonzalo haar na negen jaar terugziet, krijgt hij een tweede kans. En mét haar een opgave, namelijk vader zijn. Want terwijl hij zich in de tussentijd verloor in de poëzie, heeft Carla een zoon gekregen. En al is Gonzalo niet diens biologische vader, hij moet en zal het beter doen dan de nutteloze mannen uit zijn eigen familie.

Dat lukt echter maar ten dele en wanneer er eindelijk een dichtbundel van hem wordt gepubliceerd, verliest hij de vaderambities uit het oog en ook zijn zoon. Vele jaren verstrijken voordat er weer enige hoop gloort op een hereniging. De appel blijkt niet ver van de boom te zijn gevallen, want ook de jongen is verzot op poëzie.

Bijna een vader is een roman over het gewicht van liefde, over vaderschap en de tragikomische bevrijdingsstrijd van een man die iets heel anders had verwacht van het leven.

N.B. Lees op Athenaeum.nl fragmenten uit Mijn documentenManieren om naar huis terug te keren en Het verborgen leven van bomen, en de eerste zin van Bonsai, vertaald door Luc de Rooy.

 

I
Vroeg werk

Het was de tijd van overbezorgde moeders, van stille vaders en potige grote broers, maar ook die van warme dekens, geweven kleden en poncho’s, vandaar dat het niemand verbaasde dat Carla en Gonzalo elke namiddag wel twee of drie uur lang samen op de bank onder een enorme rode poncho van Chiloé-wol kropen, een soort eerste levensbehoefte in de strenge winter van 1991.

De ponchomethode bood Carla en Gonzalo de kans om ondanks alle hindernissen zo’n beetje alles uit te vreten, behalve dan de fameuze, sacrale, zo gevreesde maar ook langverwachte penetratie. Ondertussen bestond Carla’s moeders methode in doen alsof ze er geen had; om hun vrijpostigheid te temperen kwam ze hooguit af en toe, met een haast onwaarneembaar schijnheilig ondertoontje, even vragen of ze het niet een beetje warm hadden, waarop zij in koor, met de onvaste stem van twee waardeloze toneelschoolstudenten, antwoordden van niet, dat het hartstikke koud was.
En dan verdween Carla’s moeder weer door de gang naar haar slaapkamer en concentreerde zich weer op haar televisieserie, die ze zonder geluid had aanstaan – de tv in de woonkamer stond hard genoeg, want daar keken Carla en Gonzalo dezelfde serie, nauwelijks geïnteresseerd, maar de ongeschreven regels van het spel dicteerden dat ze moesten opletten, al was het maar om op natuurlijke wijze te kunnen reageren op de opmerkingen van moeder, die niet per se vaak maar wel met onregelmatige tussenpozen de woonkamer in kwam om de bloemen in de vaas te schikken, de servetten te vouwen of een andere activiteit van twijfelachtige urgentie te verrichten en daarbij nu en dan, niet zozeer om hen te zien als wel om te laten voelen dat ze hen zien kon, een zijdelingse blik op de bank wierp en zich uitspraken liet ontvallen als ‘ze heeft er zelf om gevraagd’ of ‘die vent is niet helemaal goed bij zijn hoofd’, waarop Carla en Gonzalo, praktisch naakt en trillend van angst, altijd in koor reageerden met ‘ja’ of ‘ze is duidelijk verliefd’.
Carla’s afschrikwekkende grote broer – die geen rugby speelde maar qua houding en postuur zo bij het nationaal elftal had gekund – kwam meestal pas na middernacht thuis en sloot zich, de enkele keer dat hij vroeger was, op in zijn slaapkamer om Double Dragon te spelen, maar het gevaar bestond altijd dat hij beneden een stuk brood met mortadella of een glas cola zou komen halen. Gelukkig kregen Carla en Gonzalo daarbij hulp uit onverwachte hoek, en wel van de trap, in het bijzonder van de tweede – of voorlaatste – trede: tussen het moment dat deze oorverdovend kraakte en het moment waarop de grote broer in de woonkamer stond, zaten precies zes seconden, tijd genoeg om onder de poncho een positie in te nemen alsof ze twee onschuldige wildvreemden waren die puur uit solidariteit bij elkaar schuilden tegen de kou.
Elke avond kondigde de futuristische leader van het journaal het einde van de dag aan; dan voerde het stelletje in de voortuin een gepassioneerde afscheidsscène op, soms tegelijk met het moment waarop Carla’s vader thuiskwam, die bij wijze van groet of dreigement met de koplampen van zijn Toyota knipperde en de motor liet ronken.
‘Dat geflikflooi duurt me nu wel lang genoeg,’ voegde de man er dan met opgetrokken wenkbrauwen aan toe, als hij in de stemming was.

Het was meer dan een uur reizen van La Reina naar Plaza de Maipú en meestal zat Gonzalo te lezen, hoewel dat in het zwakke licht niet altijd lukte en hij soms genoegen moest nemen met een vluchtige blik op een gedicht als ze even stilstonden op een verlichte straathoek. Elke avond kreeg Gonzalo op zijn kop dat hij te laat was en elke avond zwoer hij, zonder de geringste intentie zich aan zijn woord te houden, dat hij voortaan vroeger thuis zou zijn. Denkend aan Carla viel hij in slaap en als hij de slaap niet kon vatten, wat nogal eens gebeurde, masturbeerde hij denkend aan haar.
Masturberen terwijl je aan je geliefde denkt is, zoals iedereen weet, het vurigste bewijs van trouw, vooral als het, zoals voorafgaand aan films weleens gezegd wordt, strikt op waargebeurde feiten gebaseerd is: in plaats van zich te verliezen in onwaarschijnlijke fantasieën, zag Gonzalo hen samen zitten op dezelfde bank als altijd, onder dezelfde wollen poncho als altijd, met als enige verschil, als enig fictief element, dat ze alleen waren, en dan drong hij bij haar naar binnen en sloeg zij haar armen om hem heen en sloot zachtjes haar ogen.

Het beveiligingssysteem leek waterdicht, maar Carla en Gonzalo vertrouwden erop dat zich spoedig een kans zou voordoen. En aan het einde van de lente was het dan zover, net toen die achterlijke hitte roet in het eten dreigde te gooien. Piepende remmen en een koor aan kreten verscheurden de rust van acht uur ’savonds – op de hoek van de straat was een mormoon aangereden, waarop de vrouw des huizes naar buiten stoof om de laatste nieuwtjes te delen en Carla en Gonzalo zich realiseerden dat het langverwachte moment was aangebroken. Met de dertig seconden die de penetratie duurde en de drieënhalve minuut die het kostte om het kleine beetje bloed weg te poetsen en de glansloze ervaring te verwerken, had het hele proces amper vier minuten in beslag genomen, waarna Carla en Gonzalo zich in één moeite door aansloten bij de nieuwsgierige menigte rondom de blonde jongeman, die naast zijn kapotte fiets op het trottoir lag.
Als deze blonde jongeman was overleden en Carla zwanger was geraakt, zouden we spreken van een lichte disbalans in de wereld ten gunste van de donkere mensen, want dat er uit Carla, die zelf al best donker was, en de nog donkerdere Gonzalo een blonde baby zou zijn geboren, was uiterst onwaarschijnlijk – maar dit gebeurde allemaal niet: de mormoon raakte kreupel en Carla zo verdrietig en in zichzelf gekeerd dat ze Gonzalo, onder het aanvoeren van de gekste smoesjes, twee weken lang niet wilde zien. Toen ze hem uiteindelijk weer zag, was dat om het ‘face to face’ uit te maken.
Ter verdediging van Gonzalo moet gezegd dat er in die onfortuinlijke jaren nauwelijks informatie circuleerde en dat er geen hulp van ouders, goede raad van docenten of voorlichting op school voorhanden was, net zomin als ondersteunende overheidscampagnes of iets in die richting, want het land was te druk bezig met het overeind houden van de onlangs verworven, nog wankele democratie om na te denken over vernuftige en eerstewereldachtige zaken als een integraal beleid voor seksuele voorlichting. Plotseling bevrijd van de dictatuur uit hun kindertijd, beleefden vijftienjarige Chilenen hun eigen transitie naar volwassenheid met het roken van wiet en het luisteren naar Silvio Rodríguez of Los Tres of Nirvana, terwijl ze allerlei angsten, frustraties, trauma’s en vormen van verwarring doorgrondden of probeerden te doorgronden, dit alles vrijwel altijd volgens de riskante trial-and-error - methode.
Er stonden in die tijd natuurlijk niet miljarden filmpjes online die seks als een marathonconcept propageerden, en Gonzalo was weliswaar bekend met bladen als Bravo en Quirquincho en had zelfs wel een paar keer de Playboy of de Penthouse ‘gelezen’, maar hij had nog nooit een pornofilm gezien en dus ook niet de beschikking over audiovisuele ondersteuning om te kunnen inzien dat zijn prestatie, hoe je het ook wendt of keert, beneden alle peil was geweest. Zijn hele idee van hoe het er in bed aan toe moest gaan, was gebaseerd op de ponchotraining en de vage, opgeblazen, fantasievolle verhalen van een paar klasgenoten.
Verrast en ontroostbaar als hij was, deed Gonzalo alles wat in zijn macht lag om weer bij Carla terug te keren, al was ‘wat in zijn macht lag’ niet meer dan elk halfuur bellen en zijn tijd verdoen met een vruchteloze lobby via twee misleidende bemiddelaarsters die niet van plan waren hem te helpen; ze vonden hem slim, grappig en leuk om te zien, maar vergeleken met Carla’s ontelbare pretendenten stelde hij, een vreemde vogel uit Maipú, een infiltrant, maar weinig voor.

Gonzalo restte weinig anders dan zich vol overgave op de poëzie te storten; hij sloot zich op in zijn kamer en leverde in amper vijf dagen tijd tweeënveertig sonnetten af, gedreven door de nerudiaanse hoop iets zo buitengewoon overtuigends te schrijven dat Carla hem simpelweg niet kón blijven afwijzen. Soms vergat hij zijn verdriet even en domineerde in elk geval voor een paar minuten de intellectuele uitdaging om een niet-lopend vers kloppend te maken of het juiste rijmwoord te vinden. Maar op de blijdschap over een naar zijn mening geslaagd beeld volgde meteen weer de bitterheid van het heden.

[...]

 

© 2020 Alejandro Zambra
© 2021 Nederlandse vertaling Brigitte Coopmans

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum