Leesfragment: Een mogelijk begin van veel

29 november 2021 , door Hester van Hasselt en Bianca Sistermans
| | | | |

Veelgenoemd bij de cadeautips en eindejaarslijstjes van onze boekverkopers: Een mogelijk begin van veel. 29 dichters aan het werk, met gesprekken door Hester van Hasselt en portretten door Bianca Sistermans. Lees een fragment uit het gesprek met Maarten van der Graaff, bekijk het portret op onze site!

Een mogelijk begin van veel is een ontmoeting met 29 dichters in woord en beeld. Een poging vat te krijgen op het wonderlijke proces van het dichten. Portretten dicht op de huid, gesprekken over het schaamteloos gebruik van rijm, ziek worden van een komma en uitrusten in een gedicht. Over klauwen en stinkveren, eerzucht en gretigheid, over glimpen van een nieuwe taal en de bodem van je blik. In Een mogelijk begin van veel weerklinkt een veelstemmig geluid uit het hedendaagse poëzielandschap. Een fotoboek, een bundel interviews en een poëziebloemlezing ineen.

Interviews Hester van Hasselt, fotografie Bianca Sistermans. Met Delphine Lecompte, Bernard Wesseling, Remco Campert, Pieter Boskma, Mustafa Stitou, Menno Wigman, Bernke Klein Zandvoort, Lieke Marsman, Kira Wuck, Rozalie Hirs, Antjie Krog, Maarten van der Graaff, Anneke Brassinga, Hafid Bouazza, Miek Zwamborn, K. Schippers, Ted van Lieshout, Bette Westera, Edward van de Vendel, Anne Vegter, Sasja Janssen, Kreek Daey Ouwens, Radna Fabias, Ghayath Almadhoun, Alfred Schaffer, Vrouwkje Tuinman, Joost Oomen, Ester Naomi Perquin en Eva Gerlach.

N.B. Eerder publiceerden we voor uit Maarten van der Graaffs Nederland in stukken en Wormen en engelen.

 

Voorwoord

Een mogelijk begin van veel. 29 dichters aan het werk.
Hoe werkt dat: tastend, met een vuistslag of fileermes een wereld openen die ruimer is dan de alledaagse? Hoe raken dichters de werkelijkheid aan, hoe komt de taal tot leven, hoe ontstaat poëzie? Daarin zat voor ons de aantrekkingskracht, vanuit die nieuwsgierigheid begonnen we in 2013 met Een mogelijk begin van veel. 29 dichters aan het werk.
Het oeuvre van de dichter was ons gezamenlijk vertrekpunt voor het portret. Na een zorgvuldig inlezen bezochten we de dichter – zo goed als altijd thuis en los van elkaar. Liefst eerst Bianca met haar analoge camera, daarna ik. Door haar geheel eigen werkwijze als fotograaf was meteen duidelijk dat het ook geen gangbaar interview zou worden. Open, zonder vooropgezet plan, ontmoetten we de dichters. Er was wel één grondregel voor het interview: het gesprek blijft werkgerelateerd. De vraag was niet ‘wie is de dichter’, maar ‘hoe ontstaat poëzie’.
We begonnen deze uitdijende reeks in mei 2013 met Delphine Lecompte in Brugge, en sloten hem, voor nu, af met Eva Gerlach in Amsterdam. Omdat we de gesprekken graag in de tijd plaatsen, houden we een chronologische volgorde aan. Dit neemt niet weg dat je ze ook in een willekeurig andere volgorde kan lezen. Naast de portretten en gesprekken nemen we van iedere dichter ten minste één gedicht op in dit boek.
Tot slot. Er is natuurlijk ook alles wat er niet is. Foto’s en stukken interview die het boek niet haalden, gedichten die buitenboord vielen en de dichters die we niet portretteerden. Ook hun zijn we erkentelijk. Samen met de 29 dichters in dit boek geven ze het Nederlandse poëzielandschap vorm, blazen ze het tegelijkertijd tere en krachtige lichaam van de poëzie leven in.

Hester van Hasselt en Bianca Sistermans
Amsterdam, oktober 2021

[...]

 

Maarten van der Graaff, geportretteerd door Bianca Sistermans. Uit: Hester van Hasselt en Bianca Sistermans, Een mogelijk begin van veel

juni 2015

De troep die overblijft is het gedicht

Mocht je aanbellen bij Maarten van der Graaff en hij doet niet open, bedenk dan dat hij misschien naakt, met zijn hoofd in het plafond, de afvoer van zijn douche aan het repareren is. Gelukkig neemt hij de telefoon op: ‘Sta je voor de deur? Ik kom naar beneden.’
Maarten van der Graaff is aanwezig. Verbaal en lijfelijk een heel brok mens. In zijn debuutbundel noemt hij zichzelf gekscherend ‘radicaal, belezen, zelfverzekerd en bescheiden als het moet’. Wel, dat is hij, en voorkomend bovendien. Maarten van der Graaff werd geboren op Goeree-Overflakkee, ‘somber eiland, waar ik eerst een religieuze masochist was en later naar de geest van de mensheid zocht’. Zijn tweede bundel Dood werk bestaat uit twee delen: Lijsten en Geklokte gedichten. Het woord ‘dood’ (dode, doodgeboren, morsdood) komt vijfentwintig keer in het werk voor. Buiten de titel, die op het voorblad al vijf keer wordt herhaald.

Uit Dood werk spreekt een levensgevoel dat ik wel kan plaatsen, maar niet herken. Het is alsof jij – en wij met zijn allen – tegen een muur aan staan, waar geen weg langs, over of doorheen te vinden is. Het is alle hoop voorbij. We zijn al dood.

(lacht) Dat klinkt als de bekendste punkslogan: no future. Op welke hoop had je nog gerekend? Ik zie geen enkel maatschappelijk project dat uitzicht biedt op dingen die te verwelkomen zijn. De wereld is natuurlijk verschrikkelijk. Wat niet wegneemt dat het leven dingen kan bieden die de moeite waard zijn. Daarbij is mijn leven natuurlijk een luxeleven, waarin fysieke verschrikkingen nauwelijks een rol spelen.

Je lijkt er ook onder te lijden, als de angsten en woede uit het werk tenminste autobiografisch zijn.

Dat zijn ze. Maar ik beken niets. Confessionalisme vind ik niet interessant. Wat ik probeer is mijn particuliere leven in aanraking te brengen met het grotere sociale weefsel. Ik probeer mijn eigen leven maatschappelijk te lezen. Een van de motto’s van deze bundel is een uitspraak van Chris Kraus: ‘I want to make the world more interesting than my problems. Therefore I have to make my problems social.’
Een lijst met kalmerende activiteiten was het beginpunt van deze bundel. Ik dook hem op uit de map die hoorde bij de groepstherapie die ik volgde. Dat deed ik samen met ex-delinquenten, ex-verslaafden en tienermoeders. Ik was in alle opzichten de geprivilegieerde student. Die groep was een vreemde club, je begreep elkaar, voelde elkaar aan en tegelijkertijd was er een enorme afstand. Ik hoorde over levens waar ik nooit over hoor. Je ziet hoe gesegregeerd onze samenleving is. De lijst met kalmerende activiteiten was opgesteld door eerdere groepsleden. Mensen die hun eigen mechanismen om de dag door te komen hadden opgeschreven, en daarmee weer andere mensen hielpen.

Lijst met kalmerende activiteiten // Hieronder een lijst / met kalmerende activiteiten, / opgesteld door eerdere groepsleden: // meubels goed zetten / kleuren / knuffelen met een deken of knuffel / dansen / vrijwilligerswerk doen / nagels verzorgen / rijden / eropuit gaan / bruikbare reacties krijgen van anderen / vissen / naar de film / een massage krijgen of geven / koffie of thee drinken / naar muziek luisteren / rondhangen in een voetgangersgebied [...]

Het gedicht is een readymade, zelfs de titel heb ik niet hoeven verzinnen. Het is een beklemmende, kale, feitelijke lijst én het is het werk van meerdere mensen. Dat trof me. Het collectief, de gemeenschap, zoeken naar wat poëzie met de gemeenschap te maken kan hebben, dat is iets wat me interesseert. Ik zoek daarom naar momenten waarop taal gemeenschappelijk tot stand komt.
Uiteindelijk boeit het me altijd als mensen hun individualiteit overstijgen, om welke reden dan ook. Uniek zijn is onzin, je bent altijd ingeschreven in verbanden. Je draagt dezelfde kleren als je vrienden, je bezoekt dezelfde restaurants, je luistert naar dezelfde muziek. Als je de hele tijd viert dat je zo’n bijzondere einzelgänger bent, zit je toch in een saaie positie. Het is veel gevaarlijker, ook letterlijk, om na te denken over vormen van collectiviteit.

[...]

 

Copyright interviews © 2021 Hester van Hasselt
Copyright fotografie © 2021 Bianca Sistermans

pro-mbooks1 : athenaeum