Leesfragment: Het boek Daniel

05 januari 2021 , door Chris de Stoop
|

Chris de Stoops Het boek Daniel was - vooral bij de Vlaamse kranten - een van de meestgenoemde boeken in de eindejaarslijstjes. Lezen dus!

In een uithoek van het land, waar het platteland nog enigszins standhoudt, brandt de oude vierkantshoeve van Chris de Stoops oom Daniel af. In het puin wordt het lijk van de bejaarde boer aangetroffen. In de daaropvolgende weken wordt een jeugdbende opgerold, die ervan verdacht wordt Daniel vermoord te hebben.

De Stoop, geschokt door de dood van zijn oom, pleit zelf namens de familie in de rechtszaak. Na het proces gaat hij nog een stapje verder: hij gaat de confrontatie aan met de jonge daders.

In Het boek Daniel vertelt hij op aangrijpende wijze hoe twee verschillende werelden samenkomen. Hij zoekt gerechtigheid voor een oude boer voor wie niemand nog wil opkomen, maar ontrafelt ook wat er broeit in hangjongeren die lak hebben aan alles en iedereen.

Een liefdevol, meeslepend en waargebeurd verhaal – een oefening in empathie die nog lang in het hoofd van de lezer zal nawerken.

 

1
Proloog

Het was al na middernacht. Ze liepen weg van het dorp, staken het viaduct over en kwamen in de straat waar ze zijn moesten. Links van de driesprong stond een handvol arbeidershuizen, teruggetrokken langs een zandweg in de velden, maar er was op dit uur niemand meer buiten. Rechts voor hen was er de overweldigende verschijning van de vierkantshoeve van mijn oom Daniel.
Onbeweeglijk bleven ze even staan kijken, stijf van de adrenaline. Ja, je ging niet elke dag op rooftocht.
Ze slopen naar de boerderij. Rachid nam zijn mes en sneed de knoop af van het touw waarmee de poort was dichtgebonden. Er hing ook een ketting aan, die hij losrukte, zodat ze er allebei tussendoor konden. Ze keken de duisternis van het binnenhof in. Al die oude rommel van machines en werktuigen.
Behoedzaam betraden ze die wereld die ze nooit eerder hadden gezien, voorbij de antieke hooischudder achter de poort, het modderige erf op, naar achteren toe. Er stonden een vork en een schop naast een kruiwagen.
Zacht trokken ze een deur open. Tot hun verbijstering zagen ze vier koeien staan. De weeë geur van mest en stro en veevoer sloeg hun in het gezicht.
Vervolgens begonnen de beesten luid te loeien.
Toen ze van de schok waren bekomen, zagen ze aan de andere kant van het erf het zwakke schijnsel van een lamp. Daar moest de oude boer wonen.
‘Geef me die stok,’ zei Rachid.
‘Waarom?’ vroeg Ahmed.
‘Om hem terug te drijven als hij op ons afkomt.’
Ahmed reikte hem de hooivork aan.
Ze keken door een kier van de deur. De ouwe lag naast de kachel op de vloer, zijn hoofd op de sofa steunend, zijn ogen gesloten. Hij ademde luid. Hij leek diep te slapen.
De deur piepte en knarste, maar oom Daniel werd niet wakker. Binnen was het een troep. De rechthoekige tafel in het midden was bezaaid met borden, bestek, etensresten, verpakkingen, flessen. De afbladderende muren waren donker uitgeslagen van de kachelrook.
Er stond iets vreemds op een bijzettafeltje. Een zwarte bakelieten telefoon, met een draaischijf, een mechanische bel en een dik snoer, ongetwijfeld vele tientallen jaren oud, uit de tijd dat telefoneren nog iets gewichtigs was. Nu kwam er haast elk jaar een nieuwe iPhone uit. Nu ging verandering sneller dan ooit, terwijl dit hele boerenhuis stilstand en verstarring ademde.
Er was ook niets van waarde om te stelen: geen laptop, geen smartphone, zelfs geen televisie. Alsof de bewoner weigerde de wereld via een scherm te bekijken of aardse bezittingen te vergaren. Zo wekte hij de schijn dat het allemaal belachelijk was wat anderen hadden en deden. Zo gaf hij aanstoot.
Verspreid over de vloer lagen de boodschappen die de ouwe in de supermarkt had gekocht. Het was alsof de tas zo uit zijn handen was geglipt. Ahmed zag onder meer een zak diepvriesfriet en flesjes bier liggen.
Geruisloos gingen ze naast het op de vloer rustende lichaam bij de kachel staan. Het kreukelige, baardige hoofd deed Rachid aan zijn grootvader denken, bij wie hij lang gewaakt had toen hij op sterven lag.
Het zien van de oude man, zo weerloos als hij daar lag, deed zijn opgewondenheid niet bedaren; integendeel, het enerveerde hem nog meer.
Hij nam met beide handen de zware hooivork vast. Hij hief de steel boven zijn hoofd, tot in zijn nek. Hij keek opzij naar zijn neef.
Ahmed pakte zijn iPhone. Hij begon te filmen.

 

Copyright © 2020 Chris de Stoop

pro-mbooks1 : athenaeum