Leesfragment: Mijn Lievelingen

26 november 2021 , door Clarice Lispector
| |

30 november verschijnt in de reeks Privé-domein: Clarice Lispector, Mijn Lievelingen. Brieven 1940-1959, vertaald en van een nawoord voorzien door Adri Boon. Wij publiceren voor.

Mijn lievelingen bevat brieven die Clarice Lispector tussen 1940 en 1957 aan haar zussen Tania Kaufmann en Elisa Lispector schreef. Ze doet verslag van haar indrukken van de meer dan dertig steden waar ze verblijft, en van haar ervaringen op het gebied van literatuur, muziek, film en theater. Ze beschrijft haar creatieve proces en haar zorgen over de publicatie en ontvangst van haar boeken. Daarnaast getuigen deze brieven van de liefde en tederheid tussen haar en haar zussen, waarbij de privébesognes soms worden onderbroken door belangrijke historische gebeurtenissen. De brieven laten minder bekende kanten van Lispectors persoonlijkheid zien en vormen zo een interessante aanvulling op haar literaire werk.

N.B. Eerder publiceerden wij voor uit Clarice Lispectors Alle verhalen, De ontdekking van de wereld en Het uur van de ster, en uit Benjamin Mosers biografie Clarice Lispector. Lispector lag op de nachtkastjes van Stefanie Liebreks en Roxane van Iperen.

 

17 mei 1940

Lieve Elizinha,

Vandaag, vrijdag, hebben we eindelijk je brief ontvangen. ‘Eindelijk’, want ik mis je zo in huis dat ik dinsdag al op post hoopte. Sinds je weg bent is het huis erg leeg en voel ik me erg alleen. Ik hoop maar dat dit alles gerechtvaardigd wordt door het grote nut van je verblijf aldaar.
Ik ben van plan zaterdag te komen. Of misschien de zaterdag daarop, want er is een bal en er is een kans van één op drie miljoen dat ik daarnaartoe ga: ik heb nog geen jurk (ik wilde een lange rok van fluweel maken met een kanten bloesje erbij, maar dat kost een vermogen). Maandag ontving ik van de redactie weliswaar 281$200 voor vertalingen die ik eerder heb gemaakt, maar elasticiteit maakt helaas geen deel uit van de eigenschappen van geld...
Elisa, zijn er nog meer gasten? Ik hoop het maar. Luister, schat, jij hebt altijd geluk met het getal dertien, tijdens je ritten naar Teresópolis, drie nu, zat je op stoel 13, nietwaar? Welnu, je reisde op de dertiende. En toen vader dat opmerk - te zei hij dat de stoel waarop je tijdens het concert van Jascha Heifetz zat ook nummer 13 had! Ik zal eens kijken of ik een bedeltje in de vorm van het getal 13 voor je kan vinden.
Elisa, is er daar een apotheek in de buurt zodat je een injectie kunt krijgen?
Schrijf alsjeblief iets meer, ik smeek het je, en ook Tania, aan wie ik je brief heb voorgelezen. Vader is er niet, dus die kan niets laten weten. Geef ons meer details, besef dat we helemaal niets weten van je leven daar. Je hebt hard gewerkt in Juiz de Fora. Hoed je voor een surmenage.
Lieveling, wees gelukkig. Stel me niet teleur. En schrijf zodra je dit ontvangt. Per ommegaande.
Van Tania hoef ik niet veel tegen je te zeggen, ze zegt dat ze je zelf wel zal schrijven. Wel stuurt ze je duizend omhelzingen en groeten.
Een innige omhelzing van je
Clarice.

ps: Mocht je mijn handschrift niet kunnen lezen: kalm blijven. Tel tot tien, loop een rondje door de tuin en probeer het in een geest van christelijke offervaardigheid opnieuw.

22 mei 1940

Lieve Elisa,

Ik kan echt niet begrijpen waarom je niet schrijft. In alle eerlijkheid: is het nu zo’n moeite om eens in de twee dagen (om de dag dus) een paar woordjes te schrijven? Ik vraag je niet om nieuws of om het sufferdje van Miguel Pereira. Maar gewoon: vertel iets! Ik begrijp dat daar geen telefoon is, dat je verweg zit,maarwij snakken ernaar omvan je te horen.
Zelfs de kleinste details willen we weten, of het eten goed is, of het er prettig is, of je het er naar je zin hebt. Alles, alles.
Met ons gaat het goed. Wat Márcia betreft, met haar gaat het niet goed, nee, gaat het uitstekend! Ze is zo’n verrukkelijk rozerood bolletje. Ik belde net nog naar Tania, die niet aan de telefoon kon komen omdat ze bezig was met het afdrogen van jongedame Márcia, die net uit een geurig bad kwam.
Papa voelt zich gelukkig erg goed. Hij heeft een sonde laten aanbrengen en omdat hij zich erover verbaasde dat het vocht uit zijn galblaas een andere kleur had dan normaal, vertelde de arts hem dat het verschil juist een goed teken was: zijn galblaas werkt nu weer. Hij zal doorgaan met de behandeling, de nodige voorbereidingen treffen en binnenkort naar de dokter gaan.
Zaterdagavond ga ik naar het bal. Het was een ware marteling om de juiste stof te vinden. Maar, nou ja... sociale verplichtingen! (Ha, ha!)
Edith gaat voor een week naar Friburgo; haar moeder is ziek. Als ze iemand vindt die haar kan vervangen, des te beter; zoniet, jammer maar helaas. Ik ga eten in de stad, deze keer zonder jou, om me daarna over te geven aan een orgie van films.
Elisa, het verhaal dat ik Pan heb aangeboden... wordt gepubliceerd. Of die man is gek of ik ben gek.
Heb je gelezen, heb je gerust, heb je gegeten, heb je geslapen, heb je geschreven, heb je gewandeld, ben je aangekomen? Alleen slechte zin kan verklaren waarom je niet schrijft. Alsjeblieft, lieve schat, schrijf, schrijf. Het is zo naar om niets van je te horen. Ik ben hier helemaal alleen (‘in dit enorme huis’ zou een romantisch personage van Delly er - aan toevoegen) in

***

Tania heeft je een paar dagen geleden geschreven.

Elisa, bedenk dat deze vakantie een ‘grote kans’ is. Leef als een prinses: zonder zorgen, onbekommerd. Slaap of ga in elk geval na het eten even liggen. Maak een korte ochtendwandeling. Wees gelukkig en rust lekker uit. Denk aan het ‘tranquilisme’ van Lin-Yutang. Niets doen is een van de meest productieve bezigheden van de mens.
Tot gauw, lieveling. Als ik geen brief van je krijg kom ik er een halen...

Een innige omhelzing van
Clarice

Papa zendt je zijn hartelijke groeten.

36 b h 3 (leuk hè?)

 

Copyright © 2008 Erven Clarice Lispector
Copyright Nederlandse vertaling © 2021 Adri Boon/ bv Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam

pro-mbooks1 : athenaeum