Leesfragment: Boeken die geschiedenis schreven

| | | |

Nu in onze boekhandels: Kasper van Ommen & Garrelt Verhoeven, Boeken die geschiedenis schreven. Lees bij ons Remon den Oudens aanbeveling, en lees de bijdrage van Pieta van Beek over Anna Maria van Schurmans Dissertatio de ingenii muliebris ad doctrinam et meliores litteras aptitudine.

Leiden staat als eeuwenoude Europese wetenschapsen cultuurstad bekend om haar universiteit. Aan de hand van vijfentwintig buitengewone boeken die een sterke band hebben met de Leidse academische geschiedenis, wordt in Boeken die geschiedenis schreven een beeld geschetst van de ontwikkeling van de wetenschap. De boeken, geschreven en gepubliceerd vanaf de oprichting van de universiteit in 1575 tot nu, zijn blijvend van invloed geweest op de stad en ver daarbuiten, en zijn tot op de dag van vandaag relevant. Van Galileo Galilei tot Albert Einstein en van Anna Maria van Schurman tot Anton de Kom: het zijn de auteurs, hun boeken en inzichten die ons denken blijven beïnvloeden. Deskundigen belichten van ieder boek het historische belang, de wetenschappelijke ontwikkeling en de waarde die het gedachtegoed nog altijd heeft.

 

Zelfportret van Anna Maria van Schurman, uit: Boeken die geschiedenis schrevenZelfportret van Anna Maria van Schurman, 1633

Pieta van Beek

‘De bequaemheyd des vrouwlijcken geslaghts’

Anna Maria van Schurman, Dissertatio de ingenii muliebris ad doctrinam et meliores litteras aptitudine. Leiden, 1641

Tijdens een reis door Frankrijk schreef Lady Mary Wortley Montagu (1689-1762) in een brief aan de toen reeds gestorven Anna Maria van Schurman (1607-1678):

I am so charmed by your coterie that if you promise to admit me immediately, I shall throw myself into the Rhône to seek you, half through desire of seeing you, and half from boredom with all those whom I do see.

Lady Mary wilde lid worden van het vrouwengezelschap rond Van Schurman. Ze had haar leren kennen in haar vaders bibliotheek, waar ze als autodidact Latijn had geleerd en op Van Schurmans Dissertatio was gestuit. De inhoud vond ze prima, in tegenstelling tot de stijl. Ze herkende de scholastieke-filosofische vorm niet.

Avant la Dissertatio

Die Dissertatio de ingenii muliebris ad doctrinam et meliores litteras aptitudine (Leiden, 1641) was niet Van Schurmans eerste feministische geschrift. Tien jaar eerder was ze al bezig geweest met een Frans betoog over hoe vrouwen van de elite het beste gebruik konden maken van hun vrije tijd. Nog eerder, in of net na 1626, schreef ze in het Latijn een lofdicht voor het feministische boek l’Égalité des hommes et des femmes van Marie Jars du Gournay (1565-1645): ‘Ga voorop, nobele Gournay, wij zullen uw vaandel volgen.’ Van Schurman voegde zelf de daad bij het woord met de feministische slotwoorden van haar gedicht op Voetius’ Sermoen in 1636. Ze roept vrouwen daarin op om hun tijd niet voor de spiegel te besteden, maar aan studie. Haar pleidooi voor vrouwen en studie in het aparte, feministische Latijnse lofdicht bij diezelfde gelegenheid, dat ze in honderdtallen liet drukken en uitdelen, was het begin van haar Europese roem en universitaire studie.

De veelkantige Dissertatio

De Dissertatio verscheen in 1641 in Leiden bij Abraham en Bonaventura Elzevier. Dat was niet zonder slag of stoot gegaan. In 1638 was er namelijk in Parijs zonder haar toestemming een even onooglijke als slordige Amica Dissertatio […] verschenen met een korte briefwisseling tussen haar en hoogleraar Theologie André Rivet (1572-1651). Ze was zwaar teleurgesteld in het resultaat. Van Beverwijck en Colvius haalden daarom geld op voor een verbeterde en uitgebreide herdruk: meer brieven van en aan Rivet, extra brieven van en aan Colvius en Lydius, nog meer lofdichten en de toevoeging van een Dissertatio Logica. Dat laatste, het Logisch Betoog, heeft een strakke scholastiek-filosofische vorm met probleemstelling, argumenten, weerleggingen en conclusie, zoals: ‘Wie van nature het verlangen heeft naar kunsten en wetenschappen, is ervoor geschikt. Vrouwen hebben dat verlangen. Dus zijn ze ervoor geschikt.’ [Mijn vertaling, PvB]
Van Schurman vond verstandige vrouwen geschikt voor studie. Rivet wilde traditioneel alle vrouwen buitensluiten, uitgezonderd Van Schurman.

Titelpagina van Anna Maria van Schurman, Dissertatio De Ingenii Muliebris ad Doctrinam, & meliores Litteras aptitudine, uit: Boeken die geschiedenis schreven
Titelpagina van Van Schurmans Dissertatio De Ingenii Muliebris ad Doctrinam, & meliores Litteras aptitudine. Leiden, 1641

Al te vaak wordt de hele Dissertatio met het Logisch Betoog verward. Het thema is veelal vrouwen en studie, maar de brieven tussen haar en Lydius gaan bijvoorbeeld over een problematische Bijbeltekst in het Grieks (‘de doop van de doden’, 1 Korinthiërs 15:29). Delen van de briefwisseling Rivet-Van Schurman werden in het Engels vertaald en als hoofdstukje opgenomen in The Woman’s Glorie (1645). Het Logisch Betoog werd vertaald en apart uitgegeven als The Learned Maid in 1659. De Amica Dissertatio werd in Parijs vertaald als Question Celèbre (1646). Van Schurman publiceerde haar Opuscula Hebraea Graeca Latina et Gallica in 1648, 1650 en 1652 – daarin is de Leidse Dissertatio grotendeels opgenomen.
Voor mannelijke geleerden in Europa was Anna Maria van Schurman het grote voorbeeld van een geleerde vrouw. Zo zette Voetius de Dissertatio op de boekenlijst voor studenten, en in datzelfde jaar 1644 roemde G.P. Harsdörffer haar om Dissertatio: ‘Jungfer Schurmann als Beispiel für hohen Verstand bei Frauen.’ De Parijse filosoof Petrus Gassendi kreeg haar Dissertatio cadeau en de Deense geleerde Thomas Bartholinus schreef het voor als een must read. De Franse kapelaan Joly dook na zijn bezoek met Anne Geneviève de Bourbon-Condé aan Van Schurman in 1646 meteen de boekhandel in en kocht haar werk, ook de Dissertatio. In Hongarije las men haar Dissertatio en citeerde men eruit.
Ondanks het voorbeeld van Van Schurman bleef de universiteit nog eeuwenlang gesloten voor vrouwen. De universiteit als een ‘bolwerk van de vrijheid’ was een mannenbolwerk waarin geen plaats was voor vrouwelijke studenten en academici. Slechts via thuisonderwijs of als autodidact slaagden enkele vrouwen erin om Latijn, Grieks en Hebreeuws te leren en haar werk te bestuderen. Bathsua Makin (1600-1675), met wie Van Schurman in het Grieks correspondeerde, volgde in haar Essay to Revive the Antient Education of Gentlewomen (1673) Van Schurmans Dissertatio inhoudelijk na. Dorothea Loeberia verzorgde in 1749 in Leipzig een herdruk van de Opuscula (inclusief de Dissertatio). Elisabeth Carter (1717-1806), die thuis (oude) talen en exacte vakken gestudeerd had en met veel succes het werk van Epictetus vertaalde, kreeg een fraai exemplaar van de Dissertatio. Ook Jacoba Busken (1759-1841) kreeg een Dissertatio cadeau toen ze in de prijzen viel vanwege haar kennis van klassieke talen, verworven in buitenschools onderwijs. Ze trouwde met predikant Samuel Theodore Huet, met wie ze tien kinderen kreeg, maar ze bleef het Latijn koesteren en heeft de Dissertatio altijd bewaard. Haar exemplaar belandde bij hoogleraar Godgeleerdheid J.I. Doedes, daarna bij B.J. Veenhoven en toen in het stedelijk museum van Franeker, nu Museum Martena, waar de Van Schurmanverzameling huist. Van Schurmans eigen exemplaar van de Dissertatio is verdwenen, maar in het exemplaar van Jacoba Busken raken haar leven en dat van Van Schurman elkaar.

Invloed

De Dissertatio heeft een opvallende bijdrage geleverd aan Van Schurmans roem. Veel geleerde Europese mannen hadden het boek in hun bibliotheek staan, maar dan vooral als onderdeel van de veel meer bekende en verspreide Opuscula Hebraea Graeca Latina et Gallica. Als er gebruikerssporen in het boek staan zijn die doorgaans te vinden bij de Dissertatio. Toch was het voor mannen geen aanleiding om de bestaande vrouwvijandige structuren te veranderen. Op persoonlijk vlak had het boek niet alleen invloed op bovengenoemde vrouwen, maar ook op onder andere M. Astell (1696), E. Elstob (1709), B. von Solms-Laubach (1717), D. Leporin (1742) en M. Wolstonecraft (1792). Pas na de afschaffing van het Latijn als voertaal op de universiteit kregen vrouwen daar toegang. De Dissertatio is een kleine maar belangrijke Nederlandse stap geweest in een internationale geschiedenis van steeds weer opflakkerend vrouwenprotest door de eeuwen heen. In Nederland is het aantal studentes tegenwoordig meer dan vijftig procent. Maar er valt nog een wereld te winnen binnen het bolwerk van de mannelijke professoren. Om van de rest van de wereld nog maar niet te spreken.

 

Copyright © 2022 de respectievelijke auteurs / Athenaeum—Polak & Van Gennep,
Weteringschans 259
1017 xj Amsterdam

pro-mbooks1 : athenaeum