Leesfragment: De Kremlinfluisteraar

31 oktober 2022 , door Giuliano da Empoli
|

3 november rond het middaguur vernemen we of Giuliano da Empoli’s roman Le mage du Kremlin bekroond wordt met de belangrijkste Franse literaire prijs, de Prix Goncourt. Vandaag kun je een fragment lezen uit De Kremlinfluisteraar, de vertaling door Hans E. van Riemsdijk.

De Kremlinfluisteraar van Giuliano da Empoli is een meeslepende roman die de lezer voert naar het duistere hart van de macht in Rusland. Oligarchen en andere vertrouwelingen vechten elkaar de tent uit en Vadim Baranov is de strateeg achter het Poetinregime geworden. Hij hielp de anonieme KGB-ambtenaar ooit in het zadel. Sindsdien heeft ‘de Kremlinfluisteraar’ maar één bestaansreden: doen wat de tsaar wil. Geweld, manipulatie en desinformatie vormen de basis van Poetins brute macht; aan Baranov de taak om deze chaos te orkestreren. Zijn vorige leven als theatermaker komt hem daarbij goed van pas. De bombardementen in Tsjetsjenië, pogingen om Georgië en Oekraïne te ontwrichten: het komt allemaal uit de koker van de Kremlinfluisteraar. Totdat zijn verstandhouding met de tsaar barstjes begint te tonen.

 

1

Al tijden deden de meest uiteenlopende verhalen over hem de ronde. Sommigen beweerden dat hij zich had teruggetrokken in een klooster op de berg Athos om daar tussen de stenen en de hagedisjes te bidden, anderen zweerden hem bezig te hebben gezien in een villa bij Sotogrande omgeven door een zwerm fotomodellen onder de cocaïne. Weer anderen hielden vol hem te hebben gesignaleerd op de startbaan van de luchthaven van Sharjah, in het commandocentrum van de milities in de Donbas of tussen de ruïnes van Mogadishu.
Sinds Vadim Baranov ontslag had genomen als adviseur van de tsaar waren de verhalen over hem niet uitgedoofd maar juist fors in aantal toegenomen. Dat gebeurt soms. De meeste mannen met macht ontlenen hun aura aan de positie die ze bekleden. Zodra ze die verliezen is het alsof de stekker eruit is getrokken. Dan loopt de lucht eruit zoals bij die grote opblaaspoppen bij de ingang van attractieparken. Als je ze op straat tegenkomt kun je er met je verstand niet bij dat zo’n figuur de gemoederen ooit zo heeft kunnen beroeren.
Baranov behoorde tot een ander ras. Al zou ik niet kunnen zeggen welk ras precies. Op foto’s zag je een stevige, zij het niet atletische man die zich vrijwel altijd in donkere kleuren kleedde en net iets te grote pakken droeg. Hij had een alledaags, misschien wat kinderlijk en tamelijk bleek gezicht, en zijn steile zwarte haar was geknipt als bij een communicantje. Op een video, gedraaid in de marge van een officiële ontmoeting, zie je hem lachen, wat maar heel weinig voorkomt in Rusland; een eenvoudige glimlach wordt daar al beschouwd als teken van zwakzinnigheid. Enfin, hij wekte de indruk zich niets gelegen te laten liggen aan zijn uiterlijk. Een wonderlijk trekje als je bedenkt dat zijn werk juist daarin bestond: spiegels in een cirkel opstellen om van een aarzelend vlammetje een betoverend spektakel te maken.
Omringd door raadsels ging Baranov door het leven. Het enige wat min of meer vaststond was zijn invloed op de tsaar. In de vijftien jaar dat hij in dienst van de tsaar was geweest had hij op beslissende wijze bijgedragen aan de opbouw van diens macht. ‘De magiër van het Kremlin’, ‘de nieuwe Raspoetin’ en ook wel ‘de Kremlinfluisteraar’ noemde men hem.
Een duidelijk omschreven rol had hij destijds niet. Hij verscheen in de werkkamer van de president wanneer de lopende zaken waren afgehandeld. Het waren niet de secretarissen die hem belden om te komen. Misschien dat de tsaar hem via een directe lijn persoonlijk ontbood. Of dat hij het aangewezen moment zelf aanvoelde dankzij zijn wonderbaarlijke talenten waar iedereen over sprak zonder dat iemand precies kon verwoorden waar die dan wel in bestonden. Soms voegde iemand zich bij hen. Een minister die goed lag of de topman van een staatsbedrijf. Maar aangezien in Moskou geen mens ooit iets zegt, uit principe en al eeuwenlang, kon ook de incidentele aanwezigheid van dergelijke getuigen geen licht werpen op de nachtelijke bezigheden van de tsaar en zijn raadsman. Het kwam echter wel voor dat men werd ingelicht over de gevolgen van die sessies. Zo ontwaakte Rusland op een ochtend om te vernemen dat de rijkste en bekendste zakenman van het land, hét symbool van het nieuwe kapitalistische systeem, was gearresteerd. En dan was er die keer dat alle presidenten van de republieken van de Federatie, verkozen door het volk, waren ontslagen. Voortaan zou de tsaar en niemand anders hen benoemen, zo hadden de eerste nieuwsbulletins de nog slaperige burgers meegedeeld. Maar in het merendeel van de gevallen bleven de vruchten van die doorwaakte uren onzichtbaar. En pas jaren later merkte men veranderingen op die dan de meest vanzelfsprekende zaak van de wereld leken, hoewel ze het resultaat waren van nauwgezette bedrijvigheid.
Baranov was destijds zo discreet dat hij zich nergens vertoonde en ook het idee een interview toe te staan kwam niet eens bij hem óp. Eén eigenaardigheid had hij wel. Van tijd tot tijd schreef hij: nu eens een klein essay dat hij publiceerde in een obscuur onafhankelijk tijdschrift, dan weer een krijgskundige verhandeling bedoeld voor de hogere echelons van het leger, en heel af en toe kwam hij zelfs met een verhaal waarin hij naar de allerbeste Russische traditie blijk gaf van een hang naar de paradox. Hij zette nooit zijn naam onder die teksten, maar hij doorspekte ze wel met toespelingen die golden als sleutels waarmee de nieuwe wereld geduid kon worden die voortvloeide uit de nachtelijke besprekingen in het Kremlin. Althans, dat geloofden de hovelingen in Moskou en buitenlandse kanselarijen die met elkaar rivaliseerden om als eerste de duistere formuleringen van Baranov te ontcijferen.
Het pseudoniem waar hij zich als auteur achter verschool, Nikolaj Brandeis, voegde een bijkomend verwarrend element toe. De ijverigste lieden hadden in die naam het niet bijzonder belangrijke personage in een niet bijzonder belangrijke roman van Joseph Roth herkend. Daarin verschijnt deze Tartaar op beslissende momenten als een soort deus ex machina in de vertelling om dan meteen weer te verdwijnen. ‘Kracht is helemaal niet nodig om wat dan ook te veroveren,’ zei hij, ‘alles is verrot en geeft zich over; wat telt is loslaten, iets kunnen laten gaan.’ En zo, precies zoals de personages in de roman van Roth zich het hoofd breken over het optreden van de Tartaar wiens geweldige onverschilligheid hem op al zijn successen kwam te staan, zo zetten de hiërarchen van het Kremlin, en degenen die hen omringden, de jacht in op de minste of geringste aanwijzing die iets zou kunnen onthullen over de gedachtewereld van Baranov en daarmee over de bedoelingen van de tsaar. Een missie die des te hopelozer was daar de Kremlinfluisteraar ervan overtuigd was dat plagiaat aan de basis lag van alle vooruitgang. Om die reden was nooit helemaal duidelijk in hoeverre hij zijn eigen ideeën verwoordde of met andermans denkbeelden speelde.
Die dubbelzinnigheid bereikte een apotheose op een winteravond toen een compacte stoet regeringslimousines, compleet met loeiende sirenes en bodyguards, halt hield bij het kleine theater voor avant-gardetoneel waar een eenakter werd opgevoerd waarvan de auteur Nikolaj Brandeis heette. Even later stonden bankiers, oliemagnaten, ministers en generaals van de fsb, samen met hun met saffieren en robijnen behangen maîtresses, in de rij om plaats te nemen op de doorgezakte stoelen in een zaal waarvan ze tot dan toe het bestaan niet eens hadden vermoed, als toeschouwers van een voorstelling die van begin tot einde de draak stak met de tics en culturele pretenties van bankiers, oliemagnaten, ministers en generaals van de fsb. ‘In een beschaafd land zou er een burgeroorlog uitbarsten,’ zegt de hoofdrolspeler op zeker moment, ‘maar bij ons zijn er geen burgers, dus dan zou het gaan om een oorlog tussen lakeien. Dat is niet veel erger dan een burgeroorlog, het is alleen wat weerzinwekkender, miserabeler ook.’ Die avond was Baranov niet te zien in de zaal, maar voor de zekerheid applaudisseerden de bankiers en ministers uit alle macht. Sommigen beweerden namelijk dat de auteur vanuit zijn loge de parterre door een kijkgaatje gadesloeg.
Toch konden die wat jongensachtige verstrooiingen Baranovs onrust niet wegnemen. Op zeker moment begonnen de weinigen die de gelegenheid hadden de magiër te ontmoeten hem een almaar somberder gemoed toe te dichten. Er werd gezegd dat hij bezorgd was, moe ook. Dat hij met andere dingen rondliep. Dat hij te vroeg was begonnen en zich nu verveelde. Vooral zichzelf beu was. En de tsaar. Die zich daarentegen nooit verveelde. Maar ook hij merkte het. En begon hem te haten. Wat krijgen we nu? Dankzij mij zit je waar je nu zit, en jij hebt het lef je te vervelen? Onderschat nooit de sentimentele aard van politieke relaties.
Totdat Baranov op een dag was verdwenen. In een korte mededeling van het Kremlin was gemeld dat de politiek adviseur van de president van de Russische Federatie per onmiddellijk zijn taken had neergelegd. Daarna was er geen spoor meer van hem te bekennen, afgezien van die sporadische verschijningen verspreid over de wereld die niemand ooit had bevestigd.

Toen ik een paar jaar later aankwam in Moskou, zweefde de herinnering aan Baranov als een vage schaduw boven de stad, een schim die verlost was van zijn tamelijk forse lichaam en hier en daar in alle vrijheid opdook, steeds wanneer het aangewezen leek zijn naam te noemen om een wel heel ondoorgrondelijke maatregel van het Kremlin te duiden. En gegeven het feit dat Moskou – de niet te ontcijferen hoofdstad van een nieuw tijdperk waarvan niemand de contouren kon bepalen – onverwachts op de voorgrond was getreden, had de voormalige Kremlinfluisteraar zelfs onder ons buitenlanders zijn exegeten. Een journalist van de bbc had een documentaire gemaakt waarin hij Baranov verantwoordelijk hield voor het introduceren van kunstgrepen uit het avant-gardetheater in de politiek. Een collega van hem had een boek geschreven waarin hij hem beschreef als een soort goochelaar die met een knip van zijn vingers personages en partijen kon doen verschijnen en verdwijnen. Een professor had een monografie aan hem gewijd: Vadim Baranov en de uitvinding van de Fake Democracy. Iedereen vroeg zich af waar hij tegenwoordig mee bezig was. Oefende hij nog invloed uit op de tsaar? Wat voor rol had hij gespeeld bij de annexatie van de Krim? En in hoeverre had hij bijgedragen aan de propagandastrategie die zulke onvoorstelbare effecten had gehad op het geopolitieke evenwicht op de planeet?
Zelf volgde ik al dat gepieker en gepeins met een zekere afstandelijkheid. Sinds jaar en dag boeien de levenden me minder dan de doden. Ik voelde me altijd verloren in de wereld totdat ik ontdekte dat ik het grootste deel van mijn tijd kon doorbrengen in het gezelschap van de laatsten, in plaats van me te vervelen met tijdgenoten. Vandaar dat ik in die tijd net als elders ook in Moskou vooral bibliotheken en archieven bezocht, en verder een paar restaurants en een café waar de obers van lieverlede gewend begonnen te raken aan mijn solitaire aanwezigheid. Ik bladerde in oude boeken, banjerde door de gedoofde kleuren van de winter en werd aan het einde van elke middag herboren in de dampen van het badhuis in de Seleznevskajastraat. En ’s avonds sloot een kleine bar in Kitajgorod welwillend de poorten van rust en vergetelheid achter me. Bijna overal wandelde aan mijn zijde een prachtig spook met me mee, iemand in wie ik een potentiële bondgenoot had herkend voor een paar redeneringen waar ik op broedde.
Op het eerste gezicht was Jevgeni Zamjatin een schrijver uit het begin van de twintigste eeuw, geboren in een dorp van zigeuners en paardendieven, die was gearresteerd en verbannen door het tsaristische bewind voor zijn deelname aan de revolutie van 1905.

[…]

 

© 2022 Éditions Gallimard, Parijs
© 2022 Nederlandse vertaling Hans E. van Riemsdijk

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum