Leesfragment: Detransitie, baby

05 mei 2022 , door Torrey Peters
|

10 mei verschijnt Torrey Peters’ roman Detransitie, baby (Detransition, baby, vertaald door Janneke van der Meulen). Lees bij ons een fragment!

In Detransitie, baby schetst Torrey Peters het verhaal van Reese. Ze had het goed voor elkaar: een liefdevolle relatie met Amy, een appartement in een van de betere wijken van New York, een niet al te vervelende baan. Zo had ze een leven opgebouwd waarvan de meeste trans vrouwen alleen maar kunnen dromen. En ook de vervulling van haar diepste wens – moeder worden – leek nabij. Maar dan besluit Amy om weer als man te gaan leven, en Reese’ leven stort in. Ames blijft ernaar verlangen het contact met Reese te herstellen. Als Ames’ nieuwe geliefde, Katrina, ontdekt dat ze zwanger van hem is, vat hij een gewaagd plan op: stel dat de ze de baby met z’n drieën grootbrengen?

N.B. 17 mei komt Peters naar SPUI25!

 

Hoofdstuk een
Een maand na de bevruchting

Reese vraagt zich af: vindt ze getrouwde mannen nu eenmaal woest aantrekkelijk? Of bestaat het reservoir van mannen die voor haar als trans vrouw beschikbaar zijn alleen uit kerels die al een cis vrouw in de wacht hebben gesleept en met haar nu andere opties kunnen gaan verkennen? Het simpele antwoord is dat mannen schoften zijn – al haar vriendinnen beweren het. Maar hé, daar heb je Reese, voor de zoveelste keer verwikkeld in een geheime affaire met een knappe, charmante, buiten de pot pissende hufter. En daar zit ze nu in zijn protserige bmw, gehuld in een zwart kanten jurkje, terwijl hij even bij een drogisterij binnenwipt om condooms te kopen. Straks neemt ze hem mee naar haar flat, negeert de vinnige blik van haar huisgenote Iris en laat zich dan door hem neuken op de banale bloemetjessprei die de vorige getrouwde gast haar cadeau heeft gedaan om de sfeer tijdens zijn buitenechtelijke escapades net iets meisjesachtiger en pikanter te maken.
Wat haar probleem is heeft Reese wel al vastgesteld. Ze kan niet alleen zijn. Ze probeert constant haar eigen gezelschap, haar eigen eenzaamheid te ontvluchten. Haar vriendinnen peperen haar niet alleen in dat die overspelige vriendjes van haar stuk voor stuk eikels zijn, maar ook dat zij zelf, na twee verbroken relaties, de tijd moet nemen om te leren zichzelf te zijn, alleen te zijn. Maar dat lukt haar niet zonder meteen naar het andere uiterste door te slaan. Als ze een week voor zichzelf heeft, begint ze zich algauw af te zonderen en kweekt een ashoop van eenzaamheid die exponentieel groeit, totdat ze erover begint te fantaseren om de hele klerezooi van de hand te doen en op een bootje achter de horizon te verdwijnen. Om zichzelf weer tot leven te wekken gaat ze dan op Grindr of Tinder of noem maar op – en dient haar hart een schok toe van tienduizend volt door te azen op de gegarandeerd meest destructieve affaire die ze maar kan vinden. Getrouwde mannen zijn het bruikbaarst om de eenzaamheid mee te ontvluchten, omdat die zelf ook niet alleen kunnen zijn. Getrouwde mannen zijn experts in samen zijn, in het niet loslaten, wat er ook gebeurt, tot de dood ons scheidt. En onder het mom van een duidelijk afgebakend ‘avontuurtje’ levert Reese zich dan meteen met huid en haar over. Terwijl ze zichzelf wijsmaakt dat het gewoon maar een scharrel is, staat ze zichzelf toe elke fetisjistische behoefte te vervullen waarvan de man in kwestie ooit heeft gedroomd, al zijn geheime pijn bloot te leggen, zichzelf te vernederen op de geilste, giftigste en meest slopende manieren – om vervolgens in te storten, verpletterd door wrok, verdriet en woede over het feit dat het niet meer dan een scharrel was, want ze is toch zo dapper en kwetsbaar geweest om zich met huid en haar aan hem over te leveren?
Ze weet dat ze met haar ronde gezicht en volle figuur best aantrekkelijk is, maar verbeeldt zich nou ook weer niet dat automobilisten voor haar op de rem trappen; evenmin maakt ze geregeld mee dat de mensen zich verdringen om de vruchten van haar brein te bewonderen. Maar bij het juiste soort man heeft ze een feilloos instinct voor drama. Ze kan het destilleren en op laten vlammen als kerosine wanneer de eenzaamheid haar tot op het bot verkilt.
Haar huidige minnaar is net als zijn voorgangers een knappe, getrouwde alfaman, die in de slaapkamer de lakens uitdeelt. Maar deze heeft iets extra’s: hij is een jurist met hiv die in zijn vorige leven cowboy was. Hij geilt op trans meiden en is seropositief geworden toen hij zijn eega bedroog met een trans vrouw, én zijn vrouw is bij hem gebleven, én nu is hij weer buitenechtelijk bezig, dit keer met Reese als de gelukkige. Jippie jippie jee!
‘Heb je je laten neuken of zo?’ had Reese hem tijdens hun eerste date gevraagd.
‘Natuurlijk niet! Mijn artsen zeiden dat ik een kans had van één op de tienduizend om het te krijgen als ik me liet pijpen. Elke minuut worden er op z’n minst tienduizend mannen gepijpt, en uitgerekend ik ben de lul. Maar ja, ze heeft me ook wel erg vaak gepijpt.’
‘Oké,’ zei Reese, die wist dat deze verklaring niet deugde maar hem eigenlijk alleen maar duidelijk wou maken dat hij niet hoefde te denken dat zij hem ging neuken. Nog geen uur later had ze hem meegenomen naar haar kamer en biechtte hij op bij wie hij hiv had opgelopen en waar. Nog geen twee uur later had Reese hem zover dat hij vertelde hoe zijn vrouw was afgeknapt en dat ze er niets meer voor voelde om zich al neukend door hem zwanger te laten maken, ook al was zijn hiv inmiddels niet meer meetbaar. Hij zei dat zijn vrouw enorm de pest had aan de ivf-behandelingen, dat die haar er door de klinische setting keer op keer aan herinnerden wat hij had uitgespookt waardoor zij hier nu op die kille behandeltafel lag en niet in hun warme echtelijke bed.
‘Ik ben anders nooit zo openhartig,’ zei haar cowboy met enige verbazing in zijn stem, terwijl hij Reese in haar tieten kneep. ‘Zal wel pussy-power zijn, hè?’
‘Wie weet krijg je mijn pussy,’ antwoordde ze, met veel plezier zijn lijzige cowboyaccent na-apend, ‘maar een goede vrouw, die lyncht je ziel.’
‘Wat je zegt, ja, wat je zegt,’ zei hij temend. Hij zette een stevige poot achter in haar nek en bracht haar gezicht dicht bij het zijne. Ze zuchtte, werd week. Haar ogen keken glazig in de zijne.
‘Weet je wat,’ zei hij, ‘eerst neem ik je pussy…’ Hij zweeg even, en met zijn hand nog steeds in haar nek duwde hij haar hoofd langzaam in het kussen. ‘Dan zien we daarna wel wat we met mijn ziel doen.’

En nu kruipt hij weer achter het stuur, een bruine papieren zak met glijmiddel en condooms in zijn hand, en er trekt een verwachtingsvolle prikkeling door Reese’ onderbuik.
‘Hebben we dit spul vanavond eigenlijk wel nodig?’ vraagt hij, terwijl hij de zak omhooghoudt. ‘Je weet dat ik je zwanger wil maken.’
Dit is dus precies waarom ze het nog steeds met hem uithoudt: hij snapt het. Bij hem heeft ze seks ontdekt die echt gevaarlijk is. Een cis vrouw, zo meent ze, voelt elke keer dat ze seks heeft een tinteling van gevaar. Het risico, de opwindende sensatie dat ze zwanger zou kunnen raken – één enkele neukpartij die haar hele leven kan verkloten (of zegenen?). Voor cis vrouwen, stelt Reese zich voor, is seks een spel dat op de rand van de afgrond wordt gespeeld. Maar vóór deze cowboy heeft ze het genot van dat specifieke gevaar nooit ervaren. Nu pas, door zijn hiv, heeft ze een equivalent gevonden voor deze potentieel radicale omslag in het leven van een cis vrouw. Door haar te neuken zou haar cowboy haar voor altijd kunnen brandmerken. Door haar te neuken zou hij haar kunnen vernietigen. Zijn lul zou haar kunnen afmaken.
Hij had gezegd dat het aantal virusdeeltjes in zijn bloed inmiddels onmeetbaar was, maar ze heeft hem nooit om bewijs gevraagd. Dat zou het zoete gevaar tenietdoen. Ook hij speelde graag met vuur, ging net zover tot hij haar zwanger zou kunnen maken, haar met een viruszaadje zou kunnen bevruchten. En dan werd zij de mama, haar lichaam gastvrouw voor nieuw leven, deel van haar maar ook weer niet, zoals een eeuwigheid van moeders vóór haar.
‘We hadden afgesproken altijd een condoom te gebruiken. Je zei dat je het niet op je geweten wou hebben,’ zegt ze.
‘Jawel, maar toen was je nog niet met je anticonceptie begonnen.’
De eerste keer dat ze haar prep-pillen ‘anticonceptie’ noemde, was in een Chinees restaurant in Sunset Park, waar hij niet bang hoefde te zijn een vriendin van zijn vrouw tegen het lijf te lopen. Ze zei het voor de grap, maar ineens keek hij haar aan en zei: ‘Fuck, ik krijg meteen een stijve.’ Hij wenkte de ober voor de rekening, zei dat ze de film voor die avond kon vergeten en reed regelrecht naar haar flat, waar hij haar met haar gezicht naar beneden op de gebloemde beddensprei neerlegde. De volgende ochtend appte ze hem een van de meest sexy maar ogenschijnlijk meest onschuldige seksvideo’s van haar leven: een filmpje waarin ze net doet alsof ze een paar van haar blauwe hiv-remmers in zo’n rond, pastelkleurig 1-per-dag-anticonceptiepillendoosje stopt. Sindsdien was ‘de pil’ een vast ingrediënt van hun seksleven geworden.
Afgezien van het stigma, het taboe en het erotische aspect is er nog een andere reden waarom hun speciale variant van bugchasing het voor Reese extra spannend maakt: ze wil echt moeder worden. Het is haar diepste wens. Ze heeft haar hele volwassen bestaan tussen de queers doorgebracht, hun extreme relaties, polyamorie en genderrollen van nabij meegemaakt, maar op de een of andere manier is ze er nog steeds niet in geslaagd om die fijne witte moeders uit Wisconsin die als het toppunt van vrouwelijkheid haar jeugd hebben bevolkt uit haar hoofd te zetten. Nog steeds koestert ze het geheime verlangen om ooit een van hen te zijn. Als moeder zou ze verlost zijn van haar eenzaamheid, haar onzekerheid, omdat je als moeder, zo meent ze, nooit echt alleen bent. Dit alles ondanks het feit dat de liefde die zijzelf en haar trans vriendinnen van hun ouders hebben gehad steevast bijzonder voorwaardelijk bleek te zijn.
Misschien niet minder belangrijk: als moeder zou haar eindelijk de vrouwelijkheid vergund worden die de godinnen uit haar jeugd als hun natuurlijke recht leken te beschouwen. Ooit had ze zich zelfs heel concreet op het moederschap voorbereid. Ze had toen een lesbische relatie met een trans vrouw, Amy heette ze. En Amy had een goede baan in de techsector en was gaandeweg zo’n toonbeeld geworden van kneuterig fatsoen dat het soms leek alsof haar woorden in de speels-vrolijke opmaak van een damesblad uit haar mond kwamen rollen. Tijdens haar relatie met Amy was Reese dichter bij huiselijk geluk gekomen dan ze zich als trans vrouw ooit had kunnen voorstellen, met alle vertrouwen, verveling en stabiliteit van dien – een situatie die inmiddels vervaagd is tot een droom zoals je je die herinnert vlak nadat je wakker bent geworden. Ze hadden zelfs een flat vlak bij Prospect Park gehad, een lichte, luchtige ruimte die wel zoveel goede smaak en degelijkheid uitstraalde dat het vooruitzicht om adoptiebureaus te laten zien waar ze woonden een van de minder ernstige obstakels voor het moederschap was geweest.
Maar nu, drie jaar later, staat Reese’ kilometerteller halverwege de dertig en begint ze na te denken over wat ze het Sex and the City-probleem noemt.

 

© 2020 Torrey Peters
© 2022 Nederlandse vertaling Janneke van der Meulen

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum