Leesfragment: Een lange eeuw idealisme. Wereldbibliotheek 1905-2015

| | |

31 mei verschijnt de lang verwachte, rijk geïllustreerde biografie van Wereldbibliotheek: opgericht als revolutionaire en idealistische uitgeverij, tegen het sterk veranderende tijdsbeeld van de twintigste eeuw: Een lange eeuw idealisme. Wereldbibliotheek 1905-2015, door Jan Schilt, Niek Miedema en Joos Kat. Lees bij ons een fragment uit het tweede deel, door Jan Schilt, waarin de onderneming daadwerkelijk opgericht wordt en een eerste uitgave aangeboden wordt.

In 1905 begon Leo Simons met een revolutionaire en idealistische uitgeverij, de 'Maatschappij tot verspreiding van goede en goedkoope lectuur', later omgedoopt in 'Wereldbibliotheek', naar een van de series. Simons wilde betaalbare boeken uitgeven voor een breed publiek, boeken van grote verscheidenheid en hoge kwaliteit qua inhoud en uitvoering. En hij wilde een groot eigen lezersbestand verwerven door abonnementenseries, jaarboeken, tentoonstellingen bij bedrijven met veel werknemers en een boekenclub avant la lettre, de Wereldbibliotheek-Vereeniging. De Nederlandse boekenwereld had er totaal geen vertrouwen in.

Hoe ging Wereldbibliotheek om met de scepsis en tegenwerking uit het boekenvak? Hoe reageerde de uitgeverij op de veranderingen van markt en maatschappij? En werd de 'ideële' uitgeverij ten langen leste niet een 'gewone' uitgeverij?

In vier delen wordt antwoord gegeven op deze vragen. Deel I is een biografische schets van oprichter Leo Simons, deel II behandelt de fondsontwikkeling van de uitgeverij van 1905 tot 2005, deel III de fondsontwikkeling van 2006 tot en met 2015, deel IV is de complete fondslijst van 110 jaar.

In de delen II en III komen ook de plaats in de markt, de bedrijfseconomische kanten en de positie in het Nederlandse en het Vlaamse boekenvak aan de orde; en op de achtergrond krijgt de lezer een tijdsbeeld van de twintigste eeuw.

Elena Ferrante, Isabel Allende, Pascal Mercier, Slobodan Šnajder, Maria Duenas, Sándor Márai, Arthur Schopenhauer, Piet de Rooy, Spinoza, Antonio Damasio, om maar eens een paar namen te noemen. Een greep uit de auteurs van Wereldbibliotheek, die boekhandelaren sinds jaar en dag omzet, lezers leesplezier en critici verrukking brengen. Want dat doet Wereldbibliotheek al 116 jaar: eigenzinnig, onafhankelijk, wars van de waan van de dag auteurs uitgeven van boeken die blijven.

 

Uit: Een lange eeuw idealisme. Wereldbibliotheek 1905-2015. De paginagrote advertentie uit het Nieuwsblad voor den Boekhandel van 19 mei 1905.De paginagrote advertentie uit het Nieuwsblad voor den Boekhandel van 19 mei 1905.

Hoofdstuk 2

De eerste vijf jaar
1905-1910

Leo Simons laat zich niet uit het veld slaan door de overwegend negatieve reacties op zijn pleidooi voor het goede en goedkope boek tijdens het congres te Deventer. Is zijn pleidooi ingegeven door naïef idealisme en is ons land te klein voor dit type boek? Al lang voor het congres heeft Simons studie gemaakt van goedkope negentiende-eeuwse boekenseries in Nederland, Engeland, Frankrijk, België, Duitsland en Italië. Hij vergelijkt series als The Home University, J.M. Dents Everyman’s Library, Sammlung Göschen, Reclams Universalbibliothek, Meyers Volksbücherei, Bibliothèque Nationale, Auteurs célèbres, Biblioteca del Popolo en vele andere onderling op inhoud, uitvoering en prijs. Het valt Simons op dat Duitse en Franse uitgevers in het algemeen minder zorg besteden aan de kwaliteit van de uitvoering; verspreiding tegen lage prijs prevaleert. Engelse uitgevers daarentegen geven meer aandacht aan boekverzorging – Simons verwijst naar de invloed van William Morris – en hun goedkope series worden zo veel mogelijk gekartonneerd of gebonden.
Grote uitgevershuizen brengen naast dure boeken goedkope series op de markt, zoals Moderne Romane à 1 mark van Fischer Verlag, een reeks die onmiddellijk door Ullstein Verlag wordt nagevolgd. Verkoopprijzen in Nederland variëren sterk, van nog geen ƒ 0,10 tot meer dan ƒ 2. Niet alleen de uitvoering van de boeken heeft daar invloed op, maar ook de verkooptechniek die gehanteerd wordt. Bepaalde series kennen een vaste prijs ongeacht de omvang, andere series brengen omvangrijke boeken in afl everingen, ‘in nummers’, tegen een lage prijs.
Nederland kent dan nog maar één goedkope serie, te weten Roelants’ Klassiek Letterkundig Pantheon, een reeks die Simons inhoudelijk te beperkt vindt: alleen Nederlandse literatuur van de zeventiende tot begin negentiende eeuw wordt hierin gebracht en de uitvoering acht hij beneden de maat. De series die het einde van de negentiende eeuw niet halen, hebben fraaie titels als Blikken in het Leven der Natuur en Wonderen en Verscheidenheden der Schepping. Een serie die tot Simons’ verbeelding spreekt, is Volksletterkunde van de vereniging De Vriend van Armen en Rijken, die tussen 1851 en 1876 wordt uitgegeven bij uitgeverij Witkamp te Amsterdam. Statutair heet deze vereniging de ‘Inrigting tot bevordering van volksgeluk en volkswelvaart door verspreiding van nuttige kennis’. Deze uitgaven worden niet als boek gebracht, maar in brochures van acht pagina’s tegen 2,5 cent. In deze reeks verschijnt zelfs een bloemlezing van Nederlandse dichters in dertien brochures van vier pagina’s à 1,5 cent. De vereniging heeft leden en begunstigers, die zich kunnen abonneren op alle uitgaven voor ƒ 2,50 per jaar, waarvoor men ongeveer vijfhonderd stukken druks ontvangt.
Dat de Nederlandse goedkope series niet stand konden houden, wijt Simons aan een aantal oorzaken. Halverwege de negentiende eeuw telde de bevolking nog maar twee derde van die van 1904, terwijl de levensstandaard en de ontwikkeling beduidend minder waren. Bovendien was de markt voor het Nederlandse boek in de koloniën, in Zuid-Afrika en in Vlaanderen te gering.
Simons onderzoekt niet alleen de mogelijkheden voor een goedkope boekenserie in redactionele zin, maar hij oriënteert zich ook op de technische productie van zo’n reeks. Zijn zesjarige ervaring bij de Engelse uitgeverij Henry & Co komt hem daarbij goed van pas. Aanvankelijk was Simons als ‘letterkundig-artistiek adviseur’ aangesteld bij deze uitgeverij, maar later, als mededirecteur, diende hij zich ook met de technische kant van het vak bezig te houden.
Simons wikt en weegt, waarbij voornamelijk de deeltjes uit de Tauchnitz-serie model staan. Hij kiest voor een formaat van 11,5 × 18 cm in drie uitvoeringen: ingenaaid, gekartonneerd met linnen rug en volledig linnen stempelband en vraagt offertes aan bij verschillende drukkerijen. Daarbij gaat hij uit van beginoplagen van vier- à vijfduizend exemplaren, voor die tijd nogal een waagstuk. Het resultaat vindt Simons niet ongunstig en hij stelt een prospectus samen waarin de mogelijkheid van een serie goedkope boeken met cijfers wordt onderbouwd, ‘tenminste als ik den leeslust van mijn landgenooten niet al te zeer onderschatte’. Wel gaat hij uit van rechtenvrije uitgaven en herdrukken, een minder ambitieuze opzet dan de eerste serie die in 1905 gaat verschijnen.
Bovendien overweegt hij een vorm van samenwerking met instellingen als het Algemeen Nederlandsch Verbond en de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen. Uit het Nieuwsblad voor den Boekhandel van 21 februari 1905 blijkt dat Simons met de laatstgenoemde instelling intensief contact heeft. In een uitvoerig artikel met als kop ‘Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur’ worden de doelstellingen beschreven van de ‘onlangs gevormde Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur, die het voornemen heeft deze boeken uit te geven en de proef te nemen of een dergelijke onderneming in Nederland slagen kan’. Het hoofdbestuur van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen wil dat de algemene vergadering op 26 april akkoord zal gaan met het voorstel om in 1905-1906 ƒ 500 beschikbaar te stellen voor de aankoop van de nodige exemplaren à 20 cent, die geschikt geoordeeld worden voor volksbibliotheken of voor bibliotheken voor jongeren. Het bestuur gaat ervan uit dat de doelstellingen van beide maatschappijen parallel lopen: ‘Aanmoedigen tot lezen […] een allerbelangrijkst hulpmiddel voor de volksontwikkeling.’

Uit: Een lange eeuw idealisme. Wereldbibliotheek 1905-2015. Gérard Schreuders, zomer 1909.Gérard Schreuders, zomer 1909.

29 april 1905: Maatschappij tot verspreiding van Goede en Goedkoope Lectuur

Uiteindelijk kiest Simons voor een schema van een naamloze vennootschap in aandelen. Hij denkt als startkapitaal ƒ 60.000 nodig te hebben in aandelen van maar liefst ƒ 5.000, aangezien een dergelijk plan toch alleen gehoor zou vinden bij een kleine kring van vermogende belangstellenden in volksontwikkeling. Deze hervormingsgezinden zou het betrekkelijk onverschillig zijn ‘of ze ƒ 5.000 dan wel ƒ 1.000 daarbij riskeerden’. Na drie geplaatste aandelen bij respectievelijk N.M. Mees, zonder beroep, mr. W.A. Mees, kassier, en mr. H.L. Drucker, lid van de Tweede Kamer, stokt de belangstelling. Een reden zou kunnen zijn dat Simons openlijk niet uitsluit dat een totaal verlies van het geld tot de mogelijkheden behoort; bovendien is het hoogste dividend 5 procent. Er moet genoegen genomen worden met verdere aandelen van ƒ 1.000, met als resultaat dat begin 1905 ƒ 40.000 geplaatst is. Simons neemt deel met ƒ 6.000 en een zekere Gérard Schreuders als medeoprichter met ƒ 5.000.

Gérard Schreuders is in 1871 geboren te Noordwijk, waar zijn vader als onderwijzer de beroemde onderwijsinstelling Instituut Schreuders leidt. Na zijn middelbareschooltijd treedt Schreuders begin jaren negentig in dienst bij de firma E.J. Brill te Leiden. In 189 4 neemt hij ontslag en aanvaardt een baan in het boekenvak in het toenmalige Nederlands-Indië. Na een verblijf van zeven jaar aldaar keert Schreuders terug naar Nederland en in 1900 treedt hij weer in dienst bij de firma Brill, als medewerker van de afdeling Boekdrukkerij en Uitgaven. In 1904 verlaat hij Brill, koopt zijn eerste fondsrestanten op een veiling en vestigt zich op 1 februari 1905 als ‘boekhandelaar-uitgever’ te Amsterdam, Spuistraat 267.
Uit deze periode stamt de eerste ontmoeting met Leo Simons, die Schreuders voorstelt de boekproductie en de exploitatie van de nog op te richten uitgeverij op zich te nemen. Het resultaat van de besprekingen is dat Schreuders medeoprichter wordt en de benoeming aanvaardt tot ‘Directeur-technicus’. Behalve voor de boekproductie, opslag en aflevering is Schreuders ook verantwoordelijk voor de administratie van de vennootschap, waaronder het regelen van auteurs- en vertaalrechten. Hiervoor ‘geniet de Heer Schreuders’ een vaste toelage van ƒ 600 en een aandeel in de overwinst. Voor de exploitatiewerkzaamheden ontvangt hij 15 procent van het netto gefactureerde bedrag met een garantie van minimaal ƒ 750 per jaar. Een en ander wordt vastgelegd in een overeenkomst gedateerd 15 april 1905.
Verzekerd van een startkapitaal en van een allround vakman als mededirecteur, wordt op 29 april 1905 bij notariële akte de Maatschappij tot verspreiding van Goede en Goedkoope Lectuur opgericht.
Behalve de al genoemde aandeelhouders Leo Simons, Gérard Schreuders, de twee leden van de familie Mees en H.L. Drucker nemen de volgende personen deel in de vennootschap: A. Stoop, industrieel, voor ƒ 4.000, D.J. van Houten, fabrikant te Weesp, voor ƒ 3.000, G. van Mesdag, fabrikant, voor ƒ 2.000, en ieder voor ƒ 1.000: J.H.A.A. Kalff, koopman te Bloemendaal, C.D. Reich, F.M. Wibaut, C.T. van Deventer en Maria Hoogendijk, allen zonder beroep. Artikel 2 van de oprichtingsakte laat aan duidelijkheid niets te wensen over:

De vennootschap stelt zich ten doel:

  1. Het uitgeven of doen uitgeven van een wereldbibliotheek bevattende de beste werken op het terrein van Letterkunde: / romans, novellen, gedichten, bloemlezingen / jongens- en meisjesboeken, dramatische letterkunde, kunst, land- en volkenkunde, natuurkennis, geschiedenis, sociologie, zedeleer, godsdienst enzoovoorts, in nummers van ongeveer twintig cent het stuk.
  2. Het aankoopen van fondswerken en goedkoop verkrijgbaar stellen daarvan, ten behoeve van Boekerijen en Leeszalen in Nederland, België, Zuid-Afrika enzoovoorts of ten verdere verspreiding tegen zoo laag mogelijken prijs.
  3. Het treffen van regelingen met uitgevers tot het verkrijgen van een bizonder goedkoope oplaag van nieuwe uitgaven en al wat verder strekken kan om het algemeen doel de bevordering van Goede en Goedkoope Lectuur te helpen bereiken.

Het ‘Goede’ ligt vast, zoals ook het ‘Goedkoope’ én onbedoeld de naam waaronder de vennootschap bekend en gerespecteerd zal worden: ‘Wereldbibliotheek’. De uitgeverij betrekt twee kamers bij Schreuders’ bedrijf in de Spuistraat 267, De voorkamer wordt als kantoor ingericht en de achterkamer als pakruimte en magazijn, waar een zekere H. Stooter werkt tegen ƒ 10 per maand.

Uit: Een lange eeuw idealisme. Wereldbibliotheek 1905-2015.  Spuistraat 267 in 1905. Dit pand heeft ook een ingang aan de Nieuwezijds Voorburgwal. Achter de drie ramen boven de ingang het eerste kantoor.
Spuistraat 267 in 1905. Dit pand heeft ook een ingang aan de Nieuwezijds Voorburgwal. Achter de drie ramen boven de ingang het eerste kantoor.

Om het project een optimale kans van slagen te geven, wordt gekozen voor een abonnementensysteem, Jaargangen genoemd, dat over het kalenderjaar heen getild wordt en loopt van juli tot juli. Het voordeel is dat de uitgeverij zich verzekerd weet van een vaste afname en dat men naast makkelijk verkoopbare titels ook moeilijk in de markt liggende boeken, ‘idieëeler’ werk, kan opnemen. Van alle te verschijnen deeltjes zijn formaat, letter en papier hetzelfde, zoals ook het omslagontwerp, vervaardigd door de toen nog jonge, later beroemde graficus Sjoerd H. de Roos, identiek is. Alleen bij de jeugdboeken wijkt het omslag iets af, zodat er plaats is voor een illustratie. Verder wisselen de omslagen van kleur, al naargelang de rubriek waarin een bepaalde titel thuishoort.
Ieder detail wordt gewikt en gewogen, Simons en Schreuders gaan niet over één nacht ijs. De uit esthetisch oogpunt gekozen lettersoort wordt ter ‘keuring’ voorgelegd aan ‘den bekenden specialist in letterkeur, onzen oogarts dr. G.J. Schoute’.
In mei verschijnt het eerste aanbiedingsprospectus, gevolgd door een paginagrote advertentie in het Nieuwsblad voor den Boekhandel. Het abonnementenstelsel wordt gelanceerd onder de naam ‘Wereld-Bibliotheek. Onder leiding van L. Simons. Met medewerking en/of steun’, en dan volgt een lange lijst namen van bekende wetenschappers, auteurs, musici, beeldend kunstenaars, vertalers en figuren uit het openbare leven als architect H.P. Berlage, schrijver Emmanuel de Bom, historicus H. Brugmans, componist Alphons Diepenbrock, schrijver Herman Heijermans (onder zijn pseudoniem Falkland), de theologen J.H. Gunning en L. Knappert, beeldend kunstenaars B. en J. Midderigh-Bokhorst, schrijfster Margo Scharten-Antink, kunsthistoricus F. Schmidt-Degener, schrijver Stijn Streuvels, bioloog Jac.P. Thijsse, beeldend kunstenaar Jan Toorop, schrijver/dichter Albert Verwey en vele anderen.
De reeks omvat zes rubrieken: Letterkunde, Boeken voor Jongeren, Drama en Kunst, Land- en Volkenkunde en Natuurkennis, Geschiedenis en Sociologie, en Opvoeding en Godsdienst.
De prijsstelling slaat in als een bom. De boekhandelaren fronsen de wenkbrauwen: hoe kan een uitgeverij daaruit haar winst halen? Iedere titel kent drie uitvoeringen: ingenaaid, gekartonneerd met linnen rug en gebonden in heel linnen band, waarvan de verkoopprijs respectievelijk 20, 30 en 40 cent bedraagt. De boeken krijgen een nummer; als de omvang meer dan 144 pagina’s telt, wordt de prijs verdubbeld en krijgt het boek een dubbel nummer. In abonnement ligt de verkoopprijs nog lager: 25 of 26 cent gekartonneerd en 35 of 37,5 cent gebonden. Het onderlinge prijsverschil wordt veroorzaakt door het feit dat men zich kan abonneren op de gehele B-serie à dertig nummers, of alleen op de A-serie à twintig nummers, bevattende Letterkunde, Drama en Kunst, en Boeken voor Jongeren. De ingenaaide uitvoering is alleen in de losse verkoop verkrijgbaar.
Geconfronteerd met dit toch wel ingewikkelde systeem fronsen de boekhandelaren opnieuw de wenkbrauwen, vooral over de aanbiedingsvoorwaarden: 20 pro cent korting, zonder premie bij inkoop van grote aantallen, en dat geldig tot 1 juli, want daarna wordt slechts 10 procent korting verleend. De eerste berichten van Schreuders’ aanbiedingsreis bij de boekhandel zijn bepaald niet vrolijk en dat ligt nog niet eens zozeer aan de lage prijsstelling en de kortingvoorwaarden. Maar de eerste te verschijnen titel, de Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart, waarvan hooguit enkele exemplaren per jaar te verkopen zijn, wie haalt dat in z’n hoofd? En dan in twee delen van 300 pagina’s elk, dat zouden toch twee dubbele nummers moeten zijn? Kritiek van boekhandelszijde is niet van de lucht.

Uit: Een lange eeuw idealisme. Wereldbibliotheek 1905-2015. Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart Ontwerp: S.H. de Roos. Uitvoering: gekartonneerd met linnen rug.
Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart Ontwerp: S.H. de Roos. Uitvoering: gekartonneerd met linnen rug.

 

© Uitgeverij Wereldbibliotheek 2022

pro-mbooks1 : athenaeum