Leesfragment: Zee Nu

24 februari 2022 , door Eva Meijer
|

Vanaf morgen in onze boekhandels: de nieuwe roman van Eva Meijer, Zee Nu. Lees Remon den Oudens aanbeveling, en lees een fragment.

Zee nu is als de zee – grillig, woest en onvoorspelbaar, dreigend en uiteindelijk troostend.

Het duurde even voor de mensen begrepen wat er aan de hand was. De zee komt de ene dag verder het strand op dan de andere. Een enkele strandwandelaar voelde wel dat er iets niet in de haak was. Maar wat? De zee wint elke dag een kilometer terrein. Polders aan de kust lopen vol en de boulevard van Scheveningen staat blank. De minister-president geeft een persconferentie en Defensie stuurt soldaten naar de dijken. Op Twitter roepen complotdenkers Actie!, de Action adverteert: Eenmalig! 4 reddingsvesten voor de prijs van 3! Wetenschappers komen van heinde en verre om dit zeldzame fenomeen te onderzoeken. Duitsland stelt sportzalen voor de geëvacueerde buren ter beschikking. De koning vertrekt naar zijn vakantiehuis in Mozambique. Maar waar moeten de herten heen? En hoe zal het de blijvers vergaan die hun kampement opslaan op de daken van kantoorgebouwen in de Randstad?

Als de mensen geëvacueerd zijn en de laatste meeuwen hun heil elders zoeken, volgen wij activiste Arie, scholier Wilg en oceanograaf Paula van der Steen op hun tocht over de nieuwe zee, en ontdekken hoe het water hun kijk op de wereld fundamenteel verandert. Zee nu is als de zee – grillig, woest en onvoorspelbaar, dreigend en uiteindelijk troostend. Het is een roman over het grootste gevaar van dit moment, over Nederland, over de natuur die ons bedreigt en koestert en over de mens, die gedwongen wordt zichzelf opnieuw uit te vinden.

N.B. Eerder publiceerden we op Athenaeum.nl een fragment uit Eva Meijers De nieuwe rivier en uit De grenzen van mijn taal, we bespraken haar non-fictie: VuurduinDe soldaat is een dolfijn en Dierentalen, we publiceerden voor uit Het vogelhuis en we interviewden haar: 'Zelf denken is altijd belangrijk - niet alleen politiek maar ook existentieel.' Later sprak zij de laudatio voor Ali Smith uit tijdens haar bezoek aan Amsterdam, en richtte ze de Boekenweeketalage in. Meijers boeken werden eerder voor grote literaire prijzen genomineerd en de Socratesbeker; ze won de Halewijnprijs voor haar oeuvre en de Hypatiaprijs.

 

Gerimpel. Gegolf. Geraas. Gebulder.
Gerimpel, gerimpel, gegolf.
Gegolf.
Geraas, geraas, gebulder.
Gebulder!
Gebulder! Geraas!
Gegolf, gegolf, gegolf, gegolf, geraas, gegolf.
Gerimpel.
Gerimpel.
Gefluister. Heel zachtjes.

 

1

Het duurde even voor de mensen begrepen wat er aan de hand was.
De eerste dag leek er ook weinig aan de hand: de zee komt de ene dag verder het strand op dan de andere en de dijken waren hoog en breed genoeg. Een enkele strandwandelaar voelde dat er iets niet in de haak was. Maar wat. Ze vergaten het voor ze thuis waren.
De tweede dag naderde de vloedlijn op verschillende kustplekken de duinen. Een aantal burgemeesters van badplaatsen schakelde experts van Rijkswaterstaat in: mannen met koffertjes die in tweetallen kwamen, metingen deden en weer vertrokken. Ze konden er niets over zeggen, de metingen moesten eerst worden geanalyseerd. Ondertussen, in de loop van de middag van die tweede dag, begonnen de mensen over dit zeldzame natuurverschijnsel te praten – want zo noemden ze het in het begin: een zeldzaam natuurverschijnsel. In Scheveningen maakte een restauranteigenaar een foto die hij op internet plaatste, in Domburg deed een metaaldetectorspeurder hetzelfde. Was het eerder zo lang vloed? Was dit nu de waterspiegelstijging waar ze voor waarschuwden?
Het is nog te vroeg in het verhaal om ons te buigen over de beweegredenen van de zee, maar een kleine omschrijving misstaat hier niet. De zee lijkt voor wie vanaf het strand over haar uitkijkt oneindig. Er is weliswaar een horizon, maar die verschuift zodra wij verschuiven en geeft alleen een optische grens aan. De zee leeft niet maar is ook niet dood, een staat waar de meeste mensen zich weinig bij kunnen voorstellen, hoezeer ze misschien ook aan de aanwezigheid van de zee zijn gewend. De zee bestaat uit water, net als mensen, maar heeft geen huid. Haar kleur en vorm zijn afhankelijk van de omgeving: de zon, de wolken, de wind. Mensen zijn ook gevormd door weer en landschap, maar toch veranderen ze niet zo mee met wat om ze heen beweegt, zeker de Nederlanders niet, het volk dat in dit boek centraal staat.
De zee denkt en voelt niet, tenminste niet op een manier die de mensen als zodanig kunnen herkennen, met hun denken en voelen, dat noodzakelijkerwijze beperkt is want gebonden aan hun fysieke gesteldheid en voorstellingsvermogen. Een dichter zou hier kunnen wijzen op de meerstemmigheid en het fluïde karakter van het gevoel, een filosoof op het belang van de erkenning van de materialiteit van het menselijk bestaan, toch brengt dat ze niet dichter bij de zee. Maar over de zee zoals gezegd later meer.
Op de derde dag bleek dat de zee toen het eerste licht de nacht wegduwde een kilometer verder het land in was gekomen. Op sommige plaatsen stonden fietspaden en een enkele autoweg onder water. De wind was bovendien opgestoken en het was koud voor februari in het tweede decennium van de eenentwintigste eeuw, de temperatuur bleef die dag en de dagen die volgden rond het vriespunt. Golven sloegen stukken van licht besneeuwde duinen af, namen houten hekjes mee, sleepten her en der een fiets die was vergeten of gestolen het water in, omvatten paaltjes, muurtjes en keien. Het zeewater kroop soms zelfs rechtop tegen steile wanden omhoog.
Rijkswaterstaat stuurde die ochtend om halftien medewerkers naar alle kustprovincies, met de opdracht het probleem in kaart te brengen. De brandweer werd rond dezelfde tijd gebeld voor een viskraam die dreigde weg te spoelen, voor een oudere man die een stuk door het water had gefietst en niet meer tegen de stroom in terugkwam en op een bankje was gaan staan, gelukkig had hij zijn telefoon bij zich, en voor een groepje Schotse hooglanders dat zijn heil op een duin had gezocht en nu door het water werd omgeven.
Ondertussen togen de burgers in groten getale naar de kust en maakten foto’s die ze via Facebook, Twitter en Instagram met de wereld deelden. #hoogwater, #monstervloed, #zeespiegelstijging, #klimaatverandering, #kli- maat, #KNMI, #fakenews, #overheid, #linkselobby, #huh?. De eerste journalisten werden op pad gestuurd, het is koud buiten, dus trek een warme jas aan.
Om tien uur belde de burgemeester van Den Haag, zoals altijd een vvd’er, met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Kan ik de minister spreken?
Waar gaat het over?
De zee.
Wat is er met de zee?
Het wordt geen eb meer.
Is dat niet meer iets voor de wetenschap?
Straks staat de stad onder water.
Ach meneer, dat zal zo’n vaart toch niet lopen.
We moeten het zekere voor het onzekere nemen.
Ik vraag het voor u na.
Een liedje van The Beatles zonder zang, liftmuziek noemden ze dat vroeger. De burgemeester legde de hoorn op zijn bureau en stond op om uit het raam te kijken. De mensen op het plein liepen snel, weggedoken in hun jassen, ze deden hem aan duiven denken, misschien vanwege de opgetrokken schouders. Stel je voor, zei hij hardop. Dat dit ooit onder water komt te staan. Hij had er ooit een documentaire over gezien, dat Nederland helemaal niet zo veilig is als men altijd denkt.
De minister meldde zich aan de andere kant van de lijn. De burgemeester en de minister kenden elkaar goed genoeg om elkaar bij de voornaam te noemen.
Jan, we hebben een probleem.
Mijn mensen zijn ermee bezig. Het is in heel Nederland hetzelfde. Ik heb net contact gehad met mijn Belgische collega en daar is vooralsnog niets aan de hand, maar goed, kan ook zijn dat ze het nog niet doorhebben. Wetenschappers denken aan een zeldzame stroming, iets met verschuivende aardplaten. Maar het wordt natuurlijk vanzelf weer eb. Afwachten lijkt het devies, het hoofd koel houden.
De burgemeester knikte naar de hoorn. We wachten het af. Nadat hij had opgehangen liep hij weer naar het raam. Op het plein vielen vlokken natte sneeuw, de straatlantaarns waren aan.

Ondertussen waren de hydrologen, klimatologen, ingenieurs, ecologen, technologen, marinebiologen en andere zeekenners onderweg, uit eigen beweging of op verzoek van de minister. Met hun promovendi en hun stagiairs Water Management, Ocean Technology, Geografie, Oceanologie, Water & Technology, Climate Adaptation, Aquatic Ecology, Marine Living, Aquaculture, Marine Resource Ecology, Marine Governance, Water Quality Management, zaten ze in treinen en auto’s, op fietsen en motoren, liepen ze de duinen door en het strand op om foto’s te maken, metingen te verrichten, data te verzamelen. Dit was een kans om de wereld beter te begrijpen. Misschien zou het de mensen zelfs meer bewust kunnen maken van de risico’s van klimaatverandering.
De vermaarde geologische oceanograaf professor Paula van der Steen van Wageningen University & Research woonde in Wassenaar en stapte toen ze het nieuws las op de fiets om met eigen ogen te zien wat er aan de hand was. De Nederlandse kustlijn was in de geschiedenis vaker verschoven onder invloed van grote weersveranderingen, maar ze kon zich niet herinneren dat de getijden ooit weigerden. Bovendien viel het qua weer mee, een beetje kou en windkracht vijf. In de duinen was het beduidend drukker dan anders, het waren vooral oudere mannen die met verrekijkers, telefoons en camera’s wilden vangen wat er aan de hand was. Het strand was een smalle reep langs de duinen.
Steen liep naar de vloedlijn en trok haar handschoen uit om het water aan te raken, dat warmer was dan de lucht. Ze likte aan haar vinger. Zout, net zo zout als altijd.

[…]

 

© 2022 Eva Meijer
en Uitgeverij Cossee bv, Amsterdam

pro-mbooks1 : athenaeum