Leesfragment: De zelfdenker

13 april 2023 , door Willem Melching
| | |

Dinsdag 18 april verschijnt De zelfdenker. Karel van het Reve 1921-1999 door Willem Melching. Lees bij ons vast een fragment!

Karel van het Reve was een van de belangrijkste en veelzijdigste publieke intellectuelen van het naoorlogse Nederland. Niet voor niets hoor je geregeld de verzuchting: ‘Wat zou Karel van het Reve hiervan vinden?’
Meer dan twintig jaar na zijn dood is zijn werk springlevend. Hij is nog steeds een ijkpunt voor fatsoenlijk denken over politiek en samenleving. Met grote scherpzinnigheid, een trefzekere pen en veel humor benaderde hij op onorthodoxe wijze alle mogelijke facetten van politiek, wetenschap en cultuur. Karel was een zelfdenker, wars van alle politieke en intellectuele modes.
Willem Melching beschrijft in deze politieke biografie Karel van het Reves jeugd in Betondorp, de schooljaren op het Vossius Gymnasium, de belevenissen in de Tweede Wereldoorlog, zijn afscheid van het communisme, de relatie met broer Gerard, zijn reizen naar de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie en zijn carrière als hoogleraar en auteur.
Melching analyseert Karels betekenis als strijdbare democraat die het opnam tegen onderdrukkende regimes, obscurantisten, modieuze praatjesmakers en iedereen die een loopje nam met de spelregels van de democratie.
Naast het bijna zevenduizend pagina’s tellende verzameld werk en talloze interviews was ook de ongepubliceerde correspondentie een rijke bron voor deze politieke biografie.

N.B. Lees ook een fragment uit Van het Reves Verzameld werk 4.

 

Inleiding

Karel van het Reve was een van de belangrijkste en veelzijdigste publieke intellectuelen in het naoorlogse Nederlandse politieke en culturele landschap. Hij gebruikte zijn scherpe verstand en zijn elegante pen voor het vertolken van een geheel eigen, tegendraads geluid. In de beste tradities van de Verlichting en zijn grote held de filosoof Arthur Schopenhauer stelde hij zich altijd op als een Selbstdenker.
Karel toetste de waan van de dag aan de tijdloze waarden van vrijheid en redelijkheid. Hij verdedigde klassieke vrijheden zoals de vrijheid van meningsuiting en het recht om te worden gevrijwaard van politiek geweld. Hij vond wegkijken van geweld, onderdrukking en dictatuur zo mogelijk nog erger dan daderschap en medeplichtigheid.
Dat hij zijn standpunten vaak verpakte in humor en ironie doet niets af aan het feit dat het hem ernst was. Hij was niet alleen een publieke intellectueel maar ook een ‘publieke moralist’. Met zijn geschriften en vele optredens op radio en televisie zette hij mensen aan het denken.
Hij liet voorstanders, maar ook tegenstanders, nooit onverschillig. Met zijn uitdagende, vaak polemische stijl dwong hij zijn publiek tot het innemen van een standpunt. Zijn eigen standpunten waren altijd onverwacht, nooit modieus of ingegeven door de waan van de dag. Hij zette zijn eigen koers uit en was niemands onderdaan.
Hij schreef vele decennia over literatuur, kunst, wetenschap en politiek in de breedste zin van het woord. Hij schreef zijn altijd verrassende gedachten op in een proza dat nog steeds tot het beste gerekend kan worden dat de Nederlandse literatuur heeft voortgebracht.
Graag nam hij de rol van kritische buitenstaander aan. Met verve bestreed hij de opinions chic van de ‘spraakmakende gemeente’. De zaken waar ‘iedereen het wel over eens was’ maakte hij graag tot doelwit van zijn spot en analytische geest.

Over Karel van het Reve verschenen inmiddels enkele tientallen artikelen, maar deze richten zich op specifieke, meestal letterkundige aspecten van zijn werk of gaan dieper in op de polemieken rondom de Huizinga-lezing van 1978 en het evolutiedebat. De biografische schets van Bruno van Ravels en zijn doctoraalscriptie zijn geschreven vanuit letterkundig perspectief. De biografieën van Theodor Holman en Ger Verrips gaan wel in op zijn leven, maar komen nauwelijks of geheel niet tot een analyse van zijn denkbeelden.
In dit boek staan Karels denken over politiek en samenleving en de neerslag hiervan in zijn geschriften, interviews en optredens in de media centraal. Zijn privéleven in de brede zin van het woord krijgt daarom relatief weinig aandacht. Wél ga ik in op die gebeurtenissen en belevenissen die zijn denken vormden. Van grote betekenis zijn de jeugdjaren in een gelovig communistisch gezin, het opgroeien in de wereld van de communistische ‘sekte’. Ook de Tweede Wereldoorlog was een vormende ervaring. Voor Karel begon de oorlog al in 1936 met het uitbreken van de Spaanse Burgeroorlog. De Spaanse Burgeroorlog was de aanleiding voor zijn eerste politieke engagement. Zijn vader schreef erover en Jef Last, de vader van zijn eerste liefde, vocht mee in de burgeroorlog. Grote indruk maakte de Duitse bezetting met de vervolging van tal van joden uit zijn vriendenkring en het tragische lot van zijn beste vriend David Koker. In de oorlogsjaren kwamen Karel en zijn vriendin en latere echtgenote Tini Israël in aanraking met het verzet. Het hele gezin Van het Reve was op een of andere wijze betrokken bij het verzet. Tini speelde een zeer actieve rol.

Karel door de jaren heen, linksboven samen met Tom Eekman. Uit: Willem Melching, De zelfdenkerKarel door de jaren heen, linksboven samen met Tom Eekman.

De grote rol van de Sovjet-Unie in de oorlog vertraagde Karels breuk met het communisme. Maar zijn bezoek aan Moskou in 1948 en de studie van de marxistische ideologie vanaf datzelfde jaar versterkten zijn twijfels. Zijn geloofsafval was een geleidelijk proces dat begon in 1948 en eind 1952 was voltooid. Tot zijn dood in 1999 zou hij zich blijven verzetten tegen het kritiekloos aanvaarden van welke politieke religie dan ook. Juist zijn persoonlijke ervaringen met de verleidingen van een politieke religie maakten van Karel een strijdbaar democraat.
Hij was altijd kritisch over ideologieën en geloven die pretendeerden de waarheid in pacht te hebben. Ook maakte hij korte metten met pretentieus en wollig taalgebruik. Als strijdbaar anticommunist speelde hij een prominente rol in het publieke debat ten tijde van de Koude Oorlog. Tot aan de implosie van het Sovjetimperium zou hij de Sovjet-Unie en andere communistische landen kritisch volgen.
Veel wat Karel schreef stond in het teken van de strijd tegen het totalitarisme in al zijn gedaantes en ter verdediging van de kwetsbare democratie. De democratie moest als een kwetsbare ‘kasplant’ altijd worden verdedigd omdat het een ‘weldadige uitzondering’ was op het ‘algemeen menselijk patroon van tirannie’.
Anders dan veel Nederlandse schrijvers en intellectuelen, zoals Harry Mulisch en Jan Wolkers, had hij geen enkele illusie over het marxisme, het stond voor hem gelijk met ‘de pest’. Dit standpunt bezorgde hem, zeker in de jaren zestig en zeventig, de jaren van detente en modieus neomarxisme, een relatief geïsoleerde positie. Relatief omdat hij via Hollands Maandblad, nrc Handelsblad, Het Parool en vele andere media toegang had tot een groot publiek.
Hij keerde zich niet alleen tegen modieus links maar ook andere heilige huisjes moesten het ontgelden. Op basis van zijn scherpe verstand, zijn eruditie en heldere inzichten wat wetenschap zou moeten zijn, trok hij ten strijde tegen het freudiaanse denken, de pretenties van de literatuurwetenschap en de al te simpele voorstelling van de evolutietheorie.
Hij ontmaskerde de leer van Freud als volstrekt onwetenschappelijke kletskoek. Dit was opmerkelijk want in deze jaren genoten Freud en de psychoanalyse groot aanzien bij veel kunstenaars en intellectuelen. Velen hadden Marx inmiddels ingeruild voor de Weense wonderdokter.
Karel trok ten strijde tegen de grote pretenties en het onbegrijpelijke jargon van de literatuurwetenschap. In tal van essays en in zijn geruchtmakende Huizinga-lezing stelde hij de tegenstelling tussen de grote pretenties en de schamele resultaten aan de kaak. Juist geesteswetenschappers moesten proberen leesbaar en begrijpelijk te schrijven.
Zijn stukken over de evolutietheorie bevreemdden veel van zijn lezers. Zelfs zijn grootste bewonderaars hadden het gevoel dat hij zijn hand overspeelde. Maar dat is de vraag. Hij was wel degelijk overtuigd van de juistheid van Darwins ontdekking dat evolutie de enig mogelijke verklaring was voor het ontstaan en uitsterven van de soorten, waaronder de mens. Hij stoorde zich echter aan de traditionele populaire uitleg van de theorie die de rol van het toeval negeerde. Zijn voldoening was groot toen vanaf eind jaren zeventig modern statistisch en genetisch onderzoek zijn kritiek onderbouwing gaven.
Met zijn standpunt over religie kwetste hij veel gelovigen. Dat was ook de bedoeling. Religies die anderen hun overtuigingen opdringen en zich moreel superieur wanen konden op zijn kritiek rekenen. Hij dreef de spot met de eeuwige gekwetstheid van christenen en moslims. Het moest geen gewoonte worden, maar het van tijd tot tijd ‘jennen’ van gelovigen was onmisbaar in een seculiere samenleving.
Zijn alter ego Henk Broekhuis trok ten strijde tegen het cliché. Niet alleen tegen de clichés van marxisme, Freud en de gedachteloosheid van de geborneerde burgerij in het algemeen, maar ook tegen de clichés van de Nederlandse televisie.
In zijn – helaas – nooit gebundelde televisiekritieken haalde hij fel uit naar de vooringenomenheid van de ‘linkse jongens’ in Hilversum. Die deden, volgens hem, verslag vanuit een soort eigen ‘kinderwereld’. Ze brachten daarbij geen nieuws, maar bevestigden alleen hun eigen vooroordelen.

Sommige schrijvers voegden het woord bij de daad. Zo niet Karel, hij voegde de daad bij het woord. Hij verleende hand-en-spandiensten aan het verzet en probeerde het lot van zijn vriend David Koker in Kamp Vught te verzachten met pakjes en brieven. Karel leefde sober, maar was ook gul. Wie geld nodig had kon altijd bij hem terecht. Uitzonderlijk was zijn steun aan de dissidentenbeweging in de Sovjet-Unie. Als correspondent in Moskou gaf hij ze een podium en hij smokkelde hun teksten naar het Westen. Vervolgens zorgde hij samen met zijn gezinsleden, de Britse politicoloog Peter Reddaway en de historicus Jan Willem Bezemer ervoor dat de dissidente geschriften in de hele wereld werden gepubliceerd. Dat was een significante bijdrage aan de uiteindelijke teloorgang van de Sovjet-Unie.

Karel schreef zelf eens dat een waarlijk groot schrijver een tijdje vergeten moet zijn voordat hij eeuwige roem kan vergaren. Zover is het met Karel nog niet. Hij is nog lang niet vergeten, maar dat hij een groot schrijver was én is, staat als een paal boven water. Anders dan de teksten van veel van zijn tijdgenoten zijn Karels stukken nog steeds leesbaar en fris, alsof ze nog maar net zijn verschenen.
Het geheim van deze eeuwige jeugd van zijn stukken schuilt niet alleen in zijn stijl en humor. Zijn stukken ontlenen hun kracht vooral aan het feit dat zijn thematiek tijdloos is. Hij bleef niet hangen in de waan van de dag, maar gebruikte de actualiteit als aanleiding voor tijdloze bespiegelingen over universele thema’s zoals politieke vrijheid, de vrijheid van meningsuiting, de verwerpelijkheid van politiek geweld, de verleidingen van het totalitaire denken en de plicht om nooit weg te kijken bij onrecht.
Deze thema’s zijn van alle tijden. Daarom zijn Karels stukken nog steeds even urgent en leesbaar als in de tijd waarin hij ze schreef. Regelmatig weerklinkt de verzuchting: ‘Wat zou Karel daarover hebben geschreven?’ Dat is een lastige vraag, want voorspelbaar was hij nooit. Karel van het Reve was een volstrekt onafhankelijk denker: een ware Zelfdenker.

 

© 2023 Willem Melching

pro-mbooks1 : athenaeum