Leesfragment: Eicel

26 januari 2023 , door Gaia Willemars
|

31 januari verschijnt het debuut van Gaia Willemars, Eicel. Lees bij ons een fragment!

Eicel volgt het leven van een jonge vrouw aan het begin van haar moederschap. Hoe ze als onzekere studente de angst heeft om te veel te zijn en dus gaat minderen. Hoe ze in een klap verliefd wordt op meneer Zaadcel. Hoe ze tijdens haar zwangerschap begint met meerderen en haar lichaam als jonge moeder in een nieuw licht leert zien, hoewel van rozengeur en maneschijn geen sprake is.

Met luchtige geestigheid en een zwierige verteltoon beschrijft Gaia Willemars het leven – de steun die vrienden, filosofie en het Jodendom voor haar vormden – zonder weg te deinzen van moeilijke onderwerpen als een eetstoornis en het trauma na verkrachting. Eicel laat zelfs de meest pessimistische lezer achter met hoop.

 

Logeren I

Terwijl ik net dacht alles op orde te hebben lig ik toch weer op de bank bij mijn broer. Ik overpeins hoe het zo heeft kunnen lopen, waarom ik onderweg naar rust en regelmaat een afslag heb genomen richting troep en chaos. Ik ben uit mijn eigen huis weggelopen en mag mijn broers bank als bunker gebruiken. Mijn baby slaapt in een andere kamer en ik heb zin om een sigaret te roken en een biertje te drinken op het balkon. Ik heb al bijna een jaar geen sigaret aangeraakt maar dit lijkt me het moment om een gelegenheidsroker te worden.
Mijn broer en zijn huisgenoot zitten naast elkaar te werken aan een grote houten tafel met diepe gleuven erin, waar door de jaren heen hun viezigheid en kaarsvet in vast is komen te zitten. Ze zien er nog niet uit alsof het tijd is voor een rookpauze, dus pak ik de telefoon van mijn broer die bij mij op de bank ligt en open zijn Spotify. Het is confronterend om door iemand anders’ muzieklijsten te scrollen, ik luister namelijk alleen naar Taylor Swift, Robbie Williams, Leonard Cohen en Nederlandstalige muziek. Zelf ben ik precies tevreden met deze opties, voor elke bui wat wils, maar ik weet dat het gênant is.
Mijn broer luistert naar veel verschillende soorten muziek, per vriendinnetje komen er wat genres bij. Zijn laatste vriendin bracht elektronische muziek en nieuwe hippe kleren mee. Mijn broer en ik zijn geen hippe mensen. Hij zat op het Barlaeus Gymnasium en ik op het Gerrit van der Veen College, dat zijn geen hippe scholen. Het Barlaeus is voor slimme grachtengordelkinderen en het Gerrit van der Veen voor creatievelingen die tijdens de open dag van het ivko bang werden van de graffiti op de wc’s. Toen ik op het Gerrit van der Veen met iedereen ruzie had gekregen omdat ik meer principes dan levensjaren had, ging ik naar het Montessori. Mijn broer droeg meestal te grote polo’s, hij is lang en dun en heeft donkere krullen, zijn huid is gebruind en al met al ziet hij eruit alsof hij op een prachtig eiland in Griekenland is geboren, in plaats van in Amsterdam-West.
Ik zie er wel uit alsof ik uit Nederland kom, mijn huid heeft in plaats van een prachtige olijfbruine ondertoon een varkentjesroze kleur en ik zit onder de moedervlekken en sproeten. Mijn neus is te groot, mijn kin te klein en mijn buik maakt rollen als ik zit. In de zomer lijken mijn blote bovenbenen op schiereilanden van vet, striae en cellulitis. Mijn ogen hebben geen specifieke kleur maar zijn vaal grijzig, mijn haar verf ik omdat mijn natuurlijke kleur ook grauw is. Ik heb het idee dat mijn broer, die drie jaar ouder is, alle mooie genen heeft gepakt en mij met de restjes heeft achtergelaten.
Ondanks dat is mijn broer door de jaren heen mijn beste vriend gebleven. Met hem zat ik op de basisschool en met hem dronk ik mijn eerste biertje. We rookten samen waterpijp als mijn moeder niet thuis was en we dronken ’s nachts wijn in de keuken na het uitgaan. Later gingen we samen uit tot het ochtend werd, en bleven met zijn tweeën over als iedereen naar bed was gegaan. We waren zo vaak in Garage Noord aan het dansen dat het daar thuis werd, hij in een tuinbroek zonder shirt eronder, ik in zijn grote warme trui omdat ik me daarin veilig voelde.
Toen we klein waren en onze ouders ruzie maakten duwde hij de oortjes van zijn discman in mijn oren zodat ik het niet zou horen. Hij luisterde toen ook nog geen hippe muziek, we zongen mee met Robbie Williams tot de ruzie verstomde en we naast elkaar in slaap vielen.
Mijn broer is de enige die er altijd was, ook als mijn moeder weg moest voor haar werk, of toen ze naar België verhuisde. Hij was er toen we elkaar niet uit konden staan omdat zijn puberteit tot uiting kwam in een slome afgestompte vorm en die van mij in een hyper-emotionele en boze variant. Hij was er zelfs toen hij in Lissabon woonde en ik in Amsterdam. Daarom ben ik nu weer naar hem gevlucht, ik weet dat hij mij kan beschermen tegen elke ruzie, ook tegen die met mezelf.
De bank waarop ik lig was ooit van mij, toen ik nog geen moeder was maar een los mens. Het is een goedkope slaapbank met een hoes die eerst wit was, toen wit met vlekken en die mijn broer daarna om de vlekken te verhullen blauw heeft geverfd. Omdat er te weinig verf was is het er als een wolkenpatroon uitgekomen, met binnen in de witte wolken nog altijd mijn oude koffievlekken.
Eigenlijk wil ik Acda en De Munnik opzetten, ‘Het geeft niet’, maar dat wordt nooit echt gewaardeerd dus kies ik voor Leonard Cohen op shuffle. In de kamer is het licht, drie grote ramen en te weinig meubels zorgen voor een opgeruimde en zomerse sfeer. Ik lig op de wolkenbank en doe mijn ogen dicht terwijl ik naar de muziek luister.
Net toen ik dacht dat ik alles op orde had, juist toen ik dacht dat ik alles onder controle had is het toch weer een tikkeltje uit de hand gelopen. Ik moet een beetje grinniken, ik denk vaak dat ik het leven op een dag wel uitspeel, maar dan begint er een nieuw level met een afschuwelijk lastige eindbaas.

[…]

 

Copyright © Gaia Willemars 2023

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum