Leesfragment: BC AD. Benthem Crouwel 1979-2009

27 november 2015 , door 9789064507236
| | |

Vanavond in de Nacht, dinsdag in de etalage van het Athenaeum Nieuwscentrum, woensdag gepresenteerd: BC AD. Benthem Crouwel 1979-2009. Vannacht enkele pagina's uit het boek, met de prijsvraag voor de Amsterdamse Academie van Bouwkunst, de Rietveld Academie, Wilo in Zaandam en FOAM. U kunt het boek al reserveren.

Luchthaven Schiphol, het Anne Frank Huis, het nieuwe Utrecht Centraal Station; het zijn bekende bouwwerken van Benthem Crouwel Architekten. Gebouwen voor een miljoenenpubliek, op cruciale, beeldbepalende plekken. BC AD biedt een verfrissende kijk op het omvangrijke oeuvre en geeft inzicht in de werkwijze van het bureau aan de hand van veel niet eerder gepubliceerd materiaal. Vanaf het allereerste begin – de grensovergangen voor Nederland en het experimentele woonhuis in Almere – tot de metrostations voor de Noord/Zuidlijn en het Stedelijk Museum. Naast veel gerealiseerd werk worden ook prijsvraaginzendingen - vaak voor spraakmakende competities – en diverse studies getoond. Uit de tekeningen, schetsen, foto’s en maquettes spreekt de fascinatie voor en het plezier in het oplossen van ingewikkelde problemen. De kracht van Benthem Crouwel Architekten ligt in het vinden van eenvoudige, heldere en duurzame oplossingen voor complexe opgaven. BC AD bevat dertig jaar ontwerpen van een van Nederlands succesvolste architectenbureaus samen en geeft tegelijkertijd een beeld van de Nederlandse ontwerpcultuur.

Amsterdam Academy of Architecture. Address: Waterlooplein 211, Amsterdam. Client: Academie van Bouwkunst, Amsterdam. Commision: Prijsvraag. Not built.

De Academie van Bouwkunst in Amsterdam leidt sinds een eeuw bouwkundigen op. Meer dan 1000 studenten behaalden in deze periode hun diploma voor architect, landschapsarchitect of stedenbouwkundige. De in 1908 op initiatief van de architecten H.P. Berlage, W. Kromhout en P.J.H. Cuijpers opgerichte academie is sinds 1946 gehuisvest in het Oudezijds Huiszittenhuis. Dit Rijksmonument aan het Waterlooplein in Amsterdam is het voormalig kantoorgebouw van de Huiszittenmeesters, een college dat belast was met de verzorging van de zogenaamde ‘huiszittende’ armen. Dit eerste ‘zelfstandige’ onderkomen van de academie is in 1655 gebouwd naar een ontwerp van Willem de Keyser, zoon van de invloedrijke stadsarchitect en beeldhouwer Hendrick de Keyser.

Om aan de wens aan een grotere, multifunctionele ruimte voor meer algemene lezingen en exposities te voldoen stelt Benthem Crouwel voor de binnenplaats te overkappen. Het ontwerp wordt gemaakt op verzoek van architect Ben Loerakker, lid van de toenmalige selectiecommissie die zich bezig hield met nieuwe verbouwingsplannen voor de academie.

Het ontwerp gaat uit van een ‘kunstmatige hemel’. De oorspronkelijke gevelwanden blijven de ruimte van de binnenplaats bepalen en de kozijnen in de gevel tussen de omloop en binnenplaats blijven gehandhaafd. De constructie en detaillering zijn zo licht en dun mogelijk. Omdat op de bestaande bebouwing geen extra belastingen kunnen worden overgebracht, krijgt de overkapping zijn eigen ondersteuning in de binnenplaats. De kolommen volgen de (onregelmatige) hoofdvorm van de binnenplaats. De per kolom verschillende vertakkingen zorgen voor een verbinding met het regelmatige balkenraster van het dak. De zes constructie- ‘bomen’, onderling licht van elkaar verschillend, refereren aan de kastanjeboom op de binnenplaats.

Inkijk?

Dan hang je toch een gordijn op? Jan Benthem in ‘Het parool’ 11-9-2004, n.a.v. kritiek van studenten en docenten op Rietveld

Adress: HoogTij, Zaandam. Client: Wilo Nederland. Het bedrijfsgebouw voor Wilo Nederland is geïnspireerd op de core-business van het bedrijf als waterpompenfabrikant: een buisvormig volume met aluminium felsgevel en een spectaculair oplopend overstek boven het water. Het gebouw is een van de eerste ontwikkelingen op het bedrijvenpark de Hoogtij in de Westzanerpolder. De nieuwbouw ligt op een prominente zichtlocatie, op een smal toelopende kavel op de kop van de entreeweg en aan het water. De ligging aan het water wordt versterkt door de buisvorm te verjongen en door het enorme overstek van twintig meter. Door het aanwezige water te verbreden zweeft het gebouw bijna letterlijk boven het water.

Het overstek wordt gedragen door twee vakwerken die volledig in het zicht zijn gelaten en worden geaccentueerd door toepassing van de bedrijfskleur ‘Wilogroen’. Een groen talud met een terugkerende zwarte plint zorgt voor aaneenschakeling met de aangrenzende bedrijfsgebouwen. De kopgevels vormen de representatieve gevels naar het voorterrein en het water en zijn zo transparant mogelijk uitgevoerd. De langsgevels van het gebouw zijn meer gesloten en vormen een afscherming voor het verkeersgeluid van de Westzanerweg. De vorm en materialisatie van het gebouw geven een extra dynamiek aan deze weg en sluiten aan bij de beleving van het passerende verkeer. Naast de constructie is ook al het installatiewerk zichtbaar, zo is de installatieruimte voorzien van een glazen wand. Dit geeft een doorkijk in de techniek van het gebouw en ondersteunt de nevenfunctie van het gebouw als kennis- en trainingscentrum voor pomptechniek. De integratie van installatie en constructie komt het sterkst tot uiting in de toepassing van de innovatieve dakoplossing. Voor gewichtsbesparing van het overstek is gekozen voor een lichtstalen dak van geprofileerde staalplaat. Om ook de voordelen van beton, het voorkomen van een snelle opwarming en oververhitting van de binnenruimte, te hebben, zijn de cannelures in de staalplaten deels opgevuld met beton. In elke cannelure zijn twee leidingen in het beton aangebracht. De leidingen zorgen voor verkoeling en eventueel verwarming in aanvulling op de hoofdverwarming in de vloer. Om het accumulerend vermogen van een volledig betondak te evenaren is gekozen voor een speciale mengselsamenstelling van het beton. Door toevoeging van korrels met paraffine-was aan het beton wordt overtollige warmte opgeslagen zonder dat de temperatuur van het materiaal verandert. De bovenzijde van de plaat is door de bocht geperforeerd en voorzien van akoestische isolatie. Het gevolg: een licht gewicht dak met het accumulerende vermogen van beton en een goede akoestische eigenschappen. Het multifunctionele dak/plafondsysteem kreeg in 2008 de tweede prijs bij de Nationale Energie Award.

Address: Keizersgracht 609, 611 en 613. Client: Vormgevingsinstituut: Stedelijk Museum, Gemeente Amsterdam; Foam: Fotomuseum Amsterdam.

De verbouwing van de historische panden aan de Keizersgracht 609, 611 en 613 in de binnenstad van Amsterdam tot het Foam (Fotografiemuseum Amsterdam) is de derde verbouwing op deze locatie waarbij Benthem Crouwel betrokken is.

De eerste verbouwing, 1990, de uitbreiding en renovatie van het toen bestaande museum Fodor, een privé-museum van kunsthandelaar en –verzamelaar Carel Joseph Fodor, is vanwege het opheffen van museum Fodor nooit gerealiseerd. Het tweede plan, 1992-1993, betreft de huisvesting van het toen nieuw opgerichte Vormgevinginstituut. Het Vormgevingsinstituut betrok het oorspronkelijke in de jaren zestig gemoderniseerde Fodorpand aan de Keizersgracht 609, en de achterhuizen van de panden Keizersgracht 611 en 613. Het door architect Cornelis Oudshoorn in 1861 gebouwde pand (nr. 609?) verkeerde in slechte staat en bij de noodzakelijke restauratie werden de funderingen en alle constructies gereconstrueerd. Belangrijkste ingreep was de ‘Collector’; een stalen stelling voor de bibliotheek, de collectie en de apparatuur, waaraan ook alle werk- en vergaderruimten direct mee verbonden werden. Een nieuw trappenhuis in het hart van het pand verving de trap van Mart Stam in de entree. Nadat het Vormgevingsinstituut medio 2001 wordt opgeheven, krijgt Benthem Crouwel opnieuw opdracht de panden te transformeren. In een tijdsbestek van zes maanden moet hier het nieuw op te richten museum voor fotografie worden gehuisvest. De bestaande ruimten zijn museaal en zo rustig mogelijk gemaakt om een grote mate van flexibiliteit in het gebruik te creëren; de aandacht is vooral gericht op de aanwezige kunst. Een duidelijke routing door de drie grachtenpanden zorgt ervoor dat het publiek altijd de gehele tentoonstelling ziet. De lichthof is overkapt, waardoor het mogelijk is om de achterzalen op de begane grond ook voor andere doeleinden (masteclasses, lezingen, kleinere exposities) te gebruiken, zonder dat de museale route wordt verstoort. De 'Collector' maakt plaats voor bergingen en museumkabinetten. De, eerder tot kantoren verbouwde, voorhuizen (Keizersgracht 611 en 613) worden bij het museum betrokken. In het souterrain en de beletage zijn publieke functies, zoals het museumcafé, ondergracht, waardoor het museum een aantrekkelijk en uitnodigend wordt vanaf de gracht. De materialen die gebruikt zijn bij de gerealiseerde verbouwingen zijn voornamelijk verzinkt staal en glas in diverse uitvoeringen zoals de blauwe glazen bouwstenen in de bruggen van het hoofdtrappenhuis en de gebogen tochtsluis cilinder in de entree. Ze contrasteren met de oorspronkelijke, historische gebouwelementen, onderstrepen het nieuwe gebruik en zorgen voor een eenheid in de drie panden.

Uitgeverij 010
Benthem Crouwel

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum